Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eerlycke tytkorting (1634)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eerlycke tytkorting
Afbeelding van Eerlycke tytkortingToon afbeelding van titelpagina van Eerlycke tytkorting

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.62 MB)

ebook (22.60 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eerlycke tytkorting

(1634)–Jan Harmensz. Krul–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio A1r]
[fol. A1r]

Minne-beelden: toe-ghepast, de lievende ionckheyt.



illustratie

t'Amstelredam.

Ghedruckt by Pieter Iansz. Slyp, Boeck-drucker op de Nieuwe-zijds achter Borch-wal, inde Goude Knoop. 1634.

[Folio A2r]
[fol. A2r]

Voor-reden.

LIevende Ionckheydt: 't gebeurt niet weynich, niet alleen onder de Ionckheyt, maer oock onder de bejaerden, dat met weynich onderscheyt (tusschen vleeschelijcke minne, begeerlijcke minne, ofte rechte kracht van Liefde) den staet des Houwelijcx betracht wert; so dat ick (my derhalven verbonden vindende) voorghenomen hebbe yets van dien hier aen te roeren, ende het onderscheyt tusschen Minne, ende Liefde aen die geene, die sulcx soude moghen onbekent sijn, te ontdecken, als een behulp middel tot dit ons wercxken ghenaemt Minne-Beelden.

Nopende het onderscheyt, is soodanich; dat de Liefde yets Godlijck, Vleeschelijcke Minne, yets Godtloos; begeerlijcke Minne yets oneerlijcks kunnen ghenoemt werden: sulcks dat alle Verstandighe, ende Wijse sullen Oordelen dat de Liefde, ende niet de Minne ('t sy Vleeschelijck, ofte begheerlijck) in 't betrachten vanden Houwelijcken Staedt behoort voorghestelt te worden, als een nootsakelijcke middel tot een goedt, Christelijck, ende deuchdsaem Houw-lijck.

Belanghende de eyghenschap van vleeschelijcke minne sal ick in het kort hier over-loopen, doch het tweede (zijnde begheerlijcke Minne) wat breeder aenwijsen, zijnde het Fonda-

[Folio A2v]
[fol. A2v]

ment waer op meest alle onse Minne-beelden te recht sijn aengheleyt.

Voor soo veel wy willen segghen van Vleeschelijcke Minne, moet den Leser sich voorstellen soodanighe, die de voldoeninghe van Vleeschelijcke lusten, (met alle duystere middelen van bedrogh) soecken, ende beminne, welcke midd'len (spruytende uyt Vleeschelijcke minne) veroorsaken die selvighe, inder waerheydt den naem van godloos te moghen gheven.

Wat begheerlijcke Minne sy, bewijsen ons die geene, die den Huwelijcken Staet aenvaerden, meer uyt begheerte tot Rijckdommen, ofte groote Schatten, ende midd'len te behyliken, als uyt natuerlijcke beweginghe van Liefde, dit is begeerlijcke minne, ende wat soodanighe minne veel tijts werckt, kunnen ons vele exempelen van dien ghetuyghen: hoe veele vintmer heden, die niet uyt rechte Liefde, maer alleen om de Schatten, die sy besitten, ende de Rijckdommen die sy beheerschen, ten Huwelijck versocht werden; sonder datter ghelet wert op Eer, Deucht, wel leven, goede Zeeden, oprechte gheneghentheden, ende ghetrouwe Liefde; sulcx dat niet sonder reden, nochte waerheydt, de soodanighe minne oneerlijck, mach ghenoemt werden, derhalven mijne Minne-Beelden daer op aengheleyt, om met die selvighe te moghen aenwijsen de ghebreecken, ende de swaricheden, die de Huw'lijcken )op sulcker wijs begonnen) leyder, onderworpen moeten wesen, op dat den Leser door dien gheleert, ende ghewaerschouwt mochte werden soodanighe minne te mijden, om in de ghebreken, ende Ellenden (uyt die selvighe volghende) niet te moghen vervallen: maer indien yemant tot dien waerde, ende Christelijcken Staet des Huw'lijcx mochte ghesint sijn, die ghelieve voor al te

[pagina 1]
[p. 1]

letten, op de ware, ende oprechte Liefde, welcke als een onverbrek'lijck Fondement des Huw'lijcken Staets mach gherekent werde, ende als een Wijngaert-Rancxken dat niet alleen sijn telghjens is cierende met lieffelijcke groente van aenghename Bladeren, maer boven dien haer lieve Wijn-vrucht ten bequamen tijden is voort-brenghende.

O lieve Liefde, wel te recht soodanigh vergheleecken, aenghesien u goeden aert, door welcke by alle verstandighen ken afghemeten werden wat aenghename vreughde) door u, ô Liefde,) den Huw'lijcken Staet ken voort-brenghen, door u, (ô Liefde) werdt onder Echte-Lieden gheplant die aenghename, ende Lieffelijcke vrede, door welcke vrede men ghewaer wort die aenghename, ende Lieffelijcke Bloeysels van minnelijcke Vruntschappen, ende uyt die Bloeysels wederom de Vruchten van ware Godt-Salicheydt, welcke Vruchten u doen smaecken, de lieffelijcke soeticheden van Goddelijcke zeghenen, tijdelijcke Rijckdommen, boven dien de waerdichste schatten des eeuwighe wellusts, welcke alle lievende toeghewenst, ende ghegunt werden van haren gheheelen Dienst-willighen.

J. Krul.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken