Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

92.
Veilig in gods hoede.

In het dal Dura zal een groot feest gevierd worden. Duizenden menschen zijn daar verzameld. En wel de voornaamsten uit geheel het rijk van Babel. Zelfs de koning Nebucadnezar is tegenwoordig. In het midden van het dal is een groot gouden beeld opgericht. Dit beeld wil Nebucadnezar aangebeden hebben. Ieder moet er voor knielen: 't is thans het feest der inwijding van dit beeld, dat de koning heeft laten maken.

Hoor: trompetgeschal! Een heraut roept, zóó, dat allen het hooren kunnen: Ieder moet knielen, ja, neervallen voor dit gouden beeld, zoodra zich de muziek laat hooren. En wie niet neervalt en aanbidt, hij zal geworpen worden in den oven des brandenden vuurs!

Elk heeft het verstaan: knielen òf sterven!

Daar geeft Nebucadnezar een teeken: de muziek begint; hoor, een geluid van allerlei instrumenten, een geluid van veelstemmig gezang! En zooals de halmen buigen als de wind er over heen strijkt, zoo buigen en bukken de duizenden op Nebucadnezars wenk en ze aanbidden het gouden beeld. Allen? Neen, zie ... daar! drie mannen blijven stoer en recht staan; hun knie buigt zich niet, hun hart aanbidt het beeld niet. Hoe? Zouden ze een beeld eer bewijzen, dat een zinnebeeld wil zijn van de macht der wereld, die den God des hemels tart? Zouden ze buigen voor een afgod? Is het niet Gods bevel, dat boven Nebucadnezars gebod uitgaat: Gij zult u voor die niet buigen, nòch hen dienen! Neen, Sadrach, Mesach en Abednego trotseeren het gebod van den koning, trotseeren den vuurpoel: zij blijven hun God getrouw!

Haastig begeven hun vijanden zich naar Nebucadnezar. Dàt moet de koning weten. En deze Joden, die ze zoo haten, nog feller haten omdat ze zoo door den koning begunstigd zijn, zullen hun daad met den dood boeten.

Voor den koning worden ze geleid. Hij briescht van woede. Maar hij wil hun toch nog de gelegenheid geven, hun verzuim te herstellen. Knielen zùllen ze, of... de oven zal hen verslinden. Wie zou u, zoo spreekt hij, uit mijn hand kunnen verlossen? uw God? Dwazen zijt ge, als ge daarop vertrouwt!

Maar zonder aarzelen klinkt hun antwoord: Voor God alleen, en voor geen beeld knielen wij. Ons vertrouwen is op God; Hij is machtig te verlossen. En verlost Hij ons niet, welnu, tòch blijven wij Hèm getrouw; nooit bukken wij voor uw beeld!

[pagina 183]
[p. 183]

Vol grimmigheid geeft Nebucadnezar bevel, den oven nog zevenmaal heeter te stoken. Sadrach, Mesach en Abednego worden gebonden, naar den ingang van den oven gedragen en er in geworpen. De vreeselijke vuurgloed zal hen verzwelgen. Zie slechts, hoe de mannen, die hen er in wierpen, alleen door de vonken in brand gestoken worden, en een smartelijken dood sterven.

Nu is Nebucadnezars woede gekoeld; wie zou zijn wil kunnen weerstreven? Maar ... wat is dat? Ontzet staart hij in het vuur. Dáár, te midden der vlammen, te midden van den loeienden vuurstorm, wandelen, rustig, kalm, drie ...? neen, vier mannen rond. En die vierde ... welk een gestalte vol majesteit! Ontzag vervult het hart des konings. Er is er Eén, meerder en machtiger dan hij! En dichter den oven naderend, roept hij het uit: ‘Gij Sadrach, Mesach en Abednego, gij knechten des Allerhoogsten Gods, gaat uit en komt hier!’

Vol kalme waardigheid treden de drie mannen den oven uit. O neen, ze haasten zich niet. Ze zijn in den oven even veilig als er buiten. Het vuur kan hen niet beschadigen; Gods Engel heeft hen bewaard. Slechts de koorden, waarmee ze waren gebonden, vielen af. Maar verder, zelfs geen brandlucht is aan hen waar te nemen.

Nebucadnezar en zijn rijksgrooten zien het en ontzetten zich. Israëls God, Hij alleen, is de Allerhoogste! Niemand wage het, dien God te lasteren: de straf des doods wacht hem, zóó luidt des konings bevel.

Maar ... zèlf buigt hij niet in waarheid en oprechtheid voor dien God, wiens macht Hij vreest.

Sadrach, Mesach en Abednego komen tot hooge eer en groot aanzien. Maar het heerlijkst was hun de gunst des Heeren, wiens machtige hand hen had beschermd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken