Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

41.
Hosanna, den zone Davids!

't Is de tiende van de maand Nisan.

Over acht dagen zal het Paaschfeest in Jeruzalem gevierd worden. Ieder in Jeruzalem heeft een lam uitgezocht en zondert het nu af van de andere schapen. Met het feest zal het gegeten worden.

Weten nu allen wel, dat dit lam niets anders is dan een zinnebeeld van het ware Lam; van den Messias? Denken ze er wel aan? Verlangen ze er wel naar?

Ach, zoo weinigen! Bijna niemand. En al denken ze er misschien aan, toch gelooven ze niet, dat Jezus het Lam is, dat de zonde wegneemt.

En toch is het zoo.

Jezus is het ware Paaschlam. En Hij komt naar Jeruzalem, om als een lam ter slachting te worden geleid.

Hij is het Lam!

Maar Hij is ook de Koning!

Zie, daar zit Hij op een ezelin. Zijn discipelen en een zeer groote schare omringen Hem. Eenigen klimmen in de boomen, ter zijde van den weg; ze snijden dunne takjes met bladeren af en spreiden die dan over het pad, waarover de Heere Jezus rijdt. Anderen werpen hun opperkleed voor hem neer. Zoo is de weg bedekt met kleederen en groen. Hoor, hoe alles juicht: Hosanna, den Zoon van David. Gezegend is Hij, die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen!’

Nu keert het koninkrijk weer van David; nu zal Israël weer vrij worden van zijn vijanden; nu komen de oude dagen terug van glorie en van eer! Zóó denken ze. En hun gejuich vervult de lucht. En hun jubel schalt voort.

Zèlf heeft de Heere twee van Zijn discipelen de ezelin doen halen. En vrijwillig hadden de eigenaars ze afgestaan.

En toen hadden de discipelen hun Meester er op geplaatst. Nu zou Hij Koning zijn!

En onophoudelijk klinken de hosanna's. De geestdrift stijgt al hooger. Door duizenden omstuwd, nadert de Heiland Jeruzalem.

Op een hoogte gekomen, houdt Jezus een oogenblik stil. Daar vóór Hem ligt de stad. Hoe trotsch verheffen zich de muren, de torens! Hoe heerlijk praalt daar in de schittering der zon de tempel!

Jezus weent! Waarom? Om de smart, die Jeruzalem Hem zal aandoen? Omdat Hij straks die poorten zal uittreden, gebukt onder den kruispaal?

[pagina 280]
[p. 280]

Niet om zichzelf weent Hij. Hij weent omdat Hij weet, welk lot Jeruzalem wacht. Die schoone stad zal eens in vlammen opgaan; verbroken worden dan de muren en poorten; en de heerlijke tempel wordt een prooi van 't vuur. En 't zwaard zal woeden in die straten, en het zal dooden man en vrouw en kind, zonder mededoogen! Dat alles komt straks over Jeruzalem, omdat het Hèm, den Christus, verwerpt!

Dáárom weent de Heiland. ‘Och, mocht gij nù nog bekennen, wat tot uw vrede dient!’ spreekt Hij.

Maar bijna niemand let op Jezus' weenen. Voort, voort! Naar Jeruzalem! En zie, uit de poort komen nieuwe scharen hen tegemoet en ze voegen zich bij de anderen, en ze jubelen mee: Hosanna! Hosanna!

Vol ergernis zien het de Farizeën en de oversten aan.

Hij, dien zij den dood gezworen hebben, doet als een Koning Zijn intocht in de stad. ‘Laat dat volk zwijgen!’ bijten ze Jezus toe.

Zwijgen? ‘Ik zeg u,’ spreekt de Heere, ‘indien dezen zwegen, de steenen zouden haast spreken!’ Zou dan de profetie niet vervuld worden van Zacharia: ‘Juich, gij dochter Jeruzalems!’ (Zach. 9:9).

Den anderen dag reinigt Hij opnieuw den tempel: koopers en verkoopers drijft Hij uit het huis Zijns Vaders. Niemand durft Hem weerstaan. En de kinderen loopen zingend het voorhof en de zalen door en ze herhalen, wat ze gisteren gehoord hebben: ‘Hosanna! den Zoon van David! Hosanna!’

Ten spijt van de vijanden zingen ook kinderen Zijn lof. Neen, Hij bestraft ze niet. Ze mògen zingen van Hem; ook uit hùn monden wil de Heere zich lof bereiden!

Hosanna! Hosanna!

En toch weet Jezus, dat binnen enkele dagen de straten van Jeruzalem zullen weergalmen van een anderen kreet; den schrikkelijken kreet: ‘Kruis Hem!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken