Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn leven (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn leven
Afbeelding van Mijn levenToon afbeelding van titelpagina van Mijn leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.91 MB)

ebook (4.25 MB)

XML (2.48 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn leven

(1877)–Mina Kruseman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Aan Mej. Betsy Perk.
Brussel, 27 December 1872.

Mejufvrouw!

Zoo even heb ik door tusschenkomst van den Heer Nijhoff uwe vriendelijke letteren van den 24sten l.l. ontvangen, welke mij vooral hoogst welkom waren omdat zij van u kwamen. Ik ben tot mijn spijt nooit in de gelegenheid geweest u te ontmoeten, ofschoon ik u bij naam reeds sedert jaren ken, en men (die groote, leelijke, veelvermogende, lafhartige men) u meer dan eens in mijn bijzijn ‘Excentriek’ had genoemd, hetgeen u bijzonder sympathiek voor mij maakte! - Niets ter wereld haat ik meer dan hetgeen men gewoon noemt! En ik bewonder elke vrouw die, in Nederland vooral, den moed heeft zich boven het middelmatige te verheffen. Niet dat wij in andere landen aangemoedigd of voortgeholpen worden, neen, maar nergens toch worden wij zoo stelselmatig tegengewerkt en gedécourageerd als bij ons te lande.

.........................

Maar waar dwaal ik heen? U vraagt mij naar eenige bijzon-

[pagina 279]
[p. 279]

derheden omtrent mijn zwervelingsleven en, in plaats van aan uw verzoek te voldoen, begin ik over den toestand der vrouwen te philosopheeren! Een ongelukkig onderwerp, waarover al te veel te zeggen valt! N'en parlons plus. - Ik zal het genoegen hebben u twee afleveringen van den ‘Spectator’ te zenden, waarin het eerste gedeelte mijner lezing opgenomen werd. Het tweede gedeelte was over Amerika en houd ik in petto voor een volgende gelegenheid, als ik weer eens lezen zal. Men heeft dàt te pessimistisch gevonden, waarschijnlijk omdat het waar was. Ik had 't toch nog erger kunnen maken zonder aan de waarheid te kort te doen! Ook zelfs, wanneer ik, in plaats van ‘Amerika’, ‘Europa’ had gezegd!

Wat mijn vroeger leven betreft, och, dat is heel eenvoudig geweest; eerst gelukkig en daarna droevig, zoo als het schier met alle vrouwenlevens gaat. Wij zijn het gelukkigst zoo lang we niet weten wat geluk is, want weten we het dan is het meestal doordien wij gevoelen wat we missen.

Wij waren vier zusters, allen in Gelderland geboren en in Indië opgevoed. Ja opgevoed! zoo goed en zoo kwaad als plaatsen en omstandigheden het toelieten, nu eens mèt meesters en dan zònder, reizende, trekkende; verhuizende, altijd onder nieuwe indrukken voortlevende en overal iets opvangende van hetgeen er te leeren viel. Toen mijn vader (als Generaal Majoor) gepensioneerd werd, keerde hij terug naar 't vaderland. Wij kwamen mee, en gevoelden ons ongelukkig in het vreemde land, waar wij het benauwd hadden in den beperkten kring, welke onze wereld wezen moest. Wij waren aan warmen zonneschijn in de vrije natuur gewoon, en konden niet gelukkig zijn bij een kachel, in een gesloten kamertje. Zoo als 't physiek ging, zoo was 't ook geestelijk met ons gesteld. We misten vrijheid en ruimte en we leden onder den vreemden, vooral moreelen dwang, dien we meer gevoelden dan begrepen. Twee mijner zusters begonnen te sukkelen en kwijnden langzaam weg; de derde was nog te jong en leerde te hard om tijd tot ziek zijn te hebben en ik studeerde, omdat ik mij verveelde en de wereld mij geene voldoening gaf. - Het eerste ongeluk dat ons trof was de dood van Mama. - Daarna verhuisden wij naar Brussel omdat ik chanteuse wilde worden. Chanteuse! een vreeselijk woord, dat nauwelijks uitgesproken mocht worden, en dan nog als niemand 't hoorde! - Kort daarop stierf een mijner zusters aan de teering en werd weldra door de andere gevolgd. Toen begon ook de jongste te sukkelen en weg te kwijnen als de twee anderen. Zij echter had gelegenheid om naar het land harer kindschheid terug te keeren, alwaar zij spoedig volkomen genas, en nu getrouwd en gelukkig is. - Ik had al heel spoedig begrepen dat verveling een doodelijke ziekte is en, minder waarde hechtende aan de opinie van onbekenden dan aan de mijne, heb ik mij vrijwillig aan

[pagina 280]
[p. 280]

het vonnis der wereld onderworpen en mij haar schimpend ‘Excentriek’ tot een eeretitel gemaakt, die mij 't recht gaf om haar bij elken pas in het leven aan te toonen dat het hooggeroemde ordinair toch nog ellendiger is dan het zoo verachte ‘excentriek’, Ik liet de menschen maar schimpen en leef nog! - Zóó werd ik artiste (want schrijfster ben ik eigenlijk niet van mijn ambacht) ik ben opérazangeres en tragédienne, anders niet, maar als zoodanig maakt men mij het leven zoo moeielijk, dat ik, nu eens uit kwaadheid en dan eens uit indignatie, de pen opvat om te zeggen wat ik niet langer zwijgen kan. Toch heb ik nog niet veel gezegd, want als ik maar een klein gedeelte vertellen wilde van hetgeen ik zelve gezien en ondervonden heb, zou mijne waarheid zóó aan het fabuleuse grenzen, dat bijna niemand mij gelooven zou. Ziehier bijv. twee staaltjes, 't zijn lang de ergsten niet.

Een impresario in New-York hoorde mij zingen, noemde mijn stem een ‘wonderful one’ en deed mij het volgend voorstel:

‘Geef mij vijf-en-veertig-duizend dollars voor réclames, dan sta ik in voor de publieke papieren, die niets dan éloges over u schrijven zullen, en beloof ik u, dat gij over drie maanden de grootste chanteuse in Amerika zult zijn.’

‘Ik heb geen 45,000 dollars, maar als ik ze had, kreegt gij ze niet.’

‘Ook goed! Dan zal ik u laten vallen en u in de dagbladen zoodanig doorhalen dat gij er nooit weer boven op zult kunnen komen.’

‘Dank u voor de waarschuwing. Mag ik u bij deze verzekeren dat diezelfde dagbladen den volgenden dag aan het publiek bekend zullen maken dat uwe éloges voor 45,000 dollars te verkrijgen zijn en uwe afkeuring voor niet.’

Ik heb maanden lang in Amerika gezongen zonder ooit doorgehaald te zijn geworden, of couranten éloges betaald te hebben. Die onafhankelijkheid mèt succès houd ik in Europa voor onmogelijk. Oordeel zelve.

Van den zomer, in Parijs zijnde, wilde ik er een concert geven. De Salle Hertz was gehuurd en de meeste toebereidselen waren gemaakt, toen een oud vriend van mijn vader mij in kennis bracht met een zekeren baron, die onder verschillende namen chroniques musicales in de voornaamste dagbladen schreef. ‘C'est un homme très influent, qui peut vous être utile’. Zóó was hij mij gerecommandeerd geworden. Met een introductie-brief ging ik den volgenden morgen dien ‘homme influent’ bezoeken. 't Was een leelijk, mager, oud schepsel met ingevallen wangen en slechte oogen, smerig en ziekelijk, kortom terugstootend. - Ik vertelde hem wie ik was, waar ik van daan kwam, wat ik gedaan had, enfin, al wat hij weten wilde, en vroeg hem toen hoe ik verder handelen moest met mijn concert, in welke couranten ik

[pagina 281]
[p. 281]

het annonceeren moest, aan welke personen ik vrijkaartjes zenden moest enz. enz.

‘Ne vous occupez pas de tout cela, je viendrai vous voir demain, dites-moi votre heure, et ne vous inquietez de rien, je me charge de tout. Vous êtes trop charmante pour ne pas réussir, je vous garantis un succès pyramidal!’

‘Mais vous ne pouvez pas me juger Monsieur, voulez-vous me permettre de chanter pour vous demain? Vous pourrez....’

‘Eh! Que m'importe votre chant? Je vous promets de l'admirer et de le faire admirer surtout! A demain.’

Zóó gaat het in Frankrijk, maar zóó gaat het overal elders ook.

En morgen kwam l'homme influent die dadelijk met een liefdes-déclaratie begon.

‘L'amour d'un homme! Je n'y crois pas! Et si j'y croyais je n'y tiendrais pas!’

‘Ah bah!’

Over dat onderwerp discuteerden wij een poosje voort, tot dat hij eindigde met de mooie phrases que voici:

‘Qu'y puis-je? Vous me plaisez, vous me charmez, vous m'étonnez et je vous admire, je...’

‘Oh, je ne vous demande pas tant! L'admiration! je ne la demande qu'au public, ici, chez moi, je ne sais qu'en faire.’

‘Et à moi donc? Que me demandez-vous à moi? Après avoir repoussé mon amour et mon admiration, que vous faut-il de moi?’

‘A vous je ne demande que le respect.

‘Ha! ha! ha! Le respect! Je vous aime et je vous admire, mais je ne vous respecterai pas! Je me range donc du coté du public!’

‘Libre à vous Monsieur, seulement le public n'est pas admis chez moi.’

Ik wees hem heel eenvoudig de deur en daar verdween mijnheer!

Om dien ‘homme influent’ heb ik geen concert te Parijs kunnen geven. Juist toen had ik Alexandre Dumas' Homme-Femme gelezen, dat half Parijs van buiten kende en, in mijn indignatie van het oogenblik, schreef ik hem het antwoord, dat ik u met den Spectator zenden zal.

Denk nu niet dat ik u uitzonderingen op heb genoemd, gevallen die ééns om de twintig jaar plaats hebben, o hemel! neen. Ik wacht nog op den eersten impresario, chroniqueur, musicale commissie, directeur of wat het ook zij, die mij als artiste beoordeelen en als artiste behandelen zal. En dan wordt er geschimpt op actrices en chanteuses, die men zedeloos noemt en slecht! - Ik heb onder de artisten vele ongelukkigen aangetroffen die arm en afhankelijk waren, en bijgevolg buigen moesten voor de slechtheid van anderen, zonder in hun hart zelf slecht te wezen. Ik heb nog nooit een braaf man aangetroffen onder

[pagina 282]
[p. 282]

de honderden despoten en despootjes waarvan zij afhankelijk waren. En ben ik zelve goed gebleven, dan verklaar ik in volle oprechtheid dat dit mijne schuld niet is, maar alleen die van de omstandigheden, welke mij het succès als een triomphe de luxe konden doen afwachten, terwijl het voor de meeste anderen eene levensquestie is. Was ik arm en afhankelijk geweest dan had ik, moeten vallen als de rest. Nu ben ik besloten mijn ouden strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid vol te houden, zingende, schrijvende, lezende, akteerende, n'importe hoe! - Alles bevalt mij behalve rust, en waar ik vrouwen vind die, even als ik voor ontwikkeling en vooruitgang kampen willen, dáár ben ik klaar te helpen, welke de werkkring ook wezen moge dien zij zich gekozen hebben om hetzelfde doel nabij te komen.

Mocht ik u dus in eenig opzicht van dienst kunnen wezen, beschik vrij over mij, en beschouw mij als een oude kennis, zooals ik u gedaan heb, met wie men vriendschappelijk denken en gevoelen kan, ook zonder dat we elkander persoonlijk kennen.

.........................

 

Mina Krüseman.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Multatuli

  • over Mimi Douwes Dekker

  • over Betsy Perk

  • over Lucie Baart

  • over Elize Baart

  • over Antoine le Gras

  • over J. P. Revers

  • over Martinus Nijhoff

  • over Carel Vosmaer

  • over W.I.C. Rammelman Elsevier, jonkheer

  • over Catharine F. van Rees

  • over Julius Vuylsteke

  • over J.M.E. Dercksen

  • over Willem Doorenbos

  • over Gualtherus Kolff

  • over Jérome Alexandre Sillem

  • over Jan Versluys

  • over Jan ten Brink

  • over W.J.A. de Witt Huberts

  • over J.N. van Hall

  • over Jacob Haspels

  • over P. Haverkorn van Rijsewijk

  • over August Josef Cosijn

  • over B.P. Korteweg

  • over D.A. Thieme


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 27 december 1872