Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Avonturen met Anansie de spin (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Avonturen met Anansie de spin
Afbeelding van Avonturen met Anansie de spinToon afbeelding van titelpagina van Avonturen met Anansie de spin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.19 MB)

Scans (44.70 MB)

ebook (7.78 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rumy Luider-Jeleva



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)
verhalen
dierenverhaal/-epos


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Avonturen met Anansie de spin

(1982)–J. Koopman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]
Een herinnering aan Oma Alie
[pagina 4]
[p. 4]


illustratie

[pagina 5]
[p. 5]

Anansie en het jarige meisje

Oma was de slaapkamer aan het opruimen. Opeens gilde ze: ‘Kom eens even hier, vlug’.

Opa rende naar de slaapkamer en oma zei:

‘Kijk eens in de kast, op je witte overhemd’.

Daar zat een grote zwarte spin. Met zijn acht lange benen zat hij stevig op het overhemd. Hij keek opa met boze ogen aan. ‘Je moet hem in de tuin gooien’, zei oma, ‘ik houd niet van spinnen’.

Opa probeerde de spin te vangen. Dat lukte niet erg goed. Opeens hoorde hij een stemmetje:

‘Wil je me dood maken?’

‘Natuurlijk niet’, zei opa, ‘ik vind spinnen erg slim. Ze maken een web om vliegen en muggen te vangen. Daarom vind ik spinnen aardig’.

‘Meen je dat echt?’, vroeg de spin.

‘Ja heus’, zei opa, ‘dat meen ik echt’.

‘Wat wil je dan met me doen?’

‘Ik wil je in de tuin zetten’, zei opa, ‘je hoeft toch niet op mijn overhemd te zitten? Straks wil ik het aantrekken en dan zit je in mijn hals’.

‘Ik wil hier zitten wachten tot het donker is’, zei de spin, ‘vanavond ga ik op reis’.

‘Op reis?’, vroeg opa, ‘wat voor een spin ben jij? Je kunt praten en je gaat op reis. Ben je een toverspin?’

‘Nee, ik ben geen toverspin, ik ben Anansie’.

En toen opa niets zei, vroeg de spin: ‘Heb je nooit van Anansie gehoord’?

‘Ik heb nog nooit van Anansie gehoord’, zei opa.

‘Dan woon je zeker nog niet lang in Afrika’, zei Anansie.

[pagina 6]
[p. 6]

‘Dat is ook zo’, zei opa, ‘we wonen hier pas een maand’. ‘In Afrika weet iedereen wie Anansie is’, zei de spin trots. ‘Soms ben ik een spin en soms ben ik een man. Ik ben heel slim en ik weet altijd raad’.

‘Weten de kinderen in Afrika ook wie je bent?’, vroeg opa. ‘Ja’, zei Anansie, ‘want grootvaders vertellen mijn avonturen aan de kinderen’. Toen vroeg Anansie opeens: ‘Heb jij ook kinderen?’

‘Ik heb grote kinderen’, zei opa, ‘en die kinderen hebben zelf ook kinderen’.

‘Vertel jij die kinderen wel eens verhalen?’, vroeg Anansie. ‘Dat kan niet’, zei opa, ‘want die kinderen wonen hier ver vandaan, die wonen niet in Afrika’.

‘Maar je kunt ze toch schrijven?’, zei Anansie.

‘Ja’, zei opa en er kwam een rimpel in zijn voorhoofd, ‘maar ik weet niet altijd een verhaal’.

‘Dan zal ik je wel helpen, zolang je in Afrika woont’, zei Anansie.

‘Wil je me nu een verhaaltje vertellen?’, vroeg opa.

‘Nee, niet nu’, zei Anansie, ‘ik moet straks al op reis’.

‘Waarom moet je op reis?’

‘Ik heb twee meisjes thuis en twee jongens’, zei Anansie, ‘en morgen is het kleinste meisje jarig. Daarom moet ik naar huis’.

‘Weten jouw kinderen dat je soms een spin bent en soms een man?’, vroeg opa.

‘Nee’, zei Anansie, ‘dat weten ze niet’.

‘En hun moeder ook niet?’

‘Nee, hun moeder ook niet. Dat is mijn geheim’.

‘Maar hoe ga je naar huis? Hoe word je weer een man?’

Anansie antwoordde: ‘Kom vanavond maar in de tuin, bij het

[pagina 7]
[p. 7]

vogelbadje. De maan is vanavond heel groot, dan zul je het wel zien’.

Toen het donker was ging opa naar de tuin. De vogeltjes sliepen al. Op de rand van het vogelbadje zat Anansie. De maan scheen helder. Je kon alles goed zien. Toen kwam er opeens een grote, donkere wolk aan. Opa hoorde Anansie zeggen:



illustratie

 
Mannetie, mannetje in de maan,
 
het is tijd om naar huis te gaan.
 
Morgen hebben we een groot feest.
 
Ik ben nog nooit te laat geweest.
 
Gebruik vannacht je tovermacht.
 
Grote maan laat me gaan.

Toen schoof de grote, donkere wolk voor de maan. Het werd pikdonker. Opa hoorde Anansie nog lachen. Toen de maan weer tevoorschijn kwam was Anansie verdwenen.

Oma riep: ‘Wat doe je toch in die donkere tuin?’

‘Ik stond naar de maan te kijken, zei opa, en toen heb ik een verhaal bedacht voor de kinderen. Als ik het opgeschreven heb, mag je het lezen’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken