Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anathema's 3 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anathema's 3
Afbeelding van Anathema's 3Toon afbeelding van titelpagina van Anathema's 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (24.51 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anathema's 3

(1971)–Rudy Kousbroek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 144]
[p. 144]

De macht van het vooroordeel

Wat bezielt eigenlijk de mensen die zich ‘in hun gevoelens gekwetst’ noemen, en daar bescherming tegen eisen? Misschien dat er ook redelijke voorbeelden van bestaan, maar in de meeste gevallen betekent het niets anders dan dat de betrokkenen vast willen houden aan een achterhaalde opvatting, zonder daarvan de consequenties te hoeven ondergaan. De vraag of zij daarin door dagbladen moeten worden gesteund, dient naar mijn overtuiging ontkennend te worden beantwoord. Het bezoek van de keizer van Japan is een voorbeeld. Over de toedracht kan geen verschil van mening bestaan: Hirohito was een tegenstander van de militairen die Japan de oorlog instuurden. Maar hij was tegelijk, rechtstreeks en als gevolg van de specifieke omstandigheden verbonden aan zijn status, hun gevangene, een soort geïnterneerde. Hij werd onkundig gehouden van wat er gebeurde en hij had geen enkele invloed op het beslissingsmechanisme. Desondanks heeft hij, tegen de wil van de militairen in (zij hebben toen zelfs een poging ondernomen om het paleis te veroveren) de capitulatie af weten te dwingen - een feit waaraan veel mensen, onder wie ikzelf, mogelijkerwijze hun leven te danken hebben. Eén woord van de keizer, en heel Japan plus alle bezette gebieden had zich doodgevochten. Wie Hirohito een oorlogsmisdadiger wil noemen is eenvoudig niet op de hoogte van de feiten.

De vrijheid om dat niettemin toch te zeggen, net als de vrijheid om te zeggen dat de aarde plat is en stil staat, dient te bestaan, maar het is iets anders om zulke opvattingen ook te willen beschermen tegen kritiek. Daar moeten zij maar tegen kunnen. Wanneer zij worden voorgesteld als de belachelijke nonsens die zij zijn moet men niet beginnen over ‘gekwetste gevoelens’. Kranten, ook dat heeft de geschiedenis geleerd, zijn bang voor ‘gekwetste gevoelens’ bij het publiek. Hun rol als ‘gever van informatie’ komt hier in conflict met hun rol als ‘uitdrukker van wat er leeft onder lezers’, en de eerste impuls houdt dan meestal niet lang stand. Net

[pagina 145]
[p. 145]

als politieke partijen hebben maar weinig kranten de ambitie om zich in te laten met onpopulaire waarheden.

Ik denk nu nog niet eens aan de dagbladen die dadelijk bereid zijn om door dik en dun vol te houden dat de aarde plat is wanneer voldoende lezers deze mening zijn toegedaan. Wat ik bedoel is dat ook de meer respectabele kranten in dat geval de neiging hebben om deze opvatting voor te stellen als een persoonlijke overtuiging die men eventueel niet hoeft te delen, maar toch dient te eerbiedigen.

Verdient iemand die in de letterlijke zin van het woord honend, d.w.z. tegen beter weten in, publiek bevestigt dat hij ‘betreurt dat Hirohito niet als oorlogsmisdadiger is geklasseerd’ en dat hij ‘een diepe minachting heeft voor zijn persoon,’ verdient zo iemand dan dat zijn ‘gevoelens’ worden beschermd? En als hij daarbij nog voorzitter is van een vereniging, en zijn aanhangers op wil trommelen om tegen deze milde bioloog te gaan demonstreren voor de Japanse ambassade, verdient hij dan ernstig te worden genomen?

Het is immers volkomen duidelijk dat zo iemand niet wil onderzoeken of wat hij zegt juist of onjuist is, omdat hij geen afstand wenst te doen van zijn haat, die zo'n makkelijke en bevredigende verklaring voor alles geeft. Zulke mensen hebben zo'n haat leren koesteren en zij worden razend als iemand het hun dreigt af te nemen.

De kwestie is niet dat verwijzingen naar de keizer van Japan, zelfs het noemen van zijn naam, en dus ook een aankondiging van zijn bezoek, bij een aantal mensen onaangename herinneringen oproepen - daar hoor ik zelf ook bij, als dat iemand geruststelt.

Waar het om gaat is dat de mensen hun agressieve uitingen, tegen iets dat onlustgevoelens bij hen oproept, niet leren bedwingen en analyseren, en vooral leren toetsen op juistheid.

Vooral de visie op de keizer van Japan is in dit opzicht bovendien een geladen onderwerp. Tijdens de oorlog is hij, vooral in Amerika, afgeschilderd als een monster, het equivalent van wat Hitler voor Duitsland was.

Wat was het gevolg?

In de latere fase van de oorlog, en vooral na de ineenstorting van Duitsland, was Japan bereid om te capituleren, maar op voorwaarde dat de keizer mocht aanblijven en ongemoeid zou

[pagina 146]
[p. 146]

worden gelaten. Kortom, zoals het ook gebeurd is, maar pas later. De reden van dat uitstel was nu juist precies dat de Amerikaanse regering inzag dat haar publieke opinie op dat tijdstip niet zou accepteren dat ‘de Japanse Hitler’ gespaard werd. Er moesten te veel ‘gevoelens’ worden ontzien. Bij de publikatie van de memoires van president Truman is gebleken dat deze wist dat de keizer vrijuit ging. Maar hij was niet in staat om tegen de macht van het vooroordeel in te gaan.

Japan zou dan maanden eerder gecapituleerd hebben; en in die laatste maanden is juist het grootste aantal slachtoffers gevallen - D. van Velden geeft in haar boek over de Burgerkampen de schatting dat de sterfte in de laatste maand van de oorlog tien maal zo hoog was als in de voorafgaande periode. Dit geeft ook een idee van wat er gebeurd zou zijn als de oorlog langer geduurd had.

Inplaats van voor deze slachtoffers iemand verantwoordelijk te willen stellen die er part noch deel aan had zou het beter zijn om eens na te gaan hoeveel mensen zijn omgekomen als direct gevolg van de macht van het vooroordeel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken