Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen) (1800)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)
Afbeelding van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

(1800)–Willem Kist–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 117]
[p. 117]

Tweede boek.

Eerste hoofdstuk. Het vertrek der reizigers.

De groote en geduchte dag naderde met langzaame schreden, nooit was de tijd den Baron en zijnen Secretaris zoo lang gevallen. Den nacht voor hun vertrek konden zij geen van beiden hunne oogen sluiten, meer dan duizend maal keenken zij uit hun bed of het lieve licht der Zon de toppen der boomen, welke het Kasteel belommerden, noch niet verlichtte. Eindelijk rees zij met majesteit boven de aarde op, en verheugde al het geschaapene, doch wel voornamentlijk den Baron van blankenheim, en zijnen Secretaris barend van poederen.

In een groot uur was alles in gereedheid; er ontbrak nu niets meer aan dan een teder afscheid van de Barones en emma te neemen; doch eer wij den Baron volgen om met vuur de laatste afscheids kus te zien geeven, zullen wij overeenkomstig de pligt van een naauwgezet geschiednis schrijver, kortelijk eene beschrijving invoegen van de gedaante en kleeding der reizigers.

De Baron een zwaarlijvig man, meer dan zes

[pagina 118]
[p. 118]

voeten lang en vuur rood in zijn aangezicht, was door den paruikmaaker wederom plegtig gekapt en rijkelijk met poeder en pomade bestreken, zijn staart was dun, doch langer dan anderhalf el, waarop hij gewoonlijk zeer trots was, en om denzelven nog langer te doen schijnen dan hij in de daad was, werd hij boven aan het hoofd vastgebonden, zoo dat hij, wanneer hij of op een stoel, of op een rijdtuig wat had zitten leunen, de dikte uitgezonderd, zeer veel gelijkheid had op een muziek instrument een Serpent genaamd.

Dit gestucadoord hoofd was versierd met een zeer grooten puntigen hoed met een breeden gouden boord; zijn ligchaam werd overdekt met een schoonen scharlaaken rok met groene moesjes, fraai gesneden door den kleermaker van het Dorp.

Het vest en broek was van de zelfde stof; groote laarzen, sterk gewerkt, waar mede hij den Oceäan kon doorwandelen, van de Zuidpool af tot de Noordpool toe zonder dat zij zouden doortrekken, versierden zijne gespierde beenen en voeten; boven dit alles hong een wijde dikke reismantel; en eindelijk bedekte een kap van gewast linnen den grooten hoeden langen hals, zoo dat 'er van het aangezicht niets anders ten voorschijn kwam, als het uiterste gedeelte van eenen grooten adelijken neus.

De grillige Natuur had den Secretaris barend van poederen, zoo als wij boven even aangeroerd hebben, volstrekt niet kloek willen schep-

[pagina 119]
[p. 119]

pen; echter had zij uit een opwellend mededoogen, het geen zij hem in de lengte had ontzegd, in de dikte rijkelijk vergoed, hij was slechts drie en een half voet hoog; doch zijne voor uit puilende buik kon om den prijs dingen met meenig wel doormesten bewooner der Abtdijen, die de vermaakelijke boorden der Schelde versieren.

Een nieuw rond paruikje, waar op een groote hoed met drie scherpe punten praalde, gaf zijn bol en rond aangezicht, het welk veel overeenkomst had met eene geschilderde volle Maan, niet weinig bevalligheid: een kort groen reisrokje en een vest en broek van zeemleer bedekte het laagere gedeelte van zijn ligchaam tot over den knieschijf, terwijl zijne dikke beentjes zich verlooren in groote sterke stevels met platte neuzen, welke zijn Vader Zaliger in den voorigen oorlog van een Hongaarsch Hussaar had gekocht, en hem ab intestato had nagelaaten, en waarop hij zich zeer veel liet voorstaan, want nooit had hij dezelve aangetrokken, of hij nam een gezicht aan van een moedig krijgsman, en stapte als een paauw.

Een reismantel was mede zijn bescherm-engel tegen de koele morgen en avond-dampen, ook een kap van gewast linnen, welke den puntigen hoed, en het korte paruikje overschaduwde en onder den kin werd vastgeknoopt: deze was gemaakt naar een model, het welk de Baron van zijne voorvaderen had geërfd, die volstrekt wilde, dat hij 'er zoodanig eene ook zou opzetten, welk be-

[pagina 120]
[p. 120]

vel hij, schoon met de grootste tegenzin, moest gehoorzaamen.

In deze gestalte stapte zij de Zaal in om afscheid te neemen, de Baron wilde de Dames vaarwel kussen, maar 'er was geen mogelijkheid, om met zijn mond het gelaat der vrouwen te nadederen, de kap van gewast linnen verzettede zich hardnekkig tegen zijn voornemen: om zich, na lang worstelen, niet geheel en al weder uit te kleeden, verzocht hij dat zijn vrouw slechts het puntje van zijn neus zou kussen, het geen hij, in dit geval, zou aanmerken als eene hartelijke afscheids kus. De Secretaris boog zich zonder ophouden, en bromde veele woorden, uit, welks noch hij zelf, noch iemand verstond.

De koetsier en de lijfknecht, ieder met een dikke jas aan, welke meer dan dertig ponden woog, omhelsden de keukenmeid, en verdere vrouwelijke dienstboden, en na eenige vogtige kusjes, die door de holle gewelven klonken, op haare berookte wangen opeengestapeld te hebben, vloog de een op den bok de ander naar het portier.

Men vertrok, de Baron was aangedaan, en zag nog tweemaal naar zijn Kasteel, en zijne hondenhokken om; zijn Secretaris was te verheugd om zulk eene aandoening te gevoelen, de Barones kon niet afzijn van mede aangedaan te schijnen, zoo lang de reizigers nog niet waren vertrokken, zij speelde dien rol nog zelfs eenige seconden na hun vertrek: doch eindelijk barstte

[pagina 121]
[p. 121]

zij, even als alle de anderen, in lagchen uit, volgens haar voorgeeven, om den bespottelijken toestel van den Secretaris, maar in de daad, in haare gedachten, niet minder over dien van haaren eigen man.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken