Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Birbal en de bedelaars (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Birbal en de bedelaars
Afbeelding van Birbal en de bedelaarsToon afbeelding van titelpagina van Birbal en de bedelaars

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (23.96 MB)

ebook (4.29 MB)

XML (0.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
legende-mythe-sage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Birbal en de bedelaars

(1992)–Effendi Ketwaru jr.–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

De oneerlijke kleermaker

‘Birbal’, vroeg koning Akbar eens, ‘wie zijn de oneerlijkste mensen ter wereld?’

‘Een kleermaker, een drukker en een ambtenaar’, zei Birbal. ‘Een kleermaker steelt een deel van de stof van zijn klant, een drukker steelt zijn papier en een ambtenaar steelt zijn tijd.’

‘Ik heb hier een stuk zijde en ik wil een sari voor de koningin laten maken’, zei koning Akbar.

‘Laten we een kleermaker roepen en kijken wat hij met de zijde doet’, zei Birbal.

De koning ontbood een kleermaker en liet hem aan Birbal over.

‘Hoe heet je?’ vroeg Birbal.

‘Gulab Jamun’, antwoordde de kleermaker met een zoetige stem.

‘Goed. Daar is een kamer waar je je werk moet doen. Er zullen twee wachters bij de deur staan, zodat je niets kan stelen.’

‘Stélen? Hoe kunt u zoiets zeggen? Ik heb nog nooit van mijn leven iets gestolen!’ riep Gulab uit.

‘Onzin’, zei Birbal. ‘Ga meteen aan het werk.’

[pagina 8]
[p. 8]

Gulab begon aan de sari te werken. Een dag ging voorbij. Twee dagen gingen voorbij. Op de derde dag kwam de zoon van de kleermaker aangerend.

‘Moeder zegt dat je meteen thuis moet komen’, zei de jongen.

‘Geklets! Zie je niet dat ik bezig ben? Hoe kan ik de opdracht van de koning negéren? Weet je wel wat voor straf ik zal krijgen?’ antwoordde Gulab boos.

‘Moeder zegt dat je veel te lang bezig bent. Zo zal je nooit veel geld verdienen’, zei de jongen.

‘Wàt!’ riep Gulab uit. Hij was woedend. Hij pakte zijn schoen en smeet die naar zijn zoon. ‘Verdwijn! Ik kom naar huis wanneer ik wil!’

‘Wacht tot moeder dit hoort. Dan zal je wat beleven!’ riep de jongen boos. Hij raapte de schoen op en rende weg.

‘Hou hem tegen!’ schreeuwde Gulab. ‘Hij heeft mijn schoen meegenomen!’ De wachters lachten luid.

‘Wacht tot moeder dit hoort’, zeiden ze plagend.

 

Eindelijk was de sari klaar en de koning en Birbal mochten deze bewonderen.

‘Heb je echt alle zijde gebruikt die ik je gegeven heb?’ vroeg koning Akbar aan de kleermaker.

‘Maar natuurlijk, Uwe Hoogheid’, antwoordde Gulab. Hij keek verrast en gekwetst. ‘Hoe zou ik iets gestolen moeten hebben? Uw wachters hebben me voortdurend in

[pagina 9]
[p. 9]

de gaten gehouden.’

‘En niemand is in je kamer geweest?’ vroeg Birbal.

‘Niemand!’ kon Gulab naar waarheid antwoorden. Koning Akbar knikte bedachtzaam, betaalde Gulab zijn loon en stuurde hem weg.

‘Wel, Birbal? De kleermaker kan onmogelijk iets gestolen hebben’, zei de koning.

‘We zullen zien’, zei Birbal.

 

Enkele dagen later ging één van de dienstmeisjes van de koningin naar de markt. Daar zag ze een vrouw in een bloes van dezelfde zijdestof als die van de koningin. De vrouw bleek Gulabs echtgenote te zijn. Toen de koningin dit alles hoorde, liep ze naar de koning en mopperde en klaagde.

‘Iedere vrouw op de markt heeft net zo'n sari als jij me geschonken hebt. Ha! Wat voor een koningin moet ik zo voorstellen? Je laat me in de kleren van marktvrouwen rondlopen!’

Koning Akbar zuchtte. Hij liet Birbal roepen en vertelde hem over Gulabs vrouw.

Birbal luisterde aandachtig en zei toen: ‘Uwe Hoogheid, laat Gulab roepen en geef hem weer een opdracht om een sari te maken. We zullen zien of hij weer wat zal stelen. Maar eerst wil ik de wachters uitgebreid spreken.’

 

Gulab werd geroepen en ging aan het werk. De twee wachters stonden op hun post en hielden alles en iedereen

[pagina 10]
[p. 10]



illustratie

[pagina 11]
[p. 11]

scherp in de gaten. Na enkele dagen verscheen de zoon van Gulab weer.

‘Báp re! Nu ben je al wéér bezig! Moeder is erg boos dat je zoveel tijd verspilt. Ze zegt dat je onmiddellijk thuis moet komen!’ riep de jongen. De wachters begonnen te lachen.

‘Zeurkous! Heb je niet genoeg gehad? Verdwijn!’ brulde Gulab en hij smeet een schoen naar het hoofd van de jongen.

De jongen stapte opzij en riep: ‘Mispoes! Mikken kan je ook al niet!’ Hij raapte de schoen op en rende weg.

‘Hou hem tegen! Stop hem!’ schreeuwde Gulab. De wachters konden nauwelijks op hun benen staan van het lachen.

‘Ik heb hem!’ klonk een stem. Het was de stem van Birbal. Hij hield de jongen bij zijn kraag vast. Gulab keek onthutst en helemaal niet blij.

‘Dank u, dank u! Mag ik mijn schoen nu terug?’ vroeg Gulab.

‘Natuurlijk!’ zei Birbal, ‘maar ik zal de koning erbij roepen. Die vindt ongehoorzame jongens erg vermakelijk.’

Koning Akbar werd geroepen en nadat Birbal hem over de ruzie tussen Gulab en zijn zoon verteld had, zei de koning: ‘Heb je me hiérvoor geroepen, Birbal? Voor zoiets onbenulligs? Ik dacht dat je de dief te pakken had!’

‘De diéven, Uwe Hoogheid’, zei Birbal. ‘Wachter, neem die schoen en kijk of je hand erin past.’

[pagina 12]
[p. 12]

De wachter aarzelde even maar deed wat hem gezegd werd. Met veel moeite wrong hij zijn hand in de schoen van Gulab. Toen de wachter zijn hand terugtrok, keek iedereen verbaasd naar het lapje zijde in de hand van de wachter. Iedereen, behalve Birbal.

‘Ziet u, Uwe Hoogheid’, zei Birbal, ‘Gulab deed alleen alsof hij en zijn zoon ruzie maakten. Het lapje zijde verborg hij in zijn schoen en de schoen smeet hij naar zijn zoon.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken