Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eerlycke tytkorting (1634)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eerlycke tytkorting
Afbeelding van Eerlycke tytkortingToon afbeelding van titelpagina van Eerlycke tytkorting

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.62 MB)

ebook (22.60 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eerlycke tytkorting

(1634)–Jan Harmensz. Krul–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 24]
[p. 24]

Een qvaedt begeer,, dat schaedt zyn Heer.



illustratie

 
FOrtvna hadt wel eer Perillo gonst bewesen,
 
Maer uyt die gonst is hem zijn droeve Doodt gheresen;
 
Sy, die ick Min, thoont my een vriendelijck ghelaet,
 
Doch! 't hert en is niet goedt, dies noem ick het verraet;
 
Juffrouwen? leert hier uyt gheveynsde gonste mye.
 
VVaer gonst de daedt ontbreeckt, sal 't werck tot schand' gedye,
 
Het is een Iuffrouw schandt, en haer gemoedt een pijn,
 
Dat de geveynsde gonst, haer eyghen Beul moet zijn.
[pagina 25]
[p. 25]

TIs meer te beklagen, als te prijsen, datmen hedens-daeghs, de Ieught so grooten gevallen, ende wel-behaghen siet scheppen, in saecken die (mijns oordeels) van eerlijcke Personen behoorden gheschuwt te worden. De dertele grootsheydt weet sodanige manieren van gheveynsde Minnen te pleghen, dat sy mennich Minnaer daer mede aen-locken: Die sy met een gheveynsde vriendtschap in zijn Liefde weten te voeden, sulcx dat hy in de stricken van schijn-gonst ghevangen, wort gelijckerwijs een vogeltgen dat in handen vande kinderen zijnde, moet de handelinge der kinderen lijden. Even also gaet het met die gene die de schijn-gonst tot een voedsel van haer Minne genieten, ô ellendighe, die in't eynde Liefd's beloningh verhoopte; maer met lasterlijcke af-keer wert vergolden, ô beklagelijcke glory, dat men blijtschap heeft in een ander zijn verdriet.

 
Wie Minnen wil, en niemant schaen,
 
Die dient dit korte padt te gaen;
 
Of zijt ten minsten wel bedacht
 
Dat ghy u van dees dinghen wacht:
 
Die ghy niet meent, en houdt niet aen;
 
Die ghy niet Vrydt, daer blijft van daen:
 
't Sy Vryster, Vryer, volght mijn raedt,
 
Een quaet begeer sijn Meester schaedt;
 
Een eerbaer komen laeck ick niet
 
En schoon daer soete praet gheschiet,
 
By Ionghe luyden hier of daer,
 
Dat gaet de eere niet te naer:
 
Maer 't gheen ick u soeck af te raen,
 
Is 't gheen u eer, en Liefd' ken schaen:
 
Dat is, als ghy van Vryen spreeckt,
 
Daer u nochtans de sin ontbreeckt,
 
Oft, in u praten verder gaet,
 
Als 't goedt gheneghen, Liefd', toe-laet.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken