Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 7 (1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 7
Afbeelding van Volledige werken. Deel 7Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.02 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 7

(1870)–Pieter Frans van Kerckhoven–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

V.

Drie maanden verliepen zonder dat er nog iets bijzonders in de woning van Lisbeth voorviel. Kasper was niet meer verschenen en hij had zorg het gezelschap van zijnen ouden makker Neel te vluchten. Het meisje was immer mistroostig; doch zij scheen gelaten in haar lot en Neel wanhoopte niet, allengs de gerustheid in hare ziel te zien terugkeeren, toen men eensklaps vernam, dat Kasper in huwelijk ging treden met eene rijke pachtersdochter, die vroeger eenen misstap gedaan had, ‘misstap waarvan toch de levende bewijzen niet meer bestonden,’ zegde Kasper, ‘en die onder de schijven van den ouden pachter begraven lag. Toen Lisbeth dit nieuws vernam, weende zij niet en hare verslagenheid was niet zoo groot als men het verwacht had. Alleenlijk kon men opmerken, dat zij sedert dien tijd langer dan gewoonlijk, ter kerk, in het gebed verdiept bleef. - Zekeren morgen riep zij Neel en zijne moeder bij haar en zegde:

‘Moeder en gij, mijn broeder, ik heb beloofd u nooit zonder uwe toestemming te verlaten; ik kom u die toestemming thans vragen. Ik heb lang gebeden om overtuigd te wezen, dat God mij de kracht zou verleenen standvastig te blijven in het besluit, dat ik genomen heb; thans durf ik betrouwen in mijnen moed stellen en ik heb besloten

[pagina 123]
[p. 123]

de wereld vaarwel te zeggen, zonder ze te verlaten. Er is te Antwerpen een klooster, waar de zusters zich opofferen, om de zieken te verzorgen; geeft mij uwe toestemming om daar het overig mijns levens door te brengen.’

Neel stond te beven, als hij die woorden hoorde uitspreken; hij sloeg verglaasde blikken op Lisbeth en op zijne moeder; maar kon niet spreken.

‘Antwoord mij, moeder,’ zegde Lisbeth, ‘en gij broeder, spreek...’

‘Ik zal u noode zien vertrekken, mijne lieve Lisbeth,’ zegde de moeder, terwijl tranen over haar aangezicht rolden; ‘doch als zulks uw roep is, dat dan Gods wil geschiede!...’

‘En gij, Neel?...’ vroeg het meisje

‘Uw wil is immer de mijne geweest,’ snikte de jongeling, ‘hij zij het nog!..’

‘Heb dank, moeder, heb dank, goede broeder!’ zegde Lisbeth.

‘O gij zijt voor mij zoo goed als God en, gelooft mij, ik heb lang moeten kampen, eer ik het besluit heb kunnen nemen u te verlaten. Doch ik kan hier niet langer blijven, want die andere gedachte, gij weet... o die kan slechts uit mijnen geest verdwijnen, wanneer ik eene andere streek als hij zal bewonen.’

‘Gij mint hem dan nog altijd!’ zuchtte Neel.

Lisbeth liet het hoofd op de borst zakken, en na eene poos stilzwijgendheid; vroeg zij:

‘Wanneer zult gij mij naar Antwerpen vergezellen?’

‘Moeder zal met u gaan,’ zegde Neel; ‘want zoover strekt mijn moed zich niet uit. Ik mag mij zei ven den doodsteek niet toebrengen, Lisbeth. o God! mijn God!’

Lisbeth greep de handen van Neel vast, liet eenen blik op hem vallen, waar hare gansche ziel in uitblonk, en sprak met eene zachte en smeekende stem:

‘O gij ziet wel, broeder, dat het goed is te vertrekken; ik bemin u als eene zuster... en kan u niet anders liefhebben.’

‘Morgen zult gij met moeder vertrekken, Lisbeth, en dat Gods wil over u en over mij geschiede...’

En zonder verder nog iets te zeggen, vluchtte Neel het vertrek uit en keerde slechts laat in den avond naar zijne woning terug, toen hij verzekerd was, dat Lisbeth hare ruststede zou bereikt hebben. Zijne moeder zat in onrust naar hem te wachten. Weenend bekende nu de

[pagina 124]
[p. 124]

jongeling, wat hij in zijne ziel zoolang voor Lisbeth gevoeld had en verborgen had gehouden en zijne moeder weende met hem, en hij voelde zich eenigszins het hart verlicht.

‘Ga morgen met haar,’ zegde hij eindelijk, ‘ga zonder dat ik haar zie; want ik zou sterven, indien ik haar moest zien vertrekken... En dan, moeder, kom terug; zoo spoedig mogelijk terug; want gij alleen blijft mij tot troost over.’

Des anderdaags kwamen de moeder en Lisbeth te Antwerpen en het meisje werd in het klooster der Grauwnonnen aangenomen.

Lisbeth leeft nog. Zij is een voorbeeld van opoffering in het oppassen der zieken en niemand zou, hare zachte opgeruimdheid ziende, kunnen gelooven, dat hare ziel zoovele schokken en zoo hevige rampen onderstaan heeft.

Neel is ongehuwd gebleven. De fortuin schijnt hem tegen wil en dank tot eenen rijken pachter gemaakt te hebben; want de mistroostigheid blijft onveranderlijk op zijn wezen geprent en die mistroostigheid is na den dood zijner moeder nog vergroot. De ring van Lisbeth is nog immer in zijn bezit en wanneer hij voelt, dat zijne treurigheid te ver gaat, dan beschouwt hij dien en weet zich moed in te spreken, door de herinnering aan de engelachtige gelatenheid van haar, die zooveel en meer dan hij geleden heeft en welke hij, sedert den dag van haar vertrek, nimmer heeft pogen weer te zien.

Kasper, die het fortuin zijns schoonvaders in slemperij heeft verteerd, acht zich gelukkig als daglooner bij zijnen ouden makker te mogen werken en, bij wintertijd, door hem ondersteund en van honger bevrijd te worden...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken