Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Letterbak. Moeles van de sjalevaeger (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Letterbak. Moeles van de sjalevaeger
Afbeelding van Letterbak. Moeles van de sjalevaegerToon afbeelding van titelpagina van Letterbak. Moeles van de sjalevaeger

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (13.54 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Letterbak. Moeles van de sjalevaeger

(1999)–Wim Kuipers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Kaanjel ziep in de kal

Er zijn niet alleen (losse) mooie woorden. Schoonheid kan ook ontstaan door spelen met de betekenis van woorden. Limburgse woorden creatief gebruiken, zodat ze weer nieuw lijken. Niet alleen schrijvers doen dat. Ook gewone mensen, hoewel: is de stadsprins van Maastricht gewoon? Eentje uit de lange rij riep op seizoenskaarten voor het toen zo jammerlijk gedegradeerde MVV te kopen, want de jongens waren weer keihard aan het werk, het zjweit kaanjelde langs häöre rök. Ik denk dat het de zjweit is, mannelijk, maar het gaat om dat hoogstoriginele kaanjele. Een kaanjel is een goot, zowel dakgoot als de goot langs de weg. Daar een werkwoord van te maken: schitterend, en ik vond: als je zo je taal gebruikt, zit je voor mij in de eredivisie. Dat heeft voor MVV nog een jaartje langer geduurd, maar allez. Tussen haakjes: hoe moet je dit kaanjelde in het Nederlands overbrengen? Gootte? Dat begrijpt niemand. Nee, zweet gutst in honderden sportverslagen, het is een cliché geworden, lang niet zo beeldend als kaanjelt. Hoewel: een guts is een holle beitel, lijkt op een dakgoot, maar er loopt geen water door.

Zoals door de kal, die ondergronds water afvoert. In Stevensweert hoor(de) je: het merbelke dreef mit de leuter door de ziep nao de kal. De knikker dreef met het zeepsop door de afvoergoot (buiten) naar de overdekte goot. Afvoergoot, daar kun je zijp voor zeggen, maar wie kent dat woord nog? En dan heb je voor kaanjele sijpelen (Limburgs: ziepe), maar - denk ik - te zwak voor de inspanning van die mannen. Zo mooi kan oos Taal zijn.

Nog even sijpelen: kaanjel en kal stammen, evenals kanaal, af

[pagina 34]
[p. 34]

van het Romeinse canalis, dat buis betekent, en daar zit het woord canna in: riet.

De herkomst van woorden is echter een ander vak. Mij gaat hetom het gebruik. Creatief gebruik, en wel rap. Ik heb vaker over onze taal gehoord dat die het edelste was dat de vaderen ons gegeven hebben, misschien wel uit de hemel gevallen, zoals in een vertaling van ons volkslied staat, maar wat hebben we met die taalschat gedaan? Gewoekerd, zoals de Bijbel van ons vraagt? Nee. We hebben ze begraven in woordenlijsten, vastelaovesgezetjes en slechte gedichten. Amen.

Er moet derhalve veel meer geschreven worden in het Limburgs. Dat moet in boeken komen, boeken die gekocht en gelezen worden. Er zou naast Veldeke, waarin toch veel artikelen staan over dialect in het algemeen, over volkskunde, huishoudelijke mededelingen, een apart blad moeten komen met louter literaire bijdragen. Frits Criens heeft me daarvoor een fraaie naam geleverd: de sjteek. Ik citeer: De sjteek is 't ierste waat van ei gesjlach verke kump: ich mein de nere, de laever en nag get van die dinger. Ze gónge sebiet de pan in en det waas mouze, den det kreeg me mer ins of twie kier in 't jaor, dus dao keekste nao oet.

Zo moet je het Limburgs op gaan bouwen, en dan kunnen we mouze: smullen.

Daar gaat het laatste deel van dit boek over.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken