Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Familiearchief (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Familiearchief
Afbeelding van FamiliearchiefToon afbeelding van titelpagina van Familiearchief

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.78 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/biografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Familiearchief

(1998)–E.H. Kossmann–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

13 De jaren vijftig in de geschiedschrijving

Om vat op het verleden te krijgen moeten we het in perioden indelen. We zijn ons er overigens van bewust dat onze ordening meestal niet meer is dan een kunstgreep. Natuurlijk, voor de landen die ze meemaakten, vormen de twee wereldoorlogen van onze eeuw cesuren waarvan de harde realiteit scherp zichtbaar is. Maar lang niet alle oorlogen hebben dat karakter. In de Nederlandse geschiedenis kunnen Opstand, Tachtigjarige Oorlog, Twaalfjarig Bestand, Vrede van Munster dienen als middelen om ons verhaal te articuleren. De Engelse Zeeoorlogen, de Spaanse en de Oostenrijkse Successieoorlogen, de oorlogen in Scandinavië en Oost-Indië zijn echter beslist onbruikbaar voor dat doel. We zoeken dus ander materiaal van politieke, economische of culturele aard (stadhouderlijk, stadhouderloos, patriotten, bloei, verval, enzovoort) dat houvast geeft. Vaak lijkt het bijna onmogelijk iets bevredigends te vinden. De Nederlandse achttiende eeuw is ondanks de zorg waarmee ze op het ogenblik wordt bestudeerd, nog steeds niet voldoende geprepareerd voor de operatie die elke geleding van ons overzicht in hoofdstukken nu eenmaal is. Pas van de jaren 1780 af ziet de chirurg duidelijker waar zijn mes snijden moet. De cesuren buitelen, om het zo te zeggen, over elkaar. Hoe gaat het na 1848? We plegen ons aan de grondwetsherzieningen vast te klampen, maar na de instelling van de parlementaire democratie in 1917 heeft dat geen zin meer. In de twintigste eeuw drukken de fundamentele veranderingen die de staat

[pagina 125]
[p. 125]

onderging, zich niet langer in constitutionele teksten uit. We hebben ze voor onze indelingen ook niet nodig: tot 1945 toe hebben we ruim voldoende aan oorlogen en interbellum.

Na 1945 loopt het mis. Dat de Nederlandse samenleving in de laatste halve eeuw sterk is veranderd, zal niemand ontkennen, maar waar men de cesuren moet plaatsen is bepaald niet evident. In de late jaren zestig en de jaren zeventig leek het de hervormers van toen dat zij de grote breuk met het verleden aan het bewerken waren en zodoende een nieuw hoofdstuk openden. Zij schiepen het beeld van een in de jaren veertig en vijftig traditioneel gebleven, in verzuiling en kleinburgerlijkheid verstard Nederland, dat dankzij hen begon het juk af te werpen en de kerken te verlaten. Zo werden de jaren vijftig in de ogen van de jeugd die toen opgroeide, een periode van saaie, kleingeestige, angstige discipline, doorleefd in huiskamers vol theelichtjes en geraniums en spruitjes. Het is interessant dat deze voorstelling decenniënlang in stand is kunnen blijven en pas nu door serieuze historici ter discussie wordt gesteld. In 1997 keerden Doeko Bosscher en J.C.H. Blom zich in principiële artikelen ( bmgn , p. 209-225 en 517-528) tegen deze karikatuur. En daarmee elimineerden zij op deskundige wijze het enige patroon dat in onze laatste halve eeuw tot nu toe werd ontdekt.

Ik ben nooit een rebel geweest. Ik heb me ook nooit een verdwaalde in de eigen tijd gevoeld. Ik heb altijd gemeend dat ik keurig paste in de wereld waarin ik leefde. Zolang de door Bosscher en Blom bestreden visie op ons jongste verleden in onze collectieve waarneming nog heerste, verlustigde ik mij echter in de originaliteit van mijn eigen bestaan, dat ik graag ervoer als daar totaal mee strijdig. Toen ik omstreeks 1980 in de laatste hoofdstukken van mijn De Lage Landen. 1780-1980 (Amsterdam 1986) de jaren vijftig en zestig behandelde, had ik de interessante sensatie een samenleving te beschrijven waarvan ik het ritme en de ontwikkeling niet had meebeleefd. Met de verzuiling had ik nooit iets te maken gehad en de afbraak ervan liet mij persoonlijk totaal onverschillig. Mijn jaren vijftig begonnen in Parijs en ein-

[pagina 126]
[p. 126]

digden in Londen. Het decennium vormt een van de levendigste perioden uit mijn bestaan. Ik publiceerde twee boeken en diverse artikelen, veranderde herhaaldelijk mijn woonplaats, mijn thema's en de taal waarin ik mij uitdrukte. Ik trouwde in 1950; in 1954 promoveerde ik; in 1955 promoveerde mijn vrouw. In 1957 werd ik in Londen benoemd. Wij kregen kinderen, we schreven elk apart en soms samen artikelen in het Frans en het Nederlands. Nooit heb ik intensiever gewerkt en met groter overtuiging gedacht aardige dingen te ontdekken of te verzinnen dan toen. Dat ik in het buitenland woonde, stimuleerde mij. Maarecht en solide gevestigd waren wij in Londen niet, en dat in zekere zin vrijblijvende karakter van mijn existentie beviel mij goed. Pas in 1962 kreeg ik een vaste aanstelling. Toen wij in 1966 naar Nederland terugkeerden en ik hoogleraar in Groningen werd, kochten we een sober rijtjeshuis in een buitenwijk en begonnen wij - tot onze tevredenheid - een ordelijk bestaan dat heel wat beter in de sjablonen over de jaren vijftig past dan in de zogenaamd radicale, revolutionaire tijdgeest van de late jaren zestig. Wij vormden een braaf burgergezin met drie redelijke kinderen, die hun gymnasium en hun universitaire studie zonder brokken te maken afrondden.

Met de verzuiling, schreef ik, heb ik nooit iets te maken gehad. Ik ben niet gedoopt. Ik werd naar openbare scholen gestuurd. Ik studeerde in Leiden en ik zou niet weten waar je in die universiteit toen sporen van verzuildheid had kunnen tegenkomen. Het hele verschijnsel dat geacht werd onze samenleving sinds het interbellum tot in alle hoeken en gaten te beheersen, heb ik in de werkelijkheid nooit concreet waargenomen, al las ik er nog zoveel over. De vierentwintigjarige Johanna Putto echter, die in 1950 mijn vrouw werd, was een trouwe calviniste en is dat nog. Zij was op een christelijke lagere school en daarna op het Christelijk Gymnasium in Den Haag geweest. Op advies van een van haar leraren was zij in 1946 aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam geschiedenis gaan studeren - niet aan de vu. Wij zijn in de kerk getrouwd. Maar wij spraken af dat zij niet zou probe-

[pagina 127]
[p. 127]

ren mij van haar geloofswaarheden te overtuigen en ik die haar nooit zou trachten te ontnemen. Wij hebben ons daaraan nu bijna een halve eeuw lang strikt en zonder enige spanning kunnen houden. Geloof en ongeloof hebben in ons persoonlijke leven harmonisch samengewoond; ons verschil van inzicht in deze toch fundamentele kwestie heeft aan onze intimiteit, meen ik, in het geheel geen afbreuk gedaan. De door de confessionelen gestelde antithese had voor ons even weinig tastbare zin als de radicale retoriek over ontzuiling en emancipatie. Ik concludeer hier niets anders uit dan de banale waarheid dat het individuele lotgeval vaak niet gehoorzaamt aan de tucht van het theoretische schema.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over F.K.H. Kossmann

  • over E.F. Kossmann


landen

  • over Duitsland

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over België (Wallonië)