Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anathema's 3 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anathema's 3
Afbeelding van Anathema's 3Toon afbeelding van titelpagina van Anathema's 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (24.51 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anathema's 3

(1971)–Rudy Kousbroek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 55]
[p. 55]

Brekers

Frankrijk bezit sinds een paar jaar een ijzermuseum, het Musée de L'Histoire du Fer, in Jarville, een voorstad van Nancy. In Nancy zelf bevindt zich bovendien een museum dat gewijd is aan een van de interessantste richtingen van de Jugendstil, bekend als de école de Nancy, gedomineerd door figuren als Emile Gallé, Auguste Daum en Louis Majorelle.

Twee uitstekende redenen om naar Nancy te gaan, en deze week kwam het er eindelijk van. Niet over die musea wilde ik het nu hebben, maar over het vervoermiddel dat voor deze tocht dienst heeft gedaan: een huurauto.

De legendarische 6-cilinder Citroën uit 1951, aangeschaft voor een appel en een ei in 1965, waarmee ik ruim vier jaar zonder noemenswaardige mechanische storingen heb rondgereden, verloor namelijk kort geleden het genot van haar versnellingsbak, en alle pogingen om van dit onderdeel een ander exemplaar te vinden bleven tot dusver vruchteloos, tenminste in de omgeving van Parijs.

Een joviale jongeman kwam uit naam van de verhuurfirma voor onze deur een zeepdoosvormige automobiel afleveren; het voertuig was flets van kleur en geurde krachtig naar de plastic waar het bumper tot bumper van gemaakt leek te zijn. Kortom een moderne auto als een andere.

Het is een vreemde sensatie om met een moderne auto te rijden als men aan (min of meer) antieke auto's gewend is. Ik stel mij voor dat er een zekere analogie is met wat er gebeurt als iemand die gewend is aan kip zoals die vroeger smaakte toen deze dieren nog op het boerenerf scharrelden, een diepvrieskip voorgezet krijgt die met hormonen is grootgebracht. Het is herkenbaar als kip, maar weker, waterachtiger, smakeloos. Zo ook met moderne auto's: het is ontegenzeglijk een lid van de familie der motorvoertuigen, maar er is een eigenaardige sensatie van slapte, alsof alles van vochtig deeg is gemaakt. Men stuit om zo te zeggen niet

[pagina 56]
[p. 56]

op weerstand, alles geeft mee; wat ontbreekt is een soort kern van stevigheid, het nauwkeurige contact van metaal op metaal. Het stuurwiel lijkt op een rubberen stang te zijn gemonteerd, en het gaspedaal voelt aan of het van klei is gemaakt: de druk er op wordt onzorgvuldig doorgegeven, en met vertraging; in de informatietechniek zou men spreken van een signaal met zeer veel ruis. Debrayeren is als een open deur intrappen, en het manipuleren van de versnellingshandle roept associaties op met hoe Alice (in Wonderland) croquet probeerde te spelen met de hals van een levende flamingo als hamer.

Met deze sponzen auto reden wij naar Nancy. Warm en comfortabel, dat moet ik er eerlijkheidshalve wel bij zeggen, als ik denk aan sommige winddoorwaaide Wagneriaanse vehikels waarmee het mij gegeven is geweest om over de wegen van Europa te zwerven. Klassieke auto's beschikken zelden over verwarming, want dat geeft allerlei slordige buizen en slangen onder de motorkap, die vloeken met de sobere en pure architectuur van de motor. Dat harde, nauwkeurige gevoel van metaal op metaal waar ik het over had heeft soms ook de neiging om zich te manifesteren in het contact tussen het achterwerk en de zetel, o.a. als gevolg van de straffe ophanging waar veel klassieke auto's hun superieure wegligging aan danken.

Een klassieke auto behoort kortom tot het universum van de machine, en de meeste moderne auto's daarentegen tot het universum van de luie stoel. Alle verwijzingen naar het mechanische zijn zorgvuldig weggewerkt, er blijft niets anders over dan een façade van bonbonkleurige plastic waarachter het mechanisme onhoorbaar en schaamtevol zijn clandestiene functie verricht. Inzicht in die functie wordt nergens door aangemoedigd: inplaats van de vroeger gebruikte ampèremeters, oliedrukmeters, koelwaterthermometers en verdere instrumenten die een beroep doen op de geestelijke vermogens van de automobilist zijn er nu alleen een paar rode lichtjes, die de bestuurder waarschuwen dat er ‘iets mis’ is en dat hij zijn wagen moet laten nakijken. De uitvoering van een modern autodashboard is zeer kennelijk bepaald door de wens om het zo min mogelijk te doen lijken op het instrumentenbord van een machinekamer. Lintsnelheidsmeters inplaats van snelheidsmeters met naald en sector. Een grafische voorstelling van een jerrycan

[pagina 57]
[p. 57]

inplaats van een verdeling in liters. Geruststellen, geruststellen. Geen cijfers, geen gradaties zodat niets geïnterpreteerd, niets zelf beslist hoeft te worden; alleen ja/nee situaties, gekleurde lichtjes, verlichte vakjes.

Een autodashboard doet steeds meer denken aan de instrumenten die voor bepaalde proeven met bavianen en chimpansees worden gebruikt. Het ogenblik is niet ver meer dat de juiste beslissing van de automobilist uitgelokt zal worden met behulp van een kleine beloning: als hij op de goede knop drukt krijgt hij een banaan.

Het zal duidelijk zijn dat de 1000 km die ik met de huurauto heb gereden mij meer dan ooit deden terugverlangen naar mijn twintig jaar oude Citroën (of een andere echte auto), ondanks de verwarming, het comfort, en de grotere kofferruimte. De zg. soepele ophanging, beter beschreven met slappe vering, bleek bovendien alleen maar op een gladde rechte weg comfortabel te zijn. In de afwezigheid van ideale omstandigheden deinde de wagen als een schip op de oceaan; aan het eind van een bocht zweefde de carrosserie op eigen houtje nog een eindje door, om dan met een maagomdraaiende slingering tot de door de wielen beschreven baan terug te keren. Zelfs bij drastisch gereduceerde snelheden waren mijn kinderen voortdurend wagenziek, een onbekende klacht in onze eigen auto.

Een verdediger van moderne auto's, van dit bezwaar op de hoogte gebracht, antwoordde: ‘Dat komt door statische elektriciteit. U moet een sleepcontact aan uw wagen laten bevestigen, waardoor de lading kan afvloeien naar de weg.’ Let op mijn woorden: over afzienbare tijd horen amuletten, toversproken en gri-gri's bij de gangbare standaarduitrusting van een nieuwe auto.

 

Waar ik die hele tocht naarstig naar gezocht heb was niet een sleepcontact om de statische lading te doen afvoeren naar de weg, maar naar een nieuwe versnellingsbak voor mijn Citroën. Behalve bij provinciale dealers kwam ik zodoende terecht bij menige schroothandelaar. Een wonderbaarlijk slag mensen, een soort twintigste eeuwse holbewoners, overblijfselen uit de donkere voorhistorie van het mensenras, archetypes waar de reuzen in de sprookjesboeken op gebaseerd zijn. Iets wat eenmaal in hun handen is gevallen staan zij node weer af, zoals de duivel niet graag een

[pagina 58]
[p. 58]

ziel teruggeeft, en om dezelfde reden. Het in elkaar rammen van auto's is voor velen van hen niet alleen maar een broodwinning, maar een roeping, een innerlijke behoefte. Brekers (zoals zij zowel in het Frans als in het Engels terecht genoemd worden) zijn in hun vrije tijd vaak stock-car racers. Stock-car races zijn races waarin de mededingers net zolang op elkaar inbeuken tot alles kapot is.

In de tijd dat er in Frankrijk nog Delahayes, Talbots en zelfs Hispano's te vinden waren, werd daarop jacht gemaakt door twee soorten mensen: amateurs en brekers die aan stock-car racing deden. Zulke auto's waren daarvoor namelijk zeer in trek, naar aanleiding van hun uitzonderlijk solide bouw en hun grote motorvermogen (naast dergelijke volbloeden is de 6-cilinder Citroën eigenlijk al een hybride). Gezien de grote faciliteiten waarover schroothandelaars beschikken mag men veilig aannemen dat minstens de helft van dat soort auto's in Frankrijk op de slagvelden van de stock-car races is gesneuveld.

Op de weg naar Nancy stopten wij bij de ene breker na de andere, zonder de gezochte versnellingsbak te vinden. Eindelijk, in Wassy, bij St. Dizier, hadden we beet. De vrouw van de schroothandelaar, die ons te woord stond, bevestigde dat zij twee van dergelijke versnellingsbakken in voorraad hadden. Ze ging even haar man halen.

Even later kwam zij terug, een met olie bedekt, donzig begroeid ding voor zich uit stuwend. De begeerde voorwerpen werden aangewezen. Dit maakte een hele reeks negatieve motorische reacties in het wezen los. Nee, die waren niet te koop. Waarom niet? Die waren voor de Citroëns waarmee hij in ‘les stock-cars’ reed. En in ‘les stock-cars’ krijgen de versnellingsbakken er zwaar van langs, les boîtes de vitesse, ça y va un peu.

 

P.S. Natuurlijk vond ik kort daarop een paar straten van mijn huis een versnellingsbak. Nun raucht er wieder, Gott sei dank!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken