Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 5 (1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 5
Afbeelding van Volledige werken. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

roman
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 5

(1870)–Pieter Frans van Kerckhoven–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

VII.
Gevolg van de nieuwjaarsgift. - Uitwerksel van het geld op het zedelijke van den mensch.

Piet, als een brave zoon, gaf een groot gedeelte van het geld aan zijne ouders af. Eenige stukken van vijf franken echter verzocht hij te mogen behouden, om nu en dan een pintje te kunnen drinken. Met genoegen stemde de kleermaker hierin toe, en zegde daarenboven, dat zijn zoon volgens zijnen staat moest leven. Nog een gedeelte van het geld werd er gebruikt om eenige nieuwe kleederen voor den jongeling aan te koopen. De hoed was het eerste stuk dat van kant werd

[pagina 15]
[p. 15]

gewezen. De kleermaker gebruikte hem voortaan om er zijn naaigerief in te bewaren.

Eene nieuwe levensbaan, zooals wij reeds gezegd hebben, ontsloot zich voor Piet. Hij voorzag reeds zijne toekomende verheffing; hij zag zich reeds aan het grootboek of aan de kas geplaatst en een' der hoogste posten van het kantoor bedienende.

Des morgens na Nieuwjaar, wanneer de jongeling zijne huizing uitstapte, had iemand, die hem met aandacht beschouwd had, eenen geheel nieuwen mensch in hem kunnen ontdekken. Hij was niet meer die bloode jongen, die, de handen in zijne zakken verborgen en de hoed diep op het voorhoofd geprent, dicht nevens de huizen heenschoof. Neen, thans nam hij het breede gedeelte der straat; hij stak de borst vooruit, het hoofd in de lucht. Zijn nieuwe zijden hoed, waaraan hij altijd eenen langen tijd besteedde om de vezeltjes glad te strijken, stond nu een weinig aan de eene zijde op het hoofd, en zijn blank, doch een weinig vernepen voorhoofd, mocht thans onbelemmerd door het daglicht beschenen worden. Hij was te meer van een paar grijze katoenen handschoenen voorzien, en een wandelstok van vijftien centen, of six pence, prijkte in zijne rechterhand.

Piet kreeg nu ook weldra een groot ontwerp in het brein. - Reeds dikwijls hadden hem eenige zijner vrienden, die hetzelfde ambt als hij bekleedden, uitgelokt om met hen eene partij op het biljart te gaan spelen. De jongeling, hoe innig het hem ook smartte, had immer geweigerd hen te vergezellen, voorgevende dat hem het spel niet behaagde en dat hij weinig lust gevoelde om bier te drinken. - De ware reden daarvan was, dat Piet immer zijn' zak ledig voelde en er nooit meer in vond dan hetgeen zijn vader er in stak, voor het geval dat de jongeling in eene onvoorziene uitgaaf zou vallen, hetzij om drinkgeld voor zijn' meester aan de werklieden te geven, of iets dergelijks. Die geldelijke voorraad bleef immer dezelfde, en Piet zou zich wel gewacht hebben er iets voor zijne vermaken aan te ontleenen. En hierin toonde bij, dat hij een brave jongen was. - Nu echter waren de tijdsomstandigheden veranderd. Piet was een man geworden, hij bezat geld; voor lang was hij in staat nu en dan eenige centen uit te geven, en thans kwam hem de gedachte van het biljartspel gedurig in den geest. Hij durfde het nogtans niet wagen, om er aan zijne makkers het eerst van te spreken; en al wat hij bestond te doen, was van soms zijn wandelstokje eens tusschen zijne vingeren te leggen en de air te

[pagina 16]
[p. 16]

hebben van op het biljart te spelen. - Die soort van oorlogverklaring bleef lang vanwege de makkers van Piet onopgemerkt. Het geval wilde onzen jongeling maar niet begunstigen. - Dit maakte hem diep wanhopig en hij was bijna zoo ver gekomen, dat hij ging zeggen: waartoe dienen de schatten, de rijkdommen, indien men er geen gebruik kan van maken. - Eindelijk toch kwam hem het toeval ter hulp, en de gelegenheid, zooals men licht kan denken, werd door den jongeling niet verwaarloosd. Hij deed alsof hij zijne makkers wilde aangenaam zijn en liet zich gezeggen.

Het tooneel, waar Piet zijne eerste wapenfeiten op het biljart deed, was eene afgelegene herberg, waar men voor weinig geld zich lang kou verlustigen, bijzonder wanneer men in de kunst niet zeer bedreven was. - De goede spelers zouden er zonde van gemaakt hebben, hunne krachten te verspillen op het speeltuig, waar Piet en zijne medegezellen hunne heldendaden verrichten. - Het laken des biljarts was grof, de bloezen waren groot en de stokken niet zelden van leder ontbloot. Dit alles werd door Piet in geene aanmerking genomen. Integendeel de jongeling was dáár slechts op zijn gemak; want hij moest voor geen groot publiek verschijnen en bevond zich alleen met mannen van zijn slach. - Slechts eene gedachte was er, welke soms het zweet aan Piet deed uitbreken, die was de vrees van een gat in het laken des biljarts te stooten - een ongeluk, dat niet dan door betalen van een tienguldenstuk kon verholpen worden. - Zoo hebben alle rozen hare doornen. - Wanneer die gedachte in den geest des jongelings woelde, speelde hij gewoonlijk allerslechtst - en dit is ook de reden, waarom hij nooit een goed effet de queue heeft kunnen maken. Hij werd echter zeer bedreven in de carambolle en maakte de ballen op eene wijze, welke bij de aanschouwers meermaals bewondering wekte. Met een woord, Piet werd verzot op het biljart en hij was het nu, die zijne makkers meermaals tot het spel uitlokte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken