Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 3 (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 3
Afbeelding van Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.85 MB)

XML (2.03 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 3

(1973)–G.P.M. Knuvelder–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Protestantse romantiek

Het Reveil

De protestantse romantiek is in aanzienlijke mate beïnvloed door een der merkwaardigste stromingen op protestants-religieus terrein in de negentiende eeuw: het reveil. Dit reveil is, naar Piersons kenschets, ‘de romantische school van Duitschland in het Nederlandsch Protestantische overgezet’Ga naar voetnoot1. Geen wonder dat het daarna de romantische letterkunde van de protestanten zo aanzienlijk beïnvloedde.

 

Het reveil in Nederland is overigens het resultaat van meerdere componenten. Het ontstaat door de samenvloeiing van verschillende stromingen in binnen- en buitenland, op soms typisch Néderlandse wijze verwerkt in de eerste helft van de negentiende eeuw. Het verschijnsel verdient hier nadere aandacht, aangezien het treffend weerspiegeld wordt in werken van letterkundige aard.

Op Nederlandse bodemGa naar voetnoot2 vangt het aan bij Nicolaas Schotsman (1754-1822), gereformeerd predikant te Leiden die een Eerezuil ter gedachtenis van de vóór tweehonderd jaren te Dordrecht gehouden Nationale Synode (1819; de tweede druk bevat een voorrede van Willem Bilderdijk) oprichtte, en daarbij de wens uitsprak, dat het geloofsbeginsel van het calvinisme weer tot levensbeginsel van ons volk, zowel in het particuliere als in het openbare leven, verheven zou wordenGa naar voetnoot3.

Maar machtiger indruk maakte het optreden van Bilderdijk, door Pierson de ‘vader’ van het reveil genoemdGa naar voetnoot4. Ageerde Schotsman vooral

[pagina 332]
[p. 332]

onder het volk, Bilderdijk oefende invloed op een kleine, maar leidende groep intellectuelen, zelfs op van aanleg geheel anders geaarde geesten als Jacob van Lennep en de Van Hogendorpen. De actie van Bilderdijk ging overigens in dezelfde richting als die van Schotsman: beiden handhaven de orthodoxe leer, maar streven toch vóóral naar persoonlijke beleving van het geloof. Geheel in de geest van Bilderdijk, valt de nadruk niet op intellectualistisch zich bezinnen, op theoretisch beschouwen, maar - reagerend tegen het rationalistisch element dat men in deze intellectuele activiteit meende te bespeuren - op de beleving van het geloof door het gevoel.

Daarop sluiten zich dan aan buitenlandse invloeden, Engelse, Franse, Duitse, vooral Zwitserse (Geneefse): predikanten kwamen in ons land wedergeboorte en geloof prediken.

Uit de wisselwerking nu van deze stromingen op elkaar, ontstaat dan het Nederlands reveil: aspect van de Europese romantiek en haar drang naar het eeuwige en oneindige, het heimwee naar wat buiten de tijd ligt. Terwijl echter diverse prominenten van de Duitse romantiek katholiek werden, zette Holland voorlopig zijn traditie voort door in verdieping van het protestantse geloofsleven zijn romantiek te zoeken en te vinden. Niet zonder affecties overigens voor het katholieke, waarmee men intussen, voor wat betreft dogma en kerk, ernstig van mening verschillen kon; vielen echter deze complicaties in de intellectualistische sfeer niet, tijdelijk, weg, waar zoveel raakpunten in die van het gemoedsbeleven te vinden waren?

Het Nederlands reveil is - mèt het katholieke renouveau van Broere en Thijm - het principiële verzet tegen het rationalisme en zijn optimisme, zijn geloof in de vooruitgang en zijn leer der perfectibiliteit van wereld en mensheid; het is het verzet tegen deïsme en atheïsme, tegen de theorieën over de vrijheid en gelijkheid der mensen, tegen het liberalisme en al wat in het maatschappelijke en politieke leven is voortgevloeid uit de verlichting. Men beoogde het Evangelie van Gods genade in Christus, in geest en, vóóral, in gemoed te belevenGa naar voetnoot5. Niet de zelfgenoegzame mèns, die ‘tot nut van het algemeen’ doceert, brengt de wereld het waarachtig heil; het heil wòrdt de individuele mens gebracht, indien Gods genade doorbreekt in zijn ziel. Het hoogste wat de mens kan doen, is het omhelzen van Christus' godsdienst en zedenleer.

 

Men kan niet zeggen, dat het reveil rechtstreeks brede kringen van ons

[pagina 333]
[p. 333]

volk heeft beïnvloed. Om zijn piëtistische elementen zou het velen geboeid moeten hebben; het piëtisme is vanouds in ons land inheems. Maar dit in ons land inheemse piëtisme werd nu juist niet bepaald gekenmerkt door een grote voorkeur voor de strenge rechtzinnigheid der Dordse vaderen die de reveilmannen beheerste. - Anderen weer wendden zich van het reveil af, juist omdat zij niet bevredigd werden door een piëtisme dat hen min of meer van de wereld vervreemdde.

Desondanks is het, indirect, van enorme betekenis geweest, doordat het een aantal leidende geesten van ons volk greep, die door hun woord en geschrift (Da Costa, De Clercq) en door hun politieke invloed (Groen van Prinsterer) velen beïnvloedden en een eigen geestelijke formatie zoal niet in het leven riepen, dan toch in stand hielden. ‘De fijnen’ en de partij van de kleine luiden hebben een eigen stem in het koor van de sprekende en zingende Nederlanders; zich uitdrukkend in zijn eigen nieuwe tale Kanaäns, heeft deze stem geklonken van Bilderdijk tot Geerten Gossaert.

voetnoot1
Allard Pierson, Oudere Tijdgenooten2, Amsterdam, 1904, 189.
voetnoot2
M.E. Kluit, Het Réveil in Nederland (1817-1854), Amsterdam, 1936, uitgewerkt tot M. Elisabeth Kluit, Het protestantse Réveil in Nederland en Daarbuiten, 1815-1865, Amsterdam, 1970.
voetnoot3
A.M. Brouwer, De oorsprong van het Réveil in Nederland, Stemmen voor Waarheid en Vrede, 1912, 1.
voetnoot4
A. Pierson, Oudere Tijdgenooten, 192.
voetnoot5
De verschillende manieren waarop dit geschiedde, zijn duidelijk getekend door A. Pierson, Oudere Tijdgenooten3, 70-85, 102-119. Over het reveil verder: E. Gewin, In den Réveilkring, Baarn, 1920; B. de Gaay Fortmann, Over den arbeid van den Réveilkring na 1840, Stemmen des Tijds 20, I, 239-309; id., Réveil en Afscheiding, Stemmen des Tijds, 1934, II, 20; J.C. Rullmann, Afscheiding (1834) en Réveil, Stemmen des Tijds, 1934, II, 305.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde (4 delen)