Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van lieverlede (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van lieverlede
Afbeelding van Van lieverledeToon afbeelding van titelpagina van Van lieverlede

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (7.53 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van lieverlede

(1975)–Mensje van Keulen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 148]
[p. 148]

XVIII

‘Ik wil het ei van witte donderdag,’ zei mevrouw Beijer. ‘Het geneest alle ziektes. De zuster van Veldmuis had koudvuur in het been, toen heeft Veldmuis haar het ei gegeven en de volgende dag was het been dicht. En ze heeft het een meisje gebracht dat op sterven lag en zodra ze het ophad, deed ze haar ogen open en zei dat ze beter was.’ Hijgend kwam ze overeind. ‘Haal me het ei, Hanna. Het moet vandaag gelegd zijn, ik moet 't vandaag opdrinken, het moet rauw zijn. Hanna... asjeblieft.’

Ze ging naar buiten en liep op een stel knikkerende kinderen af.

‘Wie van jullie heeft kippen?’ vroeg ze.

Stomverbaasd keken ze haar aan.

‘Is er iemand anders in de straat die ze houdt?’

Een van hen begon te giechelen en stak de anderen aan. Ze kreeg een kleur en liep snel verder. De kinderen schaterden en riepen haar na, een dolle middag had ze ze bezorgd, morgen wist iedereen het: Hanna Beijer die nooit wat zegt, wil kippen. Waar haal ik nou een vers ei vandaan? dacht ze. Moeder laat me een flater slaan. Ze gaat niet dood, zodra het warm wordt draait ze zelf de kachel uit. En als ze doodgaat zorgt ze er wel voor dat het maanden duurt, jaren, ze overleeft me.

[pagina 149]
[p. 149]

Ze kocht een doosje eieren bij de melkboer. De kinderen kakelden en kraaiden toen ze voorbijkwam.

Ze klutste het ei in een kopje en met walging zag ze hoe haar moeder het gulzig naar binnen slurpte. Wat bijgeloof al niet deed.

Glimlachend reikte mevrouw Beijer het kopje aan en met een verwachtingvolle zucht ging ze liggen. Even later begon ze te huilen en sloeg een hand voor haar mond. Struif gutste tussen haar vingers door en over haar kin.

Hanna waste haar gezicht en haalde het washandje over het haar bij haar oren en het kraagje van haar jurk. Ze was geheel van streek en toen ze niet meer kon en eindelijk ontspande, smeekte ze Hanna bijtijds de lichten aan te doen en geen minuut de kamer te verlaten.

Om zeven uur wou ze voorgelezen worden en onder het lezen viel ze in een onrustige slaap, ze draaide met haar hoofd en maakte keffende geluidjes. Na een half uur gingen haar wenkbrauwen omhoog, ze sloeg haar ogen op, keek Hanna secondenlang aan zonder te knipperen en viel opnieuw in slaap.

 

Toen Hanna zaterdagochtend wakker werd, hoorde ze het piepend openschuiven van een raam. Een laken zakte voor de tuindeuren en werd opgetrokken tot het zoom tegen zoom voor het bovenlicht hing. Het was negen uur en het was stil.

Ze trok een rood geblokte blouse aan die ze verplicht, vlak voor ze van school ging, tijdens de naailessen had gemaakt. De non dacht maten te groot, nu zat ie perfect, op de coupenaden na die aan de binnenkant van haar tepels eindigden. Ze maakte een boterham en liep ermee naar de voorkamer. Moeder sliep kennelijk nog. Het

[pagina 150]
[p. 150]

brood brokkelde tussen haar vingers en rook naar karton.

‘Je zou bij me blijven,’ zei mevrouw Beijer zacht en verwijtend.

‘Je sliep en ik was gebroken. Ik ben om twaalf uur naar bed gegaan,’ zei ze. Ze keek naar de korst in haar hand en stond op om hem weg te gooien.

‘Wat ga je doen?’ vroeg mevrouw Beijer toen Hanna in haar jas aan het bed verscheen.

‘Maandag zijn de winkels dicht.’ Ze heeft de hele week niet naar haar geld gevraagd, dacht ze.

‘Pasen... ach,’ zei mevrouw Beijer. ‘Koop 'n kaars voor het Mariabeeld en een bosje bloemen.’

‘Voor het kruisbeeld bedoel je.’

‘Wie de moeder eert, eert de zoon. Ze heeft veel erger geleden... Als je kind je ontnomen wordt...’ Er blonk iets vochtigs in haar ogen. ‘Theresia, Ronnie... en zoveel anderen, allemaal dood... en ik weet niet waar ze zijn.’ Ze sloot haar ogen en vroeg om water.

Hanna ondersteunde haar tijdens het drinken en liet haar langzaam terugzakken.

‘Wil je de po?’ Ze kreeg geen antwoord.

 

De winkeliers waren goedgemutst, je kon het zien aan hun gezicht: liever een dag een goede omzet en twee dagen vrij. Bij de bakker lag de trap die naar het woonhuis voerde vol zakken brood, dozen paasbroden en -eieren met de namen van de bestellers erop geschreven Een meisje dat er al maanden niet meer werkte, had vandaag weer een smetteloos schort voor gebonden.

Ook hier vrolijkheid, dacht Hanna toen ze naar buiten liep. Ze zien uit naar afspraken en gezellige avondjes. Als ze thuiskomen zuchten ze moe maar blij dat het een

[pagina 151]
[p. 151]

drukke dag was en dan wassen ze hun haar en maken er model in. Die zon werkt op m'n zenuwen, hij mag voor mijn part weg, laat het maar regenen op deze wereld. Ik koop een zonnebril.

Ze ging een drogisterij binnen, zette er verschillende op en koos een grote, donkere bril. Haar mond en het puntje van haar neus leken van een ander.

Daarna liep ze het parkje in en zette het plastic tasje met boodschappen op een bank. Ze at een krentenbol en twee plakken kaas en luierend keek ze naar de eenden, de dartele honden, de mensen die ze uitlieten of alleen maar wat wandelden.

Toen ze in de gang haar jas uittrok, voelde ze de warmte van haar hals. Het was één uur. Ze duwde de deur naar de voorkamer open en zette een schoteltje druiven op het nachtkastje. Het kussen was naast het bed gevallen maar moeder sliep. Met de bril op ging ze aan het raam zitten en ze vond dat de straat er zo veel netter uitzag en de kamer heel plechtig, sjiek bijna.

Spelende kinderen, mensen die hun huizen in- en uitgingen, mensen die elkaar op de stoep tegenkwamen, verkeer dat voorbijreed, het was altijd hetzelfde, dacht ze, en toch was er telkens iets nieuws. Dan zag ze een gezicht dat ze niet kende, een kind dat viel, een ruzie die ter plekke werd uitgevochten. Op de etage waar het verwaarloosde jongetje had gewoond, was een ouder echtpaar met twee katten getrokken die vaak tegenover elkaar voor het raam zaten. De spullen waren verhuisd door twee kerels, een moest de onbekende motorrijder zijn geweest want hij had heel voorzichtig een stapel jurken en rokken dubbelgevouwen en er een deken omgeslagen.

Om vier uur bakte ze een uitsmijter en ging ermee aan

[pagina 152]
[p. 152]

de keukentafel zitten. Leugenaar, zei ze bij zichzelf. Als ik echt aardig was zou ik nu alsnog een ei zoeken dat eergisteren gelegd was.

Het wit van het ei zag bruin, haar handen waren negerhanden. Na het eten van een bekertje yoghurt liep ze de gang in. Het was er als de nacht, het ruitje in de voordeur was een kijkdoos. Ze duwde de bril op haar voorhoofd. Moeder sliep nog steeds, heel rustig en geluidloos.

Eerst toen de lantarens een poosje brandden, hoorde ze dat er leven onder de dekens kwam. Ze deed het licht aan en vroeg: ‘Ben je eindelijk wakker?’

Met vreemde grote ogen staarde mevrouw Beijer haar aan.

‘O pardon,’ zei Hanna, zich realiserend dat ze de zonnebril nog op had. Ze nam hem af en zei: ‘Weet je wel hoe lang je geslapen hebt? Zeker tien uur. Kijk eens.’ Ze wees naar het nachtkastje. ‘Ik heb druiven voor je meegebracht. O, en 'n kaars, ik zal 'm even halen.’

Eerst raapte ze het kussen op.

‘Geen kussen...’

‘Onzin, er zit een schone sloop om. Ik begrijp niet hoe je zonder kunt.’ Ze stompte er met haar vuist in.

‘Nee, geen kussen. Hij is er ook onder gestikt. Het was per ongeluk, Co.’ Ze begon in het wilde weg te slaan. ‘Niet doen Co.’ Haar adem piepte, ze bracht een hand naar haar borst en verloor het bewustzijn.

 

Hanna zette de zonnebril op en liep in een keer door naar het zaaltje.

Het was minder druk dan in januari maar de muziek was hard en er werd, alhoewel er sinds half tien geen alcohol meer geschonken was, uitbundig gedanst.

[pagina 153]
[p. 153]

Ze tikte een klein, zwartharig meisje op de schouder en vroeg: ‘Is je broer er niet?’

Het meisje veegde het haar achter haar oor en schreeuwde: ‘M'n watte? M'n broer?’

‘Ja, Adje.’

Ze boog dubbel van plezier. ‘Die slijmerd,’ riep ze. Ze ging op haar tenen staan. ‘Dat is 'n vreselijke vervelende gast die achter me aanloopt, die denkt dat ie me versieren kan,’ zei ze. ‘Ik heb helemaal geen broer,’ liet ze erop volgen en toen schudde ze weer van de lach en sloeg de armen om het middel van haar vriendje.

Hanna zag de rijzige, magere gestalte van Oldenzaal door het zaaltje komen. Hij liep doelbewust en stak zijn hand naar haar op. Ze draaide zich om, rende de trap af en sprong rakelings langs een jongen die op de onderste tree zat, lurkend aan een fles jenever. ‘Hee... hallo,’ hoorde ze de jeugdleider boven aan de trap roepen.

Hij moest maar denken wat ie wou, hij moest maar denken.

 

Toen mevrouw Beijer bij bewustzijn kwam, zag ze dat het donker was. Behalve in de stoel, daar was de lichte plek van het kussen. En het ging omhoog. Aan weerszijden waren Co's handen. Hij duwde het voor zich uit naar haar toe.

‘Eerst...,’ zei ze en voelde naar de rozenkrans.

De donzen gedaante zweefde boven haar. Zacht en licht raakte hij haar neus.

Ze kreeg het benauwd en haar vingers lieten de kralen los en trokken aan het vel in haar hals.

‘Ik wil het Heilig Oliesel,’ galmde ver in het duister. ‘Heilig oliesel... Hanna... Oliesel.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken