Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In excelsis (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van In excelsis
Afbeelding van In excelsisToon afbeelding van titelpagina van In excelsis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

Scans (10.96 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Illustrator

Cuno van den Steene



Genre

proza

Subgenre

verhalen
heiligenleven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In excelsis

(1947)–Albert Kuyle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 179]
[p. 179]


illustratie

Gabriël
Aartsengel

HET IS WONDERLIJK DEZE VORST DES LICHTS IN DE KALENDER TE ZIEN STAAN. De nis is te klein, het licht zengt te zeer aan de ogen, de heilige geburen dekken hun ogen af voor de witte gloed, die vanaf gelaat en borst komt stralen. Het is een licht uit de stilte, uit de eenzaamheid rond den Allerhoogste. Een gletscherrug die de zon weerspiegelt.

Zeven Aartsengelen staan voor de troon van God, en temidden van hen is het onblusbare Vuur. Zij zijn de vertrouwde hovelingen, maarschalken van het ontelbaar heir, van de legioenen die vleugelzoevend tussen hemel en aarde zijn.

Het is geen sterveling gegeven te blikken in het Licht. Zij die er één verblindende straal van hebben gevangen, stamelen over wat zij hebben

[pagina 180]
[p. 180]

gezien: een bloemenkrans van negen windingen waarbinnen het Onzegbare is, en ze gaven al die hemelkoren geheimzinnige namen, alsof de vrees hun belette duidelijk te zijn.

Serafijnen, cherubijnen, tronen, heerschappijen, krachten, machten, vorstendommen, aartsengelen en engelen, namen die vol glans en heerlijkheid zijn. In bijna iedere prefatie worden wij herinnerd aan hun eindeloze jubel, aan de onsterfelijke hymne van hun eeuwig Sanctus.

Gabriël wil zeggen: kracht Gods.

Waar Michaël strijdvaardig en toornig de lans draagt, de voeten op de kronkelende nek van de vorst der duisternis, overwinnaar in de strijd tegen de draak die het erfdeel Gods belaagt, drukt Gabriël alleen Maria's lelie tegen de borst, of draagt hij een kleine vaan met zich, waarop de eerste woorden van zijn allerheerlijkste boodschap geschreven staan: Ave Maria. Hij is de boodschapper van zijn Heer, de Koerier des Hemels, de diplomaat der Voorzienigheid. Altijd waren het de geheimen van de Verlossing die hij in het hart en op de lippen droeg. Hij daalde af om de geboorte van de Doper te voorzeggen, zoals hij Daniël het Rijk Gods had geopenbaard. Toen de tijden vervuld waren en hij gezonden werd naar Nazareth, werd hij voor eeuwig de boodschapper van ons heil.

Het heeft schrijvers, dichters, schilders altijd weer bezig gehouden: hoe dit geweest moet zijn. Het stille licht over het stadje en, snel

[pagina 181]
[p. 181]

groeiend aan de azuren hemel, de witte zwingen van de Aartsengel die als een postduif uit Gods til het bericht komt brengen, dat ons allen tot bevrijden maakt.

De Maagd is in haar kamer, maar door deurgat en vensteropening valt het licht, als brandde het bij de buren. Beiden sidderen van ontzag: Gabriël die de Moeder ziet van zijn Gebieder, Maria die in de afgrond van licht moet zien, in de Eeuwigheid die zich een wijle bergen wil in de tijd, die het Woord krijgt aangezegd dat in háár Vlees wil worden. Dan staat er niets van Gabriël beschreven tot hij, aan het hoofd van de zwermen die de Heilige nacht verlichten, jubelend zwiert aan de hemel van Betlehem. Maria kerkent zijn stem boven het gedruis van de legioenen: de stem van de Boodschap die nu het vervoerde Gloria in Excelsis zingt. Hij is haar vertrouwd geworden. Voelde zij niet hoe hij naast haar zweefde toen ze huppelend ging naar Elisabeth? En was het niet Gabriël, - wetend hoe zij Elisabeth vinden zou, gezegend in haar ouderdom, - die haar hart licht gemaakt had als een rusteloze vlinder?

Maar nog is zijn taak niet gans vervuld.

Eerst als hij, verzengd van blijdschap en ontzaglijke vreugde aan de poort des Hemels staande, zijn Heer zal zien nader stijgen op de dag van de Hemelvaart, dan zal hij zijn plaats hernemen voor de troon. Nu moet hij nog toeven op de onherbergzame aarde. Hij moet Jozef waarschuwen tegen Herodes, en

[pagina 182]
[p. 182]

hem sterken op de lange, lange reis.

En in al deze jaren van wachten tot het Woord Zichzelve gaat verkondigen, zal hij rond zijn Heer zijn in de o zo bescheiden hofhouding van Nazareth.

Roepen wij Michael de sterke, de onoverwonnen vechter aan tegen de vijanden van Gods Kerk, laat ons Gabriël gedenken en eren als de uitverkoren drager van de boodschap waarmede de geschiedenis van het Christendom op aarde een aanvang nam.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken