Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In dienst van de 'Koninklijke' (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van In dienst van de 'Koninklijke'
Afbeelding van In dienst van de 'Koninklijke'Toon afbeelding van titelpagina van In dienst van de 'Koninklijke'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (1.57 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In dienst van de 'Koninklijke'

(1974)–Gerrit Krol–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

0.2

Wat is de beste vrouw voor mij? Een belangrijke vraag voor degene die hem stelt. De avond dat ik mij zelf die vraag stelde, verveelde ik me en het leek mij toe dat het een verschil uitmaakt of je zegt ‘wat’ dan wel ‘wie’.

Ik kende niet zoveel meisjes dat ik iemand op het oog had, en ik kende me zelf niet goed genoeg om te weten wat voor mij het beste zou zijn om te doen. Je gaat dus aan de gang met het op een rijtje zetten van je gebreken. De woorden die je daarvoor gebruikt, zijn beschamend, want je streept ze even gauw weer door. Maar waarom schaam je je voor wat je zelf schrijft? Omdat je een keer eerlijk bent? Of omdat je de woorden leest die je hebt geschreven en ziet hoe onoprecht ze zijn? Maar schaam je je dan voor je zelf of voor de anderen?

Het is veel beter niet alles meteen op te schrijven. Of, als je bij je zelf te rade gaat en aan bepaalde dingen denkt: noem dan een getal. Dat is veilig en vrijblijvend. Ik heb voor me zelf wel eens op papier uiteengezet hoe het mogelijk is een aantal mannen en vrouwen aan elkaar te koppelen: door aan elk potentieel tweetal een waarde toe te

[pagina 13]
[p. 13]

kennen die aangeeft de mate waarin elk van beiden met de ander gelukkig zou zijn en te willen dat de som van alle waarden maximaal is. De oplossing van deze matrix laat zien dat het algemeen geluk gebaat is bij een verdeling van gehele mannen en gehele vrouwen; overspel zal niet bijdragen tot vermeerdering van het algemene geluk. De koppelingsmatrix zou verder laten zien dat, eenmaal gebruikt en opgelost, de waarden de neiging hebben te veranderen ofwel: dat in het algemeen de realisering van het geluk de definitie ervan negatief beïnvloedt - al met al zorgen genoeg en als ik naging welk meisje het beste bij mij paste, dan was het zonder meer Laura.

Laura had, behalve dat zij aardig gitaar speelde, een bijzondere eigenschap, die zich vooral manifesteerde als we met elkaar praatten. Laura was erg goed in het voltooien van de zinnen die ik tot haar sprak en die ik, - aarzelend bij zoveel mogelijkheden, nietwaar, om een zin af te maken - niet afmaakte. Dat deed zij. En dat deed ze zo aardig, dat ik, verbaal, nog slordiger werd dan ik al was en voorlopig diep in de cijfers vluchtte. En haar steeds vaker opzocht. De wijze waarop Laura mijn gedachten onder woorden bracht, bewonderde ik en ook de wijze waarop zij ‘de telefoon hanteerde’ en ‘het eten kookte, ik bedoel...’

‘Je bedoelt, je houdt van mij.’

Dit dialoogje, ofschoon verzonnen, geeft duidelijker dan enige andere beschrijving weer hoe wij er toe kwamen, ten slotte samen te gaan wonen.

 

Haar zachte, hese stem. Die stem vooral was het waar ik verliefd op was geworden. En wat ze ermee zei. Ze had het over ‘zommetjes’, en ‘perzoon’. Alles, in die eerste maanden dat ik bij haar was, was waar - als zij het maar zei.

 

Manager worden? Laura dacht dat ik, gezien mijn eigen-

[pagina 14]
[p. 14]

schappen, best in staat zou zijn manager te worden: iemand die de boel overziet, ziet wat er moet gebeuren en het best goedvindt dat een ander dat dan doet. Dat zij daarin een kwaliteit zag, kwam omdat zij er een bepaalde waarde aan toekende. Ik wil niet zeggen dat ik daar ongevoelig voor was. Om haar te laten zien wat ik waard was, volgde ik een cursus Middle Management, aan de Stadhouderslaan. Het gevoel dat ik daarbij opliep, herkende ik van een aantal jaren daarvoor, in 1955, toen ik, in Leeuwarden, Sartres Het Existentialisme is een Humanisme had gelezen, het gevoel - ook al had ik nooit eerder over dit onderwerp nagedacht - dat ik dat boek zelf geschreven had.

 

Het belangrijkste van een bestuurder, in zijn positie als zodanig, is zijn zelfvertrouwen. Dit zelfvertrouwen uit zich niet zozeer in een vaste koers als wel, conform aan hoe ik zelf vlagen van zelfvertrouwen ervaar: in een zekere zwijgzaamheid. Bluf ook, op zijn tijd, want niet altijd weet je waar je het over hebt. Hoofdzaak voor een bestuurder is dat hij in staat is zijn geachte medewerker naar zijn hand te zetten. In principe is iedereen geschikt om bestuurder te zijn. De ware bestuurder - alle moderne theorieën ten spijt - zorgt ervoor dat er maar één is.

 

Waaruit bestaat je leven? Dieptes en ruimtes die je niet meer kunt bedekken of ontkennen als je ze eenmaal gezien hebt; bovendien is het niet zo heel erg gevaarlijk, je bent alleen verontrust en je gaat naar beneden, met een lantaarntje en een verfkwast en mijn ervaring is: verzin er maar woorden voor.

 

Hoe meer je afdaalt, des te eerlijker kun je je uitspreken over de etages boven je, in casu de werkelijke waarde meten van je functie als ‘wiskundig assistent’ voor de ont-

[pagina 15]
[p. 15]

wikkeling van je persoonlijkheid: nul. Je leven op een flat met Laura, die boodschappen doet en in de leeszaal haar boeken ruilt. Een muizig bestaan.

De zondagen dat de regen tegen de grote ramen slaat... Natte, keurige buitenwijkstraten die doodlopen tegen bouwketen waarachter de weilanden beginnen en de sloten. De koffie staat te pruttelen op de kolenkachel en je zit in Laura's boeken te lezen hoe het zou kunnen zijn in het leven: dierbare novelles van meneer Nescio en 's middags, als het droog is, ga je ‘er nog even uit’ en loop je door de kletsnatte polders en denk je dat je het net zo voelt als hij en de volgende zondag weer en ook menige avond door de week. Zit je in een stoel bij de kachel met je dierbare gevoelens en nooit kom je weer overeind.

Nee, het is helemaal niet zo goed om al die beschrijvingen van Nescio te lezen en te denken dat het op jou slaat. Wat je moet doen, als je toch niets anders te doen hebt, is je éígen leven beschrijven, ook al is dit in eerste aanleg niet zo spannend dat je een ander ermee vermaken kan - dat komt wel.

 

Duizenden afbeeldingen! Een bestuurder komt met al zijn gepraat in de Tweede Kamer een keer zover dat hij ervaart dat het soms beter is te zwijgen: vanaf het moment dat hij werkelijk regeren gaat. In de schrijverij kenmerkt zich dat ogenblik doordat je wat je te zeggen hebt, niet opschrijft. Je doet dat gewoon door, tijdens het overtikken van je manuscript, de zinnen die van de daarop volgende zinnen het zaad zijn geweest, weg te laten. Hoe meer je, tijdens het overtikken, weg kan laten, des te groter is het vertrouwen dat je in je lezer hebt.

 

Het been waarop je staat is niet te verplaatsen.

 

Geen been om op te staan. Hij wel.

[pagina 16]
[p. 16]

Wie ben ik? Tegenover de één een opgewekte, levendige prater, terwijl ik tegenover de ander, niet tegen mijn zin, een aandachtige luisteraar ben. Zo zijn er zeker evenveel mogelijkheden als er anderen zijn.

 

Hetgeen de noodzaak om te veranderen alleen maar onderstreept, als je het vergelijkt met een levenslange slaap en de impuls, van tijd tot tijd, je om te draaien.

Want hoe gedragen zich de mensen die hun leven doorbrengen met slapen? Wat is hun waarde? Hun waarde ontlenen ze vooral aan de waarde van hun dromen. Als het steeds dezelfde dromen zijn, geeft deze constantheid ze de vorm van ‘kunst’ en evenredig met het vermogen ook andermans dromen vorm te geven groeit hun waarde. Deze waarde is vergelijkbaar met de waarde die luxe heeft en als zodanig zeer aantrekkelijk onder de naam van geest, hetgeen naar mijn gevoel stijgen betekent, hoogte.

Voor mensen die niet deelnemen aan de voortdurende actie in de wereld en, doordat ze slapen, zich in die functie hebben ontwikkeld tot meesters in het dromen, maar niet in het dromen van een ander, zodat ze het expliceren en exploiteren daarvan niet tot vak kunnen verheffen - zulke mensen kun je vergelijken, ook, met ‘geest’, maar dan het soort geest dat aan de materie waaruit hij is voortgekomen, niet geheel is ontstegen, eerder daaraan is blijven kleven.

Ik bedoel mij zelf.

 

Er staat bij het transport van water door pijpen of buizen op de plaatsen waar het water te voorschijn komt (geloosd wordt) om in de open lucht verder te stromen, daar waar het valt, vaak een trillende berg schuim. Dit schuim heeft ten aanzien van het stromende water geen enkele functie, het stroomt er niet eens op mee; het is, hoezeer het ook beweegt en, gevoelig voor zijn omgeving, trilt en

[pagina 17]
[p. 17]

siddert, statisch als een huis; het verandert niet dan op de momenten dat het wordt verwijderd en het heeft geen andere betekenis dan die van bijproduct. Schuim. Hoogstens een andere manier om te zien dat daar water valt.

Mijn functie in het leven was, lange tijd, die van schuim op een bepaalde plaats. Wanneer ik er in zou zijn geslaagd mij van deze plaats los te maken, dan zou je het, algemeen, kunstenaarschap hebben kunnen noemen, of cultuur. Je zou niet zo goed meer zien wat de betekenis daarvan was, maar wel zou ik er mijn dagelijks brood mee hebben kunnen verdienen. Er zijn heel wat mensen die hun leven in dienst hebben gesteld van de cultuur, maar niet kunnen zeggen wat dat betekent. Omdat ieder mens actie nodig heeft en deze mensen niet weten met welk soort actie hun wijze van leven verband houdt, maak je vaak mee dat ze in hun leegte actie gaan creëren. Wat natuurlijk nergens op slaat, voor niemand een genoegen is en doorgaans alleen maar een hoop geld kost.

 

In de psychologie zou je zeggen: de behoefte van een kunstenaar aan actie is de herinnering aan zijn behoefte om verwijderd te worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

plaatsen

  • Groningen


landen

  • Venezuela

  • Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk