Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Letterbak. Moeles van de sjalevaeger (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Letterbak. Moeles van de sjalevaeger
Afbeelding van Letterbak. Moeles van de sjalevaegerToon afbeelding van titelpagina van Letterbak. Moeles van de sjalevaeger

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (13.54 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Letterbak. Moeles van de sjalevaeger

(1999)–Wim Kuipers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Huimenke Wiegel

Daar wil ik het verder niet over hebben. Wel over het weer. Een even uitgebreid onderwerp als scheldwoorden. Het Limburgs zal zeker een paar honderd weerwoorden hebben. En spreekwoorden niet te vergeten: elke sint heeft zijn wind.

Laat ik beginnen met een wind, meer speciaal met een hoogstwaarschijnlijk uit het Frans overgewaaid woord. Dat wordt nu in de luchtvaart gebruikt voor turbulentie, als het vliegtuig sjöddelt en sjoek: remous. Eerdere betekenissen zijn: gedrang van een menigte, kielzog en werveling. Een Nederlands woord voor turbulentie zou luchtbranding zijn. Aardig als je even nadenkt: in de branding word je ook heen en weer gesjöddeld.

Je hoort het Franse woord af en toe nog in een oorspronkelijker betekenis. ‘Er is remous geweest in de partij’, citeert v. Dale Hans Wiegel: deining, herrie. Maar toen een ouder kamer-

[pagina 93]
[p. 93]

lid onlangs op zijn Wiegels wat remous in de paarse samenwerking constateerde, noteerde een verslaggever remousse, alsof het een gerecht was (citroenmousse). Niet goed geluisterd, want bij remous wordt de s niet uitgesproken.

 

Mijn schoonvader uit Helden zei ook geen s toen hij mij vertelde dat hij bijna verongelukt was: eine remo had wel zestig pannen van zijn voormalig kippenhok weggeblazen - en hij stond er heel dicht bij. Ik noteer maar remo, want ik heb het woord in geen van onze woordenboeken aangetroffen.

Er zijn andere woorden voor de wervelwind. Houwmouw bijvoorbeeld. Toon Weijnen schrijft in zijn Etymologisch Dialectwoordenboek houwmou, maar verklaart dat mou verder niet. Hij meent dat het (hele?) woord een volkse verandering is van het woord houde, Duits Holde: vriendelijke vrouw. Die Holden waren de Walküren die met Wodan door het luchtruim joegen, zegt hij. Holde is nu een elf of ook ei wit wief, dus zo heel gek is die verklaring niet.

Ik zit echter met dat mouw, Limburgs woord, dat Weijnen ook heeft: droge humusarme grond. Molm, rul zand, agrarisch gekenschetst als: lóchte raekel. En juist die wordt door een wervelwind tot bij Wodan omhoog gejaagd.

Kunt u zich voorstellen wat je ziet bij een wervelwind, zo'n zuil van zand? Die lijkt wel wat op een mouw. Stop, hier ga ik te ver, dit is niet mijn verklaring, maar ik wijs erop dat hoos in windhoos ons woord haos is: kous. Ook een zuil.

Een zware remo neemt dakpannen mee (een superzware hele duinpannen, met caravans en al), een wat kleinere stof en zand, en een beginneling mag zich uitleven in het hooi. Daar kan hij (of is het een vrouw?) mooi mee spelen, hooi tirvelend de lucht in blazen, weerkunstige acrobatiek, we noemden dat verschijnsel huimenke.

Is dit menke ook ergens een bedreigend wezen (ik moet trouwens onweerstaanbaar - onweer, wat moet dat nou weer? - aan politici denken, windmakers), een wezen (deze zin raakt hele-

[pagina 94]
[p. 94]

maal in de war, zoals een rij augurken waarin mijn huimenke zijn kunsten vertoond heeft), ik wou zeggen: is dat huimenke soms een broertje van de kroeselman? Dat is een insekt dat verlekkerd is op bloeiende kruisbessen (kroesels, kroonsjele, sjtaekbaere), maar ook een wezen waarvoor kinderen bang gemaakt werden, zodat ze geen onruipe kruisbessen zouden eten. En de haokeman? Die trok vengige (avontuurlijke) kinderen diep het water in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken