Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eerlycke tytkorting (1634)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eerlycke tytkorting
Afbeelding van Eerlycke tytkortingToon afbeelding van titelpagina van Eerlycke tytkorting

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.62 MB)

ebook (22.60 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eerlycke tytkorting

(1634)–Jan Harmensz. Krul–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]

Al zyt ghy vert,, Noyt uyt het hart.



illustratie

 
DE onghebaende Zee, vol spooreloose baren
 
Doet tusschen hoop en vrees, mijn lievend' harte varen:
 
De liefd' is als een Zee, een Minnaer als een schip,
 
V gonst de haven lief, u af keer is een klip;
 
Indien het schip vervalt (door afkeer) comt te stranden,
 
Soo is de hoop te niet van veylich te belanden:
 
De haven uwes gonst, my toont by liefdens baeck,
 
Op dat ick uyt de Zee van liefdens vreese raeck.
[pagina 3]
[p. 3]

WEl te recht mach Liefde by de Zee vergeleken werden, aengesien hare veranderinghe, die d'eene uyr hoop, d'ander uyt vreese doet veroorsaecken: even gaet het met een Minnaer, als het doet een Schipper, de welcke sich op Zee begevende, d'een dach goet we'er, d'ander dach storm en bulderende winde ghewaer wort: drijft met hoop, en vreese, daer d'onstuymige en op-geswollen Baaren hem vervoeren, ende dat niet sonder perijckel, de gewenste haven nimmer te becomen; den Minnaer (nu hoop hebbende zijn geliefde te verkrijghen, dan vreese ghevoelende van te derven) sweeft inde Baren van mistroosticheyt, drijft (door de Stormende winden van nijdighe achterklappers) op de Strandt van afkeer, en op klippen van misgonsticheyt, alwaer hy (van zijn hoop berooft) Schip-breuck sijns Liefde heeft te lijden.

 
Lief! al zijt ghy vert ghescheyde;
 
Liefde sal mijn hert gheleyde:
 
Liefde (Lief) die drijft mijn voort;
 
Liefde compt u Liefd' aen boort:
 
Lief is liefde, soet is minne:
 
Liefde doet my dit beginne:
 
't Is al Liefde, Liefd' ist al,
 
Die ick u betoonen sal.
 
Door de Liefde lijd' ick vreese:
 
Liefde soeckt uyt vrees te wese,
 
Even als den Schipper doet,
 
Als hem treft een teghenspoet,
 
Vande woeste storm Winde,
 
Tracht hy goede ree te vinde:
 
Veyle Haven, ancker-strandt,
 
Daer hy schadeloos belandt:
 
Even gaet het my in't minne,
 
Ick soeck uwe gonst te winne.
 
Die my vande bitse nijdt,
 
In mijn Liefdens vrees bevrijdt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken