Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cursus zestiende- en zeventiende- eeuws Nederlands (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cursus zestiende- en zeventiende- eeuws Nederlands
Afbeelding van Cursus zestiende- en zeventiende- eeuws NederlandsToon afbeelding van titelpagina van Cursus zestiende- en zeventiende- eeuws Nederlands

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.76 MB)

XML (0.58 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cursus zestiende- en zeventiende- eeuws Nederlands

(1987)–A. de Korne, T. Rinkel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 86]
[p. 86]

7. Stijlbijzonderheden

7.1. Tautologie

Tautologie is de benaming voor een stijlfiguur waarbij een bepaald begrip twee keer wordt uitgedrukt. Dit verschijnsel kan zich voordoen bij verschillende woordsoorten, zoals twee zelfstandig naamwoorden, twee werkwoorden of twee bijwoorden. We kennen dit gebruik nog steeds. Een andere naam ervoor is epische variatie.

We proberen voor onze vertaling steeds twee synoniemen te vinden. Wanneer dat niet goed lukt, kunnen we de tautologie weergeven in de vorm van één begrip. Daarachter plaatsen we dan tussen teksthaken de aanduiding ‘2 ×’ om aan te geven dat het verschijnsel wel onderkend is.

 

Voorbeelden van een tautologie:

1. het Groen ende Warmoes (2, 25/6)
‘groente [2 ×]’
2. achtervolcht en̄ onderhoudē (26, 1)
‘opgevolgd en nageleefd’
3. vrij ende onverhindert (24, 40)
‘ongehinderd [2 ×]’

7.2. Presens historicum

Wanneer in verhalend proza dat in de onvoltooid verleden tijd gesteld is, plotseling de onvoltooid tegenwoordige tijd, het presens, gebruikt wordt, spreken we van een presens historicum. Deze afwisseling in de werkwoordstijden wordt in het algemeen toegepast om het verhaal te verlevendigen.

Bij de vertaling moeten we erop letten dat onze weergave van de werkwoordstijden een consistent geheel vormt. Het presens historicum wordt in de vertaling bij voorkeur omgezet in de onvoltooid verleden tijd.

 

Een voorbeeld van een presens historicum:

Een ouwt wyfken [...] begost 'er teeghens aan te kribben, en den jongens asch, en vuilnis, naa 't hooft te werpen [...]. De Markgraaf, Schout der Stadt [...] en de Majestraat [...] worden verkundschapt van 't ongemak, en maaken zich derwaarts [...]. Ook verschooyd' er een groot deel, op hunne vermaaning. (18, 3/12)
‘Een oud vrouwtje [...] begon zich ertegen te verzetten en de jongens as en vuilnis naar hun hoofd te gooien [...]. De markies, de schout van de stad [...] en de stedelijke overheid [...] werden op de hoogte gebracht van de onrust en gingen daarheen [...]. Inderdaad verspreidde zich een groot aantal mensen door hun waarschuwing.’

Het verhaal wordt in de onvoltooid verleden tijd verteld. Het gebruik van de twee presensvormen in dit voorbeeld dient om de vertelling te verlevendigen.

[pagina 87]
[p. 87]

7.3. Ellips

Wanneer in een zin een zinsdeel, en met name de persoonsvorm, ontbreekt, moeten we altijd nagaan of we met een (al dan niet overspannen) samentrekking te maken hebben of met een ellips. Als we het ontbrekende zinsdeel niet vanuit de context kunnen aanvullen, is er sprake van een ellips.

Omdat we in het twintigste-eeuws nog steeds ellipsen kennen, levert de vertaling van dit verschijnsel geen problemen op.

 

Voorbeelden van een ellips:

1.
hy stiet en wierp al om verre waer hy by ende ontrent quam, ende dit Kint eyudelijck siende, noch in sijn dolligheyt ghedachtigh wesende de weldaden van dit Kints Moeder, 't welck hy noch kende, nam het sachtelijck met sijn Snuyt van de Aerde, ende leyde het op een Leuyffen daer ontrent ghemackelijck neder, sonder eenigh leedt te doen, en daer mede wederom in sijn rasernye voort-varende. Dus verre Linschoten. (2, 31/7)
‘Hij stootte en gooide alles omver waar hij in de buurt kwam en toen hij dit kind tenslotte zag, maar zich toch in zijn razernij de weldaden herinnerde van de moeder van dit kind dat hij toch herkende, nam hij het zachtjes met zijn slurf van de grond en legde het op een afdak daar in de buurt geriefelijk neer zonder het pijn te doen en ging vervolgens weer in zijn krankzinnigheid verder. Tot zover het verhaal van Linschoten.’
In de zin Dus verre Linschoten ontbreekt de persoonsvorm. Deze kan niet vanuit de context aangevuld worden: daarom hebben we hier te maken met een ellips. Het is overigens niet nodig in de vertaling een persoonsvorm op te nemen.
2.
Markgraaf en Majestraat, op deezen roep, begeeven zich weeder derwaarts: maar schrikkende van den ontallyken toeloop, en 't gedruis, dat ter kerke uitklonk, dachten genoegh te doen te vinden, aan 't verzeekeren van 't stadthuis, dat niet ongedreight bleef. 'T gespuis, terwyl, zynde alle reede, ontzigh, en achterzorgh oovergekoomen, met bylen, haamers, houweelen, in de vuyst, aan blutsen, breeken, en plonderen. (18, 33/9)
‘De markies en de stedelijke overheid begaven zich door dit lawaai weer daarheen, maar ze dachten genoeg te doen te vinden aan het veilig stellen van het stadhuis dat niet onbedreigd bleef, doordat ze schrokken van de herrie die uit de kerk kwam. Het tuig dat elk gevoel van redelijkheid, ontzag en vrees voor de consequenties verloren had, ging intussen met bijlen, hamers en houwelen in de vuist aan het beschadigen, breken en plunderen.’
In de zin 'T gespuis ... plonderen ontbreekt de persoonsvorm. Deze kunnen we niet aan de context ontlenen. Er is hier dus geen sprake van een samentrekking, maar van een ellips.
[pagina 88]
[p. 88]

7.4. Anakoloet

Wanneer een zin op een andere wijze worde afgemaakt dan hij begonnen is, spreken we van een anakoloet. Naar ons huidige taalgevoel is er dan sprake van een ongrammaticale zin.

Als we vertalen, moeten we ervoor zorgen dat er een grammaticale zin ontstaat. We moeten dan vaak kiezen voor een van de constructies die in de betreffende zin voorkomen.

 

Voorbeelden van een anakoloet:

1.
Dan 't is seer quaet, syn gewoonlijcke maniere van leven in den ouderdom te veranderen. Het welck als de Paus Clemens de sevende bestont door raet van synen Medecijn Curtius, quam daer over te sterven, ghelijck Sleidanus betuyght in syn S. Boeck. (15, 25/8)
‘Maar het is heel slecht om je gewone manier van leven op hoge leeftijd te veranderen. Toen Paus Clemens VII dit ondernam op advies van zijn arts Curtius, stierf hij daardoor, zoals Sleidanus verhaalt in zijn achtste boek.’
In het gedeelte Het welck ... Curtius lopen twee zinsconstructies door elkaar heen. Aan de ene kant is er sprake van een relatieve aansluiting, aan de andere kant van een bijwoordelijke bijzin van tijd die ingeleid wordt door het voegwoord als. In de vertaling hebben we gekozen voor de bijwoordelijke bijzin, waarbij we het lijdend voorwerp binnen die bijzin (‘dit’) ontleend hebben aan het betrekkelijk voornaamwoord Het welck.
2.
En̄ ten eynde 'tselve te beter mach werden achtervolcht en̄ onderhoudë / Uerbieden wy alle Boeck-druckers binnen de voorsz Uereenighde Nederlandē / voortaen yet te drucken / ofte in druck uyt te laten gaen / ten zy ht 'tselve eerst by de Gecommitteerde Radē / ofte Ghedeputeerde Staten vande respective Provintien / ofte den ghenen die inde respective Steden daer toe specialijcken sullen gheauthoriseert zijn / verthoont / gevisiteert / en̄ toegelatē sal zijn / sonder dat nae de selve toelatinge daer yet toe oft afgedaen sal mogen werden. (26, 1/8)
‘En opdat dit des te beter zal worden opgevolgd en nageleefd, verbieden wij aan alle boekdrukkers binnen de eerdergenoemde Verenigde Nederlanden voortaan iets te drukken of in druk te laten verspreiden, tenzij dat eerst door de Gecommitteerde Raden of door de Gedeputeerde Staten van de verschillende provincies of door diegenen die in de verschillende steden daartoe speciaal gemachtigd zijn, gezien, onderzocht en toegestaan zat zijn, terwijl na die toestemming niets daaraan zal mogen worden toegevoegd of daaruit zal mogen worden verwijderd.’
In de bijzin ten zy ... zijn lopen een actieve en een passieve zinsconstructie dooreen. Mogelijk is dat veroorzaakt door het voorzetsel by dat zowel ‘aan’ als ‘door’ kan betekenen. In de vertaling vinden we de passieve zinsconstructie terug. Het lijdend voorwerp 'tselve is onderwerp geworden en het oorspronkelijke onderwerp hy is weggelaten. De werkwoordsvorm verthoont die in de actieve zin bedoeld was als ‘getoond’, is in de passieve zin vertaald met ‘gezien’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken