Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

33.
De barmhartige samaritaan.

‘Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te beërven?’

Een wetgeleerde vraagt het aan den Heiland. Een wetgeleerde? Kent hij dan de wet niet? Weet hij niet, wat God heeft geboden?

Ja, hij weet het wel. Toch vraagt hij het aan den Heere Jezus. Maar hij vraagt het niet met een eerlijk hart. Hij wil den Heiland verzoeken, hij wil eens hooren, of Jezus ook de wet wil houden; of Hij soms iets zeggen zal tégen de wet.

‘Wat is in de wet geschreven?’ vraagt de Heere hem.

Nu mag hij zichzelf antwoorden. Hoor: ‘Gij zult den Heere, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand; en uw naaste als u zelven.’

‘Gij hebt recht geantwoord,’ spreekt de Heiland. ‘Doe dat en gij zult leven!’

Daar staat de wetgeleerde beschaamd voor allen, die er bij tegenwoordig zijn. Neen, hij wil niet erkennen, dat Jezus hem in zijn eigen woorden heeft gevangen. En daarom antwoordt hij: Mijn naaste liefhebben, goed; maar... wie is mijn naaste?

Luister, zegt de Heere. En Hij verhaalde de volgende gelijkenis:

Op den eenzamen weg van Jeruzalem naar Jericho reisde eens een man. Struikroovers loerden op hem. Plotseling sprongen ze op den argeloozen reiziger toe, grepen hem, ontnamen hem alles, wat hij bezat. Zelfs zijn kleederen rukten ze hem van 't lijf. Daarenboven sloegen en mishandelden ze hem zóó erg, dat hij meer dood dan levend op den weg bleef liggen. De moordenaars vluchtten weg en lieten hem aan zijn lot over.

Daar lag de ongelukkige, bloedend uit talrijke wonden. Als er niet spoedig hulp opdaagde, moest hij hier eenzaam en verlaten sterven!

Gelukkig, daar naderde iemand. 't Was een priester. Spoedde hij zich

[pagina 261]
[p. 261]


illustratie
‘Ga heen, wasch u in het badwater Silóam.’


[pagina 263]
[p. 263]

niet naar den ellendige, om hem barmhartigheid te bewijzen? Hij, de dienstknecht Gods?

Hij zag den man; maar... ging voorbij. Wat ging hem die ongelukkige aan!

Daar naderde opnieuw iemand. 't Was een leviet. Hielp hij den gewonde? Hij, die dagelijks verkeerde in Gods huis, en de wet zoo goed kende?

Hij zag den man; maar... ging voorbij. Wat ging hèm die ongelukkige aan!

Daar naderde nogmaals iemand. Ach, van dézen heeft de ellendige zéker geen hulp te wachten. 't Is een Samaritaan! En hoe groot is de vijandschap tusschen Joden en Samaritanen! Ach, arme man, laat nù alle hoop maar varen. Déze gaat u zeker voorbij ....

Hij ziet den man; maar ... gaat niet voorbij. Hij vraagt niet, of het een vriend, dan wel een vijand is, die daar ligt. 't Is een ongelukkige, die hulp noodig heeft. Dat is hem genoeg. Met ontferming bewogen, bukt hij zich over hem neer; verbindt zijn wonden; tilt hem voorzichtig op zijn rijdier; en, hem behoedzaam ondersteunende, leidt hij hem naar de naastbije herberg. Daar brengt hij hem te bed. Hij verzorgt hem. Hij waakt dien nacht bij hem. En als hij den anderen morgen verder moet, zegt hij tot den waard: ‘Hier is geld; zorg voor den gewonde; ik zal alles betalen; komt ge te kort, dan hebt ge 't mij maar te zeggen, als ik terugkom; ik zal u alles wedergeven!’

Zoo deed geen priester, geen leviet; zóó deed een Samaritaan.

Welnu, vraagt Jezus aan den wetgeleerde: ‘Wie van deze drie was naar uw meening de naaste van den man, die onder de moordenaars was gevallen?

En nu moèt hij antwoorden. Dat het een Samaritaan was, wil hem niet over de lippen. Daarom antwoordt hij: ‘Die barmhartigheid aan hem gedaan heeft.’

‘Ga heen,’ spreekt Jezus, ‘en doe gij desgelijks!’ Bewijs barmhartigheid, wees niet liefdeloos; denk niet: 't is genoeg, als ik de wet ken. Doe ze ook!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken