Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van lieverlede (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van lieverlede
Afbeelding van Van lieverledeToon afbeelding van titelpagina van Van lieverlede

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (7.53 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van lieverlede

(1975)–Mensje van Keulen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 154]
[p. 154]

XIX

‘Hoe kan je zo liggen?’ vroeg Hanna en liep naar de stoel waarin ze het kussen, achteruitdeinzend voor haar moeders uitval, had laten liggen.

‘Het heeft 'n tekkeloor,’ zei ze en trok het omhoog aan de lege punt van het sloop.

‘Je krijgt zo pijn in je nek.’ Ze tilde haar moeder bij de schouders en legde het kussen op zijn plaats. ‘Wil je niet wat druiven, moeder? Ik zal de velletjes er afhalen.’

Toen ze met het schoteltje op bed ging zitten, zakte mevrouw Beijers hoofd opzij.

‘Lust je niet?’ Met haar nagels ontvelde ze een druif. ‘Hier, proef eens, dan wil je vast meer. Je wordt er niet beroerd van, zieke mensen krijgen altijd druiven.’ Ze draaide haar moeders gezicht naar zich toe en stopte de druif in de openhangende mond. ‘Ze komen uit een klein kistje met cellofaan en blauw papier. Ik heb ze van Coby's geld gekocht, ik zal 't wel teruggeven, niet van jouw geld hoor. Ik ga in Tuschinsky werken, ze vragen altijd ouvreuses. Alleen de avondvoorstellingen, zodat ik overdag vrij ben. Ik krijg m'n eigen jurk en ik hoef er alleen voor te zorgen dat ie schoon blijft. Dat lijkt wel wat hè, daar protesteer je niet tegen. Voor mijn part werk ik ook overdag en in het weekend. Kerels geven in het donker grote

[pagina 155]
[p. 155]

fooien. Wil je nog 'n druif? Even wachten maar? Ach...’ Ze sprong op, snelde naar de keuken en keerde even later terug met een pak kaarsen.

‘Je hebt er zelf om gevraagd.’ Ze liet wat kaarsvet in de kandelaar druppelen en drukte de kaars erin. ‘Het is immers Pasen. Je zou weleens mogen biechten. We kunnen nu nog de mis in de grote kerk halen, dan nemen we 'n taxi. Maar je weet dat ik er 'n hekel aan heb. Vader had gelijk, geloof is voor de dommen en de ouwe wijven. Zo'n feest op het patronaat is ook alleen maar om je de kerk in te lokken.’

‘Een brandende kaars is mooi maar niet voor dat beeld, zal ik 't omdraaien met 'r poepertje naar de vlam? Ik kan niet meer bidden, jij bent gek, jij bidt voor twee. Zullen we de kachel uitdraaien? Je zou naar buiten moeten, je hebt je jurk al aan en 'n jas hoeft niet, 't is zulk zacht weer. De zon staat tot twaalf uur bij de hoek van Ronnie's kamertje. Ik ga 'n stoel voor je neerzetten.’

Ze droeg de keukenstoel naar het plaatsje en ging haar moeder halen. ‘Het is groen aan 't worden,’ zei ze. ‘Op een balkon staan al geraniums.’

Ze sloeg het dek open en schuin op het bed zittend, tilde ze haar moeders romp op, legde de linkerarm over haar schouders en trok het lichaam verder omhoog. De druif rolde uit haar mond. Een been gleed van de matras.

‘Goed zo, je voet neerzetten.’

Toen ze stond, knikten haar moeders knieën. Ze begon te lopen en sleepte het lichaam met zich mee. Het stootte tegen de sleutel van de gangkast. ‘We zijn er haast,’ zei ze. Het stootte tegen de deurpost van de keuken. ‘Dat doet geen pijn,’ zei ze. ‘Nog 'n paar stapjes.’

Hijgend liet ze het op de stoel zakken, ze schoof de be-

[pagina 156]
[p. 156]

nen naar elkaar toe en legde de handen in de schoot. ‘Ik haal het krukje,’ zei ze, ‘ik vind 't niet erg om in de schaduw te zitten.’

Ze zocht haar zonnebril, opende de tuindeuren, liep met het rotankrukje naar buiten en ging tegenover haar moeder zitten.

‘Krijg je 't al warmer?’ vroeg ze na een tijdje. Ze stak haar hand uit. ‘Je haar is warm.’

Er werd gebeld.

‘Wil je bezoek? Je jurk zou gestreken moeten worden, hè?’

Weer ging de bel. ‘Zo wil je toch niemand ontvangen? 't Is Coby, ze roept door de brievenbus. Nu kijkt ze door het raam. Ze weet dat we thuis zijn, ze ziet de kaars branden.’

Even later klonk het openschuiven van een raam.

‘Mevrouw De Rooy haalt de lakens binnen.’

‘Hanna,’ riep Coby van boven. ‘Waarom doe je niet open?’

‘Moeder heeft geen zin. Ze heeft helemaal nergens zin in. Het gaat heel goed met ons. Ze wenst je zalig Pasen.’ En tegen haar moeder: ‘Ze gaat niet weg. Hoor je? Ze laat Dannie de deur inslaan. Het zal dit keer nog makkelijker gaan. Ze laat ons niet eens rustig buiten zitten. Nou is ie open, ze komt de gang in.’

‘Ga weg ga weg,’ riep ze. Ze boog zich voorover. ‘Jij zal niks zeggen en ik zal niks verraden,’ fluisterde ze en zette haar moeder de zonnebril op.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken