Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anathema's 3 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anathema's 3
Afbeelding van Anathema's 3Toon afbeelding van titelpagina van Anathema's 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (24.51 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anathema's 3

(1971)–Rudy Kousbroek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

Verzamelingen

[pagina 149]
[p. 149]

De eentaktmotor

Een natuurkundig experiment dat een knal geeft is altijd meer waard dan een geluidloze proef. Daarom kan een mens de Hemel niet dringend genoeg verzoeken: als het hem vergund is om een ontdekking te doen, laat het er dan een zijn die een knal geeft. Het zal doorklinken tot in de eeuwigheid.
Lichtenberg, Aphorismen

Niets dat mij in een zo goede stemming brengt als het geluid van ontploffingen. De psychedeliërs hebben nog niet ontdekt dat harde knallen een staat van bewustzijnsverruiming teweegbrengen, maar ik wist het als kind al. De mensen in het land waarin ik ben opgegroeid (Negri Panerkomst) wisten het ook, en daarom vierden zij verschillende malen per jaar nieuwjaar. Het waren periodes waar ik rusteloos naar uitzag. Dagenlang knalde her en der het vuurwerk en gedurende de hoogtepunten, als het overal knetterde, klapte en donderde, zweefde ik verscheidene centimeters boven de grond.

Van die tijd ook dateert mijn pyrotechnische vaardigheid, waarover dadelijk meer, en mijn voorliefde voor vuurwapens.

Het vuurwapen is een van de oudste machines die onze civilisatie heeft voortgebracht. Het kan gezien worden als het ideaal van de abstracte machine, omdat het een werktuig is zonder enige zinvolle praktische toepassing, tenzij misschien als muziekinstrument. Maar het is eerder een voorloper van de explosiemotor, een explosiemotor waarvan de zuiger bij de werkslag teloorgaat - een eentaktmotor.

De eentaktmotor, zo kan men en passant constateren, is de meest efficiënte motor die er bestaat. Het rendement van de meest fanatiek opgevoerde benzinemotor blijft nog altijd beneden de 20 pct., maar een machinegeweer - boring 7 mm, slag ~, - ontwikkelt makkelijk 500 pk, bij een calorisch rendement van meer dan 50 pct. De zuiger bereikt een snelheid van 800 meter per

[pagina 150]
[p. 150]

seconde en staat onder een druk van 2 ton per vierkante cm, en dat terwijl koel- en smeerinrichting rudimentair zijn vergeleken bij die van een benzinemotor (zuigersnelheid ca. 10 m per seconde).

Moderne vuurwapens zijn ook vrijwel de enige huishoudelijke machines die er strikt functioneel uitzien. We weten allemaal waar het pistool een symbool van is; vandaar ongetwijfeld dat vuurwapens niet geërotiseerd hoeven te worden. Automatische pistolen, machinegeweren en snelvuurkanonnen zijn machines waar niet aan geknoeid is. Zij zijn niet gestroomlijnd, niet tumescent, niet opgedirkt met plastic en ja-knikkende honden - niets dan abstracte sculptuur uit geometrische vormen van voorbeeldige strengheid.

Men kan ze verzamelen. Met Gatlings en Hotchkisses is dat voor een particulier niet zo makkelijk, maar het staat iedereen vrij om naar Turijn te gaan en daar de meest Jules Verne-achtige vormen die ooit aan 19e-eeuws staal zijn gegeven, opeengepakt te zien staan in de sombere gewelven van het soort gebouw dat door hun ontwikkeling tot verdwijnen werd gedoemd.

Beter geschikt voor privé-bezit zijn antieke vuurwapens, al wordt dat wel steeds duurder. Het klonkt nu al enigszins fantastisch dat ik mijn eerste pistool voor vijf francs op de vlooienmarkt kocht.

Ik nam het mee naar huis, verwijderde de roest, repareerde het mechanisme, en was toen gereed om het af te schieten. Want een wapenverzameling is zomin als een harem in goede handen bij iemand die er alleen maar naar kijkt. Vorm suggereert functie.

Mijn pistool was, al wist ik dat toen nog niet zo precies, een pistolet à piston van plusminus 1840, vermoedelijk gemaakt in België. En voorlader dus, detonatie door middel van slaghoedjes.

Aan slaghoedjes wist ik wel te komen, maar aan buskruit? De enige passende oplossing: zelf, zoals de pioniers die dergelijke wapens gebruikten, kruit en kogels maken.

Wie nooit zelf buskruit gemaakt heeft leeft maar half. Als kind won ik deze grondstof door voetzoekers open te peuteren; op de middelbare school waren het al meer geraffineerde explosieven, zoals kaliumchloraat met rode fosfor, die ons huis op zijn grondvesten deden schudden; nog later, op het scheikundig laboratorium van de universiteit, hebben wij ons wel eens gebogen over de

[pagina 151]
[p. 151]

mogelijkheid om dynamiet te fabriceren, wat trouwens erg makkelijk is. Maar buskruit, dat is niet voor iedereen weggelegd, vooral als men zich beperken wil tot de oorspronkelijke bestanddelen, en de voetsporen wil volgen van Berthold Schwartz, die overigens niet Schwartz heette, maar bijgenaamd was Der schwarze, en het buskruit helemaal niet uitgevonden heeft.

Buskruit bestaat uit houtskool, zwavel en salpeter, dat weet iedereen, maar wat zijn de juiste proporties? Middeleeuwse monniken drukten zich uit in raadsels om die geheim te houden. De vroegst bekende beschrijving (in het Westen) van buskruit, die van Roger Bacon (midden 13e eeuw), trachtte de lezer op een dwaalspoor te brengen met valse ingrediënten zoals zand uit de Taag, kalk en kaas. Berthold leefde een volle eeuw later, en op het tijdstip van zijn veronderstelde uitvinding van het buskruit bestonden er zelfs al kanonnen. Hij was dan ook kennelijk op zoek naar iets anders toen hij het dak van zijn laboratorium afblies: hij probeerde het huwelijk te bewerkstelligen tussen Kwik en Zwavel. De stof die volgens de klassieke alchimie noodzakelijk was voor de bruiloft tussen deze respectievelijk passieve en actieve elementen, was het zout, zijnde de levensgeest. Berthold riskeerde zijn eigen door het met salpeter te proberen. Over de gebruikte proporties wordt men hier helemaal niets wijzer.

Die varieerden dan ook aanzienlijk. De Chinezen gebruikten 14 delen houtskool, 10 delen zwavel, en 76 delen salpeter. De meeste middeleeuwse recepten geven minder kool en meer zwavel. Ik besloot uit historisch besef tot de navolging van het Chinese recept.

Bloem van zwavel is overal te krijgen. Salpeter werd, zoals iedereen weet die wel eens iets gelezen heeft over de Franse revolutie, van de muren van vochtige kelders gekrabd. De meeste moeite geeft houtskool, waarvan de zuiverheid de kwaliteit van het eindprodukt het sterkst beïnvloed. Een ingeving: Norit!

Stampen, mensen, roeren. Tot een papje, want er gaat water bij. Dat papje wordt door een zeef gedrukt en moet dan opdrogen tot fijne korreltjes. Het verwezenlijkte zich allemaal precies zoals het in de oude boeken beschreven werd. Een knoeiwerkje: het is duidelijk waarom Berthold als zwart werd beschreven, Bertholdus nigris.

Toen het eindelijk droog was (ik onderdrukte op het laatste

[pagina 152]
[p. 152]

nippertje de neiging om het even te drogen boven het gas) vergewiste ik mij van de brandbaarheid van het Chinese mengsel door een snufje ervan op een schaaltje aan te steken. Het resultaat was een soort bliksemsnelle zucht, met aanzienlijke rookontwikkeling. Er bleef een witte plek op het schaaltje achter, van dezelfde kleur als de electroden van de bougies van een goed afgestelde motor.

Kogels werden in vervlogen tijden gemaakt door gesmolten lood vanaf de Tour St. Jacques of de toren van Pisa in een bak water te laten vallen. Een op de zevende verdieping wonende kennis verleende zijn medewerking. Een andere zorgde dat de kinderen van de concierge tijdens de operatie niet in de cour gingen spelen. Maar de resultaten leken meer op orchideeën dan op pistoolkogels. Een speciaal instrument om kogels te gieten, in vorm herinnerend aan een krultang, en ook van de vlooienmarkt afkomstig, bracht ten slotte uitkomst.

De vuurproef zou genomen worden in een tuin in de banlieue, waar zich een aantal vrienden en belangstellenden had verzameld. Aan de muur van het tuinschuurtje was een schietschijf opgehangen; voor alle zekerheid waren tussen de schijf en de muur nog planken en een metalen plaat aangebracht.

Theelepeltje kruit in de loop gieten. Kogel verpakken in stukje geolied katoen. In de loop duwen met de laadstok. Het past mooi, niet te vast, niet te los. Licht aanstampen. Op twintig pas van de schijf gaan staan, haan spannen.

In doodse stilte plaatste ik een slaghoedje op het daarvoor bestemde schoorsteentje en legde met gestrekte arm aan. De aanwezigen gingen eerbiedig een stapje achteruit. Alle ogen waren met spanning op de schijf gericht.

Het overhalen van de trekker had eerst een knal tot gevolg: dat was het slaghoedje. Toen kwam een korte maar duidelijk waarneembare stilte. Het geluid dat daarop volgde is moeilijk te beschrijven: nat, indolent en nadrukkelijk, iets als: Lwoff!

Als in een droom zag ik de kogel uit de loop komen. Hij beschreef een flauwe boog, als volgde hij een denkbeeldig stippellijntje, en viel voor mijn voeten.

De geest van Freud, in de gedaante van een dikke rookwolk, verduisterde de hemel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken