Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

24.
‘Meester droomer.’

Twaalf zoons heeft Jacob. Ruben is zijn oudste. Benjamin de jongste. Ach, toen Benjamin geboren werd, stierf zijn moeder: Rachel, Jacobs meest geliefde vrouw. Benjamins broer, óók een zoon van Rachel, heet Jozef. Hij is vaders lieveling. Geen wonder ook. Van zijn andere zonen heeft Jacob veel verdriet. Vooral van Simeon en Levi. Maar Jozef vreest God. Hij kàn niet meedoen met zijn broeders, als die allerlei slechte dingen doen. En het is niet uit hoogmoed en schijnheiligheid, als hij hun kwaad gerucht tot zijn vader brengt; maar in zijn hart is droefheid over hun slecht gedrag: hij kàn en hij màg dat niet verzwijgen.

Jacob heeft Jozef lief boven al zijn zonen. En hij laat dat ook duidelijk merken. Een veelkleurigen rok, een rijk, sierlijk overkleed, schenkt hij hem. Dàt wekt nòg meer de nijd der anderen op. Ze kunnen op den duur Jozef niet meer vredig toespreken.

Eens droomt Jozef. Later nòg eens. En die droomen verbitteren hen te meer. ‘Meester droomer!’ zoo noemen ze hem voortaan.

Waarom toch? Omdat er in die droomen iets was, dat hen vernederde. Hèn onder Jozef plaatste. In zijn eersten droom komen de schooven der broeders en buigen zich voor de zijne. Als hij hun dat vertelt, roepen ze, vol booze drift: ‘Zult gij dan ganschelijk over ons heerschen?’ Ze hebben de heteekenis dus wel goed begrepen!

En in zijn tweeden droom buigen zich de zon, de maan en elf sterren voor hem neer. Dat gaat zelfs Jacob te ver. Want zijn de elf sterren zijn zonen, dan zijn de zon en de maan Jacob zèlf, als het hoofd van het gezin. En hij bestraft er Jozef om.

In het hart der broeders groeit de háát.

Eens zijn ze met hun kudden lang van huis gebleven. Jacob wordt ongerust. Want hij heeft hèn net zoo goed lief als Jozef. Hij roept Jozef; die moet hen gaan opzoeken en zien, hoe ze het maken.

Dadelijk is Jozef bereid. Hij vertrekt. Maar tevergeefs zoekt hij. Nergens vindt hij zijn broeders. Tot een man hem hun op 't spoor brengt. Bij Dothan moet hij wezen.

Daar bemerkt hij ze. Maar zij hebben ook hèm gezien. Ze stooten elkaar aan. In hun oogen glinstert de haat. Ha! nu zal hij niet ontkomen; die meester droomer! Doodslaan zullen ze hem. En dan in een kuil zijn lijk werpen. ‘We zullen eens zien, wat er dàn van zijn droomen zal worden.’ En hun vader zullen ze voorliegen, dat een boos dier Jozef verscheurd heeft.

Als Jozef argeloos nadert, beantwoorden ze zijn vredigen groet niet.

[pagina 40]
[p. 40]


illustratie
Jozef door zyne broederg verkocht


Ruw rukken ze hem zijn overkleed van 't lijf. Neen, doodslaan zullen ze hem niet. Ruben, die hem later heimelijk wil verlossen, heeft hen overgehaald, hem levend in den kuil te werpen. Zóó doen ze. Geen bede baat. Doof zijn ze voor zijn gekerm. En 't volgend oogenblik ligt Jozef in den kuil, die ledig is. Hij mag nu den hongerdood sterven!

Dan zetten ze zich, alsof er niets gebeurd is, neer en eten! Maar Juda vindt het toch tè erg, dat Jozef doodhongeren zal. Daar nadert een karavaan Midianietische kooplieden. Zullen ze Jozef maar niet als slaaf aan hen verkoopen? stelt Juda voor. Dan kan er toch immers niet gezegd worden, dat ze hem gedood hebben!

Jozef wordt uit den kuil opgetrokken. Over de koopsom zijn ze het spoedig eens. Voor 20 zilverlingen wordt Jozef het eigendom der handelaars. Sterke koorden worden hem om de polsen gesnoerd. En de barre woestijn moet hij door, vastgebonden aan een kameel; wèg, van huis; van vader, die vol onrust hem wacht.....

Ruben is niet bij den verkoop tegenwoordig geweest. Als hij bij den kuil komt, om Jozef te verlossen, is het te laat. Hij is de oudste; wat moet hij straks tot verantwoording zeggen tegen zijn vader?

Hun boosheid weet wel een uitweg. Den veelkleurigen rok dompelen

[pagina 41]
[p. 41]


illustratie
en door de Midianieten weggevoerd


ze in geitenbloed. En dien gescheurden, met bloed doordrenkten rok zenden ze nu aan hun vader.....

Eens had met een geitenbokje Jacob zijn vader Izak bedrogen. Nu doen zijn zonen het hèm!

Ja, hij herkent dien rok wel! O, wat een vlijmende smart! ‘Voorzeker is Jozef verscheurd!’ roept hij, handenwringend, uit.

Hij scheurt zijn kleederen! Hij legt een zak, een grof touwkleed, om zijn lenden. En vele, vele dagen beweent hij zijn Jozef!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken