Mijn leven

Mej. C.H. Valkenburg.
Brussel 31 Januari 74.

Maar Cor ..... Mag ik alles zeggen? .... Je hebt je verdiende loon! voilà!

Wat behoeft ge uw entrée in de littéraire wereld te maken sous les auspices de Betsy Perk! Hadt gij ooit nog sukkelachtiger kunnen beginnen? .... Je bent ... onhandig! daar!

.........................

Denk je dat mijn succès minder geweest is deze keer dan het vorige jaar? Of dat mijn boeken niet beantwoord hebben aan mijn eigen hooge verwachting? Weet dan dat ik dit jaar in twee maanden tijd zes duizend zeven honderd gulden verdiend heb, dat ik gelogeerd heb bij de eerste families, dat men soupers voor mij gegeven heeft van in de dertig personen en dat ik de 2^de uitgaaf van mijn Huwelijk in Indie (zes honderd exemplaren) aan Nijhoff verkocht heb voor zes honderd gulden, terwijl mijn eerste vijfhonderd Judithen uitverkocht waren iu eenige weken tijd, vóór dat de stationsbibliotheekjes ze nog hadden.

Est-ce assez?

Gij zijt vervelend! - Ik heb geen tijd om u al mijn triom-

[p. 82]

fen mee te deelen, maar als ik zwijg, beteekent dat in 't geheel niet dat 't mij slecht gaat, zoo als gij hieruit ziet. Schrijf mij dus altijd als gij iemand noodig hebt om u te helpen, met wat ook, en adresseer u nooit meer tot stumperts als B.P. die zelv' in de sloot liggen, en er u dus van den wal af in helpen, met de beste bedoelingen der wereld, omdat zij zich in die kuil zoo hoog voelen, dat zij er nooit aan denken dat er op den wal iets hoogers wezen kan!

.........................

Regretteer uw haspelen met B.P. en Keizer dus eens de tout coeur en doe zulke dingen nooit weer.

.........................

Mina.