Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

40.
Liefde en haat.

Nog twee dagen, dan is het Pascha. ‘Dan zal Ik,’ zegt de Heiland tot Zijn discipelen, ‘overgeleverd worden, om gekruisigd te worden!’

't Leek wel, of zij den Heere niet begrepen. Hij, gekruisigd worden? Heel àndere gedachten koesterden ze. Verhoogd zou Hij worden. Als Koning regeeren. En zij, Zijn eerste dienaren, deelend in Zijn glorie.

Maar één was er, die Jezus verstond. 't Was de stille Maria, van Bethanië. Hoe dikwijls had ze gezeten aan Zijn voeten. Hoe had zij Zijn woorden ingedronken. Zij wist het: Jezus zou sterven!

Haar Heiland sterven! Overgeleverd in de handen der vijanden. En zij? Neen, dan zou zij er niet kunnen zijn, om hem haar liefde te toonen. Hoè het alles gaan zou, neen, ze wist het niet. Maar nù, nù kan ze Hem toch nog haar liefde toonen. Nu kan ze het nog.

En ze gaat heen en koopt een albasten flesch met zeer kostelijke nardus: driehonderd penningen is de prijs. 't Is haar niet te duur: àlles heeft ze over

[pagina 278]
[p. 278]

voor haar Meester. Die zalf zal ze over Hem uitgieten, en zóó Hem haar liefde en hulde betuigen.

In het huis van Simon, den melaatsche, eens door den Heiland genezen, zit Jezus aan den disch. Ook Zijn discipelen zijn daar. Ook Lazarus bevindt er zich.

Daar vertoont zich opeens Maria.

In haar hand draagt zij de flesch. Recht op Jezus gaat ze af. En dan, neen, dan druppelt ze de kostbare zalf niet over Hem uit, dan breekt ze den hals der flesch en de volle stroom nardus vloeit over Zijn hoofd en over gansch Zijn lichaam. Dan knielt ze neder aan Zijn voeten en, het haar losmakend, droogt ze Zijn voeten. Ze wil Jezus àlles geven; ze wil Jezus' nederigste dienstmaagd zijn.

Heel het vertrek wordt vervuld met den geur der zalf.

Maar ... grimmige oogen kijken haar aan. Maar ... booze woorden worden haar toegesproken. Judas is het. Hij eerst. ‘Welk een verlies!’ roept hij uit. ‘Driehonderd penningen ... weggegooid! Had Maria die zalf verkocht en mij het geld gegeven, om er armen mee wel te doen!’

En de andere discipelen stemmen met hem in. Ze begrijpen niet, waaròm Judas zoo spreekt. Ze weten niet, dat hij, die de beurs draagt, hun penningmeester, tegelijk een dief is, die zich niet ontziet, zich het geld der armen toe te eigenen.

Arme Maria! Ze vergrimmen tegen haar.

Wees gerust. Jezus kiest haar partij. Hij bestraft haar niet. Hij prijst haar. ‘Waarom doet gij haar moeite aan? Een goed werk deed ze. Wilt gij de armen weldoen, gij hebt ze altijd bij u. Mij niet. Want ze heeft het gedaan tot een voorbereiding van Mijn begrafenis!’

Maria gaat heen, verheugd. Jezus heeft haar offer aangenomen. Jezus heeft haar niet verstooten!

Maar de valsche Judas voelt, dat Jezus hèm doorziet. En de haat tegen den Heiland ontwaakt in zijn hart.

‘Toen voer de Satan in hem!’

Hij zal zich wreken. Hìj zal Jezus overleveren in de handen der vijanden.

Regelrecht gaat hij naar de overpriesters.

‘Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren!’

Ze zien elkaar aan. Dat hadden ze niet kunnen denken. Welk een bondgenoot! Groote blijdschap vervult hun hart.

‘En zij hebben hem toegelegd dertig zilveren penningen.’

Van nu af zoekt Judas gelegenheid, om zijn Meester in de handen der vijanden te spelen.

[pagina 279]
[p. 279]

Zoo zal hij zich wreken.

En een zoet loon zal hij er mee verdienen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken