Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 11 (1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 11
Afbeelding van Volledige werken. Deel 11Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.19 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 11

(1870)–Pieter Frans van Kerckhoven–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Van klein tot groot.

I.

‘Er is zoo weinig noodig,’ zegde vader Beukens, ‘om van een' deugdzamen jongeling eenen grooten misdadiger te maken. Ik weet eene gebeurtenis, die tijdens mijne jonkheid is voorgevallen, en zal ze u in eenige woorden verhalen. Ik zal u de namen der personen niet noemen; want het ware niet onmogelijk dat er van de familie nog in leven waren. Nu luistert; ik zal kort zijn, want het wordt laat.

Frans was een eenig kind, en zijn vader, ofschoon door de fortuin niet begunstigd, had al gedaan wat hij kon, om den jongeling eene goede opvoeding te geven, en had het zich getroost om slechts na langen tijd iets van de winst van zijnen zoon te genieten, met hem den stiel van zilversmid te laten leeren.

De jongeling was eindelijk zoo ver in de kunst gevorderd, dat hij wekelijks eenige franken te huis bracht en daardoor eene groote verlichting voor het kleine gezin werd. Hij deed meer vorderingen en zijnen baas verhoogde zijn wekelijksch loon met eenen halven frank.

Frans had slechte kameraden gevonden, die hem meermaals uitlok-

[pagina 204]
[p. 204]

ten om met hen naar de herberg te gaan. Hij had lang geweigerd, want het geld ontbrak hem. Thans kwam hij op de gedachte aan zijne ouders niets van het verhoogen van zijn loon te gewagen en de halve frank werd in stilte verteerd.

Eens dat men eenen stap op de baan van logen en ondeugd geplaatst heeft, is het moeilijk nog achteruit te treden. Frans werd alras een schijnheilige deugniet, en toen hij eenige weken later zijn loon wederom zag verhoogen, besloot hij in zijn aangenomen stelsel voort te gaan en nog eens die verbetering van zijnen toestand te verzwijgen, ten einde nog meer zijne drift tot brasserij te kunnen voldoen.

De vader, die een wijs en voorzichtig man was, begon achterdocht in zijnen zoon te krijgen en zich slecht kunnende verklaren, hoe het mogelijk was, dat Frans buitensporigheden kon begaan met de weinige zondagsche centen, die hij hem gaf, raadde hij weldra de waarheid en betichtte zijnen zoon van laffe bedriegerij. Frans, zich overtuigd ziende, verliet het vaderlijke huis en men hoorde van hem niet meer.

II.

Tien volle jaren verliepen. De vader van Frans, die van jongsaf als buildrager gewerkt had, was, ten gevolge van eenen val, dien hij bij het lossen van een schip gedaan had, niet meer in staat om nog te wrochten. Zijne vrouw slaafde eenigen tijd, doch werd hem door eene hevige ziekte ontnomen, en hij zag zich in de armoede gedompeld. Een braaf koopman kwam den ongelukkige ter hulp en beschikte hem eene plaats van knecht bij eenen rijken heer, die alleen op een buitengoed van zijne inkomsten leefde. De brave werkman had zich volkomen gelukkig mogen noemen, indien hem de gedachte aan zijnen zoon, van wien hij, sedert de verdwijning, geen woord meer vernomen had, niet tot eene gedurige onrust verstrekt hadde.

Zekeren nacht werd hij eensklaps uit den slaap gerukt door een gekerm, dat zich in de naastgelegene kamer, waar zijn meester sliep, deed hooren. Zonder aarzelen vliegt hij zijn rustbed uit, rukt de kamer binnen en ziet zijnen braven heer in zijn bloed uitgestrekt op den grond liggen. Naast het lijk stond de moordenaar, en die moordenaar was Frans, de zoon van den ouden werkman. De ongelukkige vader scheen als door den bliksem neêrgeslagen. Zijne oogen draaiden hem eenen stond in het hoofd en hij viel op het lijk zijns meesters

[pagina 205]
[p. 205]

neder. Toen hij van zijne bezwijming herkeerde, was Frans gevlucht en had het geld, dat zich in eene kast op de kamer bevond, medegenomen.

Wanhopend ging de rampzalige vader de wet van het gebeurde kennis geven. Men begon met hem aan te houden, en daar men eenigen twijfel in zijne verklaringen opmerkte, werd hij als de echte dader aanzien en voor het gerecht gebracht. Men was gereed om zijn doodvonnis uit te spreken, toen er in de zaal eene stem klonk en zich een jongeling kwam aangeven als de dader der moord. Het was Frans.

Men staakte de pleidooien en later werd Frans ter dood veroordeeld. De koning echter veranderde die straf in levensdurende gevangenis.

De vader had aan al die slagen niet kunnen wederstaan en stierf eenige dagen na de veroordeeling zijns zoons.

‘Het is maar om te zeggen,’ eindigde vader Beukens, ‘hoe weinig er noodig is om op eenen slechten weg te geraken, en hoe eene eerste kleine bedriegerij soms tot de grootste misdaden kan leiden.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken