Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Inleiding tot het lezen van zeventiende-eeuws Nederlands (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Inleiding tot het lezen van zeventiende-eeuws Nederlands
Afbeelding van Inleiding tot het lezen van zeventiende-eeuws NederlandsToon afbeelding van titelpagina van Inleiding tot het lezen van zeventiende-eeuws Nederlands

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.44 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Inleiding tot het lezen van zeventiende-eeuws Nederlands

(1978)–L. Koelmans–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

9 De interpretatie

Interpretatie, gebruikt in verband met een tekst, is een veelomvattend begrip. Het woord betekent ‘uitleg’, ‘verklaring’, en is grotendeels synoniem met exegese, een term die evenals hermeneutiek (‘theorie van de exegese’) vooral theologische gebruikswaarde heeft. Als we interpretatie in algemene zin opvatten, vallen bijna al de voorafgaande hoofdstukken er al onder: ze bevatten immers uitleg over spelling, grammatica en woordvoorraad. Uitleg dan, die niet op speciale teksten gericht was. Maar ook wanneer alle taalmoeilijkheden uit de weg zijn geruimd, is de interpretatie lang niet voltooid. De zeventiende eeuw staat ons weliswaar aanmerkelijk nader dan de wereld van het Oude Testament of van de Homerische epen, maar leven en denken van de zeventiende-eeuwers zijn ons toch in vele opzichten zo weinig vertrouwd, dat ons voorstellingsvermogen bij diepgaande lectuur gesteund moet worden door uitgebreide en gevarieerde informatie. Die kan, al naar de tekst het meebrengt, de meest uiteenlopende zaken betreffen, het wonen, de kleding, het ambacht, de omgangsvormen enz., maar ook de opvattingen op het gebied van de staatkunde, de religie, de astronomie, de gezondheidsleer enz. Zelfs wanneer de lectuur zich beperkt tot een specifiek terrein, bijvoorbeeld de literatuur, kan bij de interpretatie zoveel aan de orde komen, dat de terreingrenzen in alle richtingen vervagen, mede doordat de grens tussen het literaire en het niet literaire onscherp is. De cultuurhistorische interpretatie strekt zich, vooral bij de literaire teksten, ook uit tot de stromingen, invloeden en bronnen die inhoud, karakter en gedaante van de tekst mede hebben bepaald. Bij de inleidende tekstcolleges, die op leesvaardigheid gericht zijn, speelt de cultuurhistorische interpretatie een ondergeschikte rol. Van de deelnemers wordt niet verwacht, hoewel het bepaald niet is verboden, dat ze zich oriënteren in de rijke literatuur die over vele aspecten van het zeventiende-eeuwse leven inlicht. Dat mag niet doen voorbijzien, dat het lezen van de oude tek-

[pagina 46]
[p. 46]

sten pas recht profijtelijk wordt, wanneer de aandacht niet beperkt blijft tot de taal, maar zich ook uitstrekt tot de cultuurhistorische inhoud en achtergrond van de teksten. Teksten behoeven interpretatie, maar ze vormen op hun beurt een van de meest directe wegen waarlangs we de cultuur van de Gouden Eeuw kunnen leren kennen. Om die kennismaking zal het de lezer van Zeventiende-eeuws uiteindelijk te doen zijn, naar welk deelterrein (geschiedenis, kunstgeschiedenis, literatuur enz.) zijn belangstelling ook uitgaat. De cultuurhistorische tekstinterpretatie blijft hier verder buiten beschouwing.

Zoals boven te kennen gegeven is, wordt bij het vertalen zelf al telkens geïnterpreteerd. Spelling en grammaticale structuur moeten worden doorzien, wat de beginnende lezer al na korte tijd aardig lukt. Veel groter zijn en blijven de betekenisproblemen, die zich - anders dan die van spelling en grammatica - niet voor systematische instructie lenen. De vertaler kiest per geval voor bepaalde betekenissen en betekenisrelaties, na drie eeuwen vaak een hachelijke zaak, ook wanneer afstand genomen is van de fictie, dat een volstrekt adequate vertaling mogelijk zou zijn. Met het voorbehoud dat in de voorafgaande zin ligt opgesloten, mag gezegd worden, dat de betekenisinterpretatie in de regel tot redelijke, aannemelijke, of ook vaststaande resultaten kan leiden. De collegedeelnemers wennen er geleidelijk aan de eerste indruk te wantrouwen, niet elke op zichzelf aardige inval meteen voor de juiste vertaling te houden, maar systematisch en kritisch de mogelijkheden te overwegen, vaak met steun van het woordenboek. Ze leren tekst met tekst te vergelijken, en detailvertalingen te toetsen aan inhoud en strekking van het geheel. De deelnemers ervaren bovendien, dat aan de interpretatiemogelijkheden grenzen gesteld zijn, grenzen waar ook de docent lang niet altijd overheen stappen kan. Soms is een tekst corrupt, of schoot de auteur te kort in helderheid van denken en verwoorden. Soms laat het woordenboek in de steek, doordat trefwoorden of bepaalde gebruikswijzen niet zijn opgenomen. Heeft elk van twee of meer nauw verbonden woorden verscheidene betekenismogelijkheden, en werkt het tekstverband weinig mee, dan kunnen interpretatie en vertaling dubieus worden. De vertaler kan dan gaan lijken op de man die zich aan eigen haardos uit het moeras wil trekken. Hij tast de reeks vertaalmogelijkheden af om tot een redelijke interpretatie te komen, of probeert een onzekere vertaling toe te buigen naar een interpretatie die hem aantrekkelijk voorkomt. Ook als een oplossing gevonden is die niet onbevredigend lijkt, blijft soms de twijfel knagen, of daarmee nu de bedoeling van de auteur inderdaad gevat is. Behalve de precieze betekenis in een bepaald zinsverband is bij vele woorden ook de gevoelswaarde moeilijk te taxeren. De in deze alinea aangeroerde problemen doen zich in versterkte mate voor bij vertaling en interpretatie van poëtisch-literaire teksten, met hun aparte taalhantering en

[pagina 47]
[p. 47]

literaire vormgeving. Ook daarop gaan we in ons kader verder niet in.

Men kan oude teksten op verschillende niveaus ‘begrijpen’, waarbij elk niveau eigen eisen stelt wat de diepgang van analyse en interpretatie betreft. Een micro-filologische benadering, met uiterst consciëntieuze vertaling, en interpretatie in volle breedte en diepte, is niet altijd nodig voor de resultaten die men met tekststudie beoogt. Toch mag dat niet tot het misverstand leiden, dat vertalen en interpreteren best wat minder intensief aangeleerd zouden kunnen worden dan binnen de neerlandistische opleiding gewoonlijk gebeurt. Dat misverstand komt - vooral onder aanstaande historici - meermalen voort uit de gedachte, dat het om de grote lijnen van de tekstinhoud gaat, en dat de woord-voor-woord-strategie het doel voorbijschiet. Al kan niet ontkend worden dat de lezer in z'n latere beroepscarrière, al naar het studieobject meebrengt, inderdaad soms zo zal lezen, dat doet toch niets af aan de noodzaak van een zorgvuldige vertaal-training. Wie die overslaat loopt immers gevaar, bij het ‘globale’, het niet tot bijzonderheden afdalende lezen op de vreemdste manier mis te tasten. Wie gegevens uit oude teksten op een verantwoorde manier gebruiken wil, staat voor de onontkoombare eis, dat hij de bedoelingen van de oorspronkelijke auteurs volledig tot hun recht laat komen. Dat kan alleen, wanneer de twintigste-eeuwse lezer bereid en in staat is, zonodig ook de kleinste nuances te onderkennen en te verantwoorden. Goed ‘globaal’ lezen kan alleen hij, die ook in staat is het intensief te doen.

De lezer van deze inleiding die, tot hier gevorderd, uit dit hoofdstuk of ook uit het hele boekje de indruk zou overhouden, dat het vertalen en interpreteren maar een moeizaam en vermoeiend gepeuter is, heeft in elk geval niet de interpretatie gekozen die met de bedoelingen van de schrijver strookt. Zonder te overdrijven mag vastgesteld worden dat vele studenten, blijkens hun inbreng op de colleges, de bekoring ondergaan van het aandachtig doordringen tot de diepere bedoelingen van auteurs uit een andere tijd, met een ander leefpatroon, en een ander cultureel klimaat. Het doet een voortdurend beroep op voorstellingsvermogen en vindingrijkheid, op taalgevoel en taalintuïtie, en ontwikkelt het vermogen de ander - in dit geval de verre ander - uit zijn geschreven taal te begrijpen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken