Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 5 (1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 5
Afbeelding van Volledige werken. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

roman
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 5

(1870)–Pieter Frans van Kerckhoven–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XVI.
De levensloop van Piet krijgt eene tint van dichterlijkheid.

De dienstmeid, welke het huishouden van Piet bestierde, was een dier frissche boerenmeisjes, bij wie de gezondheid op het aanzicht uitstraalt. Zij bezat een rond gelaat, zoo fijn en zoo glad als dit van een beeldhouwerspopje, volgens de uitdrukking van Piet zelven. Hare oogen waren tusschen de blauwe en de grijze kleur, doch vuurvol en levendig. Adertjes, zoo fijn dat ze aan het oog zouden ontsnapt zijn, indien de karmozijnen kleur haar niet verraden had, maakten als een phantastisch net op hare wangen en versierden dezelve met eenen gestadigen rooden blos. Hare tanden waren wit als melk en losten schoon uit op hare hoogroode lippen. Hare kin was klein en rond en bezat dit klein putje, dat voor sommige kenners zoo verleidend is. Haar neusje was eerder klein dan groot en kwam volkomen goed met het overige van haar gezicht overeen: indien haar neus een weinig langer ware geweest, zou er geene harmonij meer bestaan hebben. Haar voorhoofd was niet zeer verheven, doch glad en de blonde haarvlechten hingen als twee gordijnen - men vergeve ons die

[pagina 38]
[p. 38]

prozaische vergelijking - naast haar malsch wezen, welk door eene zoogezegde platte muts omkroond was.

Al die middelen van verlokking waren nog niets in vergelijking met het betooverend, dat men in haren ganschen persoon, in hare houding en in haren gang bespeurde. - Hare armen waren wit, poezelig en malsch en hadden voor model aan eenen beeldhouwer kunnen dienen; hare leest was tamelijk tenger en zij scheen niet, zooals het grootste gedeelte der boerinnen, uit éénen blok gekapt. Haar voet bezat eene middelmatige grootte, en indien hare handen zich nimmer aan slaaflijk werk hadden vuil gemaakt, waren zij voorzeker ook zacht en rozig gebleven. Hare houding bezat te meer iets - verwonderlijk voor een boerenmeisje, - van die verleidende manieren, welke men soms in de vrouwen, die eene rijke, wereldsche opvoeding hebben ontvangen, ontdekt. Haar lichaam was vrij en onbedwongen in al zijne bewegingen; hare ledematen plooiden zich met eene zekere soort van wellustigheid en het bovenlijf scheen als met vermaak op de breede malsche heupen te rusten. Haar hals was wit als sneeuw en tusschen zijne malsche plooien ontdekte men een rood parelsnoer, dat met een gouden slotje was vastgehecht. Een blauwzijden doek was gewoonlijk het kleedsel dat hare borst bedekte en hetzij uit eene gedachte van verleiding - doch dit gelooven wij niet, - hetzij zonder nadenken, liet de doek immer eene hartvormige opening onder den hals. Wanneer het oog daar op viel, verloor het zich weldra in eene donkere diepte, die gevormd was...

Dat de lezer zich nu eens in de plaats van Piet stelle. - De jongeling, immer door de gedachten van voortgang in zijnen staat te maken bezield, had nooit tegen de gevoelens der liefde te kampen gehad; hij had gerust, zooals eene krekel, in zijne schelp voortgeleefd en nimmer uit iets erg genomen. - Wat moest er thans van hem geworden?... Nu dat hij gansche avonden zich in dezelfde kamer, aan dezelfde tafel met een zoo verleidend schepsel bevond? O, grootere mannen dan Piet zouden hier gevallen zijn; grootere zijn er gevallen, en de geschiedenis is daar, om er ons de onwederleglijkste bewijzen van te geven. - Zonder te spreken van Salomon, van David, van Alexander, van Samsom, van Holophernes, van Pompejus, van keizer Karel.... - Doch, neen, vrees niets, lieve lezer, wij zullen ons in de oudheid niet verliezen, dit zou ons te veel moeite en tijd kosten, en wij zijn haastig om de geschiedenis voort te zetten van Piet, die toch aan geen' der opgenoemde mannen geleek.

[pagina 39]
[p. 39]

De eerste maanden na den dood zijner moeder, had Piet geene de minste acht geslagen op den schat, dien hij in zijn huis besloten hield. Hij had reeds eenige keeren tegen zijnen vader gezegd: ‘Trees is een braaf meisje, ze is proper, en bedient ons goed.’ Waarop de vader had geantwoord: ‘dat is waar; het is goed gelukt.’ Doch hierbij was alles gebleven, en geen van beiden bedacht de zaak verder.

Er verliep dan nog een geruimen tijd, zonder dat Piet zijne dienstmeid op eene andere manier dan eenen zijner dagelijksche kameraden bezag, toen zekeren avond... Doch dit verdient een nieuw hoofdstuk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken