Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen) (1800)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)
Afbeelding van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

(1800)–Willem Kist–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vijfde hoofdstuk. De domkerk.

Het zal u zonder twijffel het meeste vermaak doen, Baron! om dat geene te bezichtigen, het welk alle vreemdelingen als om strijd gaan zien, dus zullen wij in de eerste plaats den Dom beklimmen, van waar men een uitzicht heeft op alle de omliggende Provinties; van harte gaarn, antwoordde de Baron, die zich vleide zijn landgoed aan zijn leidsman te kunnen laaten zien. Zij klommen dus moedig op: de Secretaris volgde op eenen afstand; doch dewijl hij, om van zijne dikte niet te spreeken, volgens zijne gewoonte, wederom meer gegeeten had dan drie andere menschen, viel deze opstijging naar de hoogte hem

[pagina 136]
[p. 136]

onuitspreeklijk lastig, hij verwenschte elken trap; op elken trap veegde hij zijn zweet af; op elken trap kreeg hij begeerte om neder te zitten, hij diende echter ambtshalve te volgen, of 'er bij geval iets was op te tekenen. Al hijgende kwam hij eindelijk ook boven, en vond zijne voorgangers reeds aan het rond zien naar het Adelijk Huis de stronk - doch te vergeefsch: wegens deze teleurstelling begeerde de Baron naar de drie andere kanten niet eens te kijken, maar keerde met drift weder naar beneden; na dat hij zijn leidsman aan den eersten trap had afgewacht, gingen zij de Kerk bezichtigen. Het eerste dat de Baron vroeg, was, of 'er ook bijzondere graf kelders waren voor den Adel. De Heer m... antwoordde, dat de Adel hier niet groot in getal was; en dat het grootste gedeelte moeite had om te leeven, laat staan, dat zij grafkelders voor hun geslacht zoude laaten stichten.

Voor wien zijn dan die marmere graftombes, welke ik daar van verre met mijne oogen aanschouw? - dit zijn gedenkzuilen voor helden, welke in den oorlog met roem voor hun Vaderland zijn gesneuveld: dit zijn eeretekens voor die voortreflijke mannen, welke den grootsten roem verdienen, eenen roem, welke, helaas! ten onregte aan zoo veele Edellieden is gegeeven, welke daar op geene andere aanspraak hadden, dan dat zommige uit hun, bij toeval, uit beroemde voorouders waren gesprooten, zon-

[pagina 137]
[p. 137]

der noch de verdiensten, noch den moed, noch de deugd, noch het verstand van die voorouders te bezitten.

De Baron deed moeite om dit gesprek ergens anders op te wenden, à propos zeide hij, wie toch zoude het eerst in een Kerk zijn begraaven, 'er moest toch iemand de eerste zijn? zou het noach niet geweest zijn? of habakuk? eilieve, Mijn Heer! zoo gij het weet, doe mij het vermaak om mij zulks te verhaalen, wij zullen in dien tusschentijd in een gemakkelijk gestoelte wat zitten uitterusten. Met al mijn hart antwoordde de Heer m... schoon ik u misschien iets zal verhaalen, dat u ongetwijffeld bekend zal zijn. Contrarie, contrarie, zeide de Baron met drift, 'er is misschien nooit een in onze provintie geweest die het wist - luister, mijn vriend! geleerdheid en verstand te bezitten, is bij de meeste der Edellieden van weinig waarde, wij laaten deze pedanterie en neuswijzerij aan de burger lieden over, wij leeven vergenoegd in onze edele onkunde, en onkundige edelheid voort, menschen van uwen stand moeten ook iets hebben om zich te paaijen, zij zouden anders beginnen te murmureeren, en de schikkingen van het wijze Opperwezen laaken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken