Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
Afbeelding van Letterkundig woordenboek voor Noord en ZuidToon afbeelding van titelpagina van Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.45 MB)

Scans (48.78 MB)

XML (4.53 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid

(1952)–K. ter Laan–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Reinaert de Vos]

Reinaert de Vos, reeds voor 1250 in 't F. opgesteld in verschillende ‘branches’, afzonderlijke verhalen. In 't Mnl. tot één meesterlijk geheel gebracht in de voorstelling van een feodale maatschappij, bestuurd door koning Nobel, de leeuw. In die wereld is Reinaert de man, die zich om wet noch recht bekommert, totdat de maat van zijn misdaden volgemeten is en het geding voor 's Konings hof aanvangt. Tot de galg veroordeeld, weet hij zich te redden doc het verhaal van een verborgen schat; hij komt vrij met een bedevaart, die hij ook nooit zal doen. Satire op de feodale samenleving, ± 1260. Maerlant maakte er in zijn Rijmbijbel van 1270 gewag van.

Willem, de Ned. dichter, volgde in hoofdzaak de F. ‘branche’ van ± 1204, getiteld Le Plaid ('t Pleidooi). Hij schiep evenwel een nieuw werk. Van hem is de parodie van de ridderroman; van hem de meesterlijke beschrijving van de dierenwereld; koning Nobel, Isegrim, Bruin de Beer, Tibert de Kater zijn figuren geworden, aan het gehele volk bekend, evenals Reinaert zelf, ‘de felle metten roden baerde’. Reinaert was van 't begin af de held der gemeenten.

Van de dichter is alleen zijn eigen mededeling bekend, dat hij ‘den Madoc maecte’, een roman uit de Britse Sagenkring. Hij was thuis in Oost-Vlaanderens Noordelijk gedeelte. Leonard Willems kwam tot het vermoeden, dat er nog een dichter aan Reinaert gewerkt had, welk vermoeden bevestigd werd, toen men 1908 het nieuwe hs. vond, waarin Aernout genoemd wordt als dichter van het laatste gedeelte. Aernout behoorde thuis in O. Vlaanderen. Dr. Van Mierlo houdt alleen Willem voor de dichter. (Verslagen Vl. Akademie 1937, 1942) Hij leest in vers 4-6:

 
Dat die avonturen van Reinaerde
 
In dietsche onghemaket bleven,
 
Die Perrout hevet vulscreven.

Reinaert was tijdens de uitgave door Jonckbloet in 1856, opgedragen aan Jacob Grimm, nog alleen maar bekend uit het Comburgse handschrift, te Stuttgart bewaard. Naar het Comburgse hs. werd Reinaert het eerst uitgegeven door Gräter in 1812; een onnauwkeurige diplomatische afdruk. Daarop volgde in 1834 het standaardwerk over Reinhart Fuchs van de hand van Jacob Grimm. Deze betoogde, dat de diersage van Germaanse oorsprong was en reeds dagtekende van vóór de Volksverhuizing. Doch het is gebleken, dat het dieren-

[pagina 431]
[p. 431]

epos door dichters is opgesteld, eerst in 't L., later in de volkstaal. De oudste L. bewerking van dierfabels, van Paulus Diaconus, is reeds uit de 8e eeuw.

Het eerste uitvoerige L. dierenepos is Ecbasis Captivi (Verlossing van de gevangene), geschreven in de abdij St. Evre bij Toul; met inlassing van verhalen van Indische of Arabische afkomst; ± 936. Het oudste L. gedicht met diernamen, tevens het uitvoerigste, is Ysengrinus van magister Nivardus te Gent, 1151, monnik in 't klooster Blandinium; het bevat 12 novellen uit Aesopus of uit het Oosten. Uit deze en andere L. geschriften hebben de volksdichters in Frankrijk geput. De Ned. bewerking is voor de eerste helft vertaling uit het F.: de hofdag, de indaging van Reinaert door Bruin de Beer, Tibert de kater en ten derden male door Grimbert de das. Verder is het gedicht oorspronkelijk werk; tezamen het allerbeste stuk uit de gehele Mnl. letteren. Een zekere Baldwinus vertaalde Reinaert reeds vóór 1280 in het L. Omstreeks 1375 heeft een onbekende dichter het verhaal bewerkt in de geest der leerdichters en voegde hij er een vervolg aan toe. Ook laste hij tal van nieuwe dierfabels in, ontleend aan verzamelingen als Esopet. De voortzetting alleen al telt 4000 regels, maar deze mist de kunst van de oude dichters Aernout en Willem. Het is de nieuwe dichter om lering te doen: de mensen deugen niet en de geestelijkheid komt er niet beter af. En zo komt de dichter met veel wijze lessen. Reinaert II is dus wel een heel ander werk geworden dan Reinaert I. Reynardus Vulpes, de L. bewerking, werd in 1473 gedrukt te Utrecht; herdrukt door Campbell 1859.

In 1479 verscheen Reinaert III, het volksboek in proza, soms bijna woordelijk gelijk aan Reinaert II. Daarnaast werd de oude berijmde tekst van Reinaert II gedrukt, door Henric van Alkmaer, verdeeld in 4 boeken met genummerde hoofdstukken met opschriften. Deze bewerking werd 1498 in 't Nederduits vertaald en te Lübeck uitgegeven. Mr. Jacobus Scheltema gaf 1826 deze Lübeckse tekst uit met een prozavertaling in 't Nederlands; nieuwe uitgave v. Fr. Prien, 1887.

Het volksboek werd uitgegeven 1877 door Dr. Martin te Paderborn. Dr. J.W. Muller en Logeman stelden Die Hystorie van Reynaert die Vos op, 1892. In 1564 verscheen er nog weer een volksboek van Reinaert te Antwerpen, nu in R.K. zin. Toch kwam het in 1570 op de index. Herdrukt te Delft bij Schinckel in 1589. De voor R.K. aanstotelijke plaatsen werden er uitgehaald en toen werd de nieuwe bewerking van het volksboek goedgekeurd door Maximilianus van Eynatten, scholaster van de hoofdkerk van Antwerpen, tussen 1612 en '18. Nog weer herdrukt 1778.

L. Willems ontdekte in de bibliotheek van de hertog van Aremberg nóg een volksboek en wel op rijm en met veel platen. Dit is 't Vonnis der Dieren over Reynaert den Vos, oft Spieghel der Archlisticheyt, Antwerpen 1651; van Seger van Dort. Deze nieuw ontdekte Reynaert telt 3350 verzen en volgt het volksboek van Van Eynatten. Zodat er volgens L. Willems de volgende Nederlandse bewerkingen zijn geweest:

1. Aernouts Reinaert; 2. Reinaert I; 3. Reinaert II; 4. Reinaert III, het volksboek van 1479; 5. het volksboek van 1564; 6. het nóg meer katholieke volksboek van Van Eynatten; 7. 't Vonnis der Dieren.

Te Winkel is van oordeel, dat Aernout het eerste deel heeft geschreven, dus de vertaling uit het F., en dat Willem daaraan het tweede zelfstandige gedeelte heeft toegevoegd.

J.F. Willems gaf in 1836 Reinaert II uit; 2e druk 1850. In 1856 kwam Jonckbloet met Reinaert I; in 1874 E. Martin met Reinaert I en II, te Paderborn; in 1887 Van Helten. De uitgave van F. Buitenrust Hettema en J.W. Muller is van 1903-'10. Te Bremen werd in 1922 Reynke Voss de Olde herdrukt, een Platduitse uitgave van Reinaert II. De uitgave van Martin herdrukt en verklaard door Kaakebeen en Ligthart, 1909. Het nieuwe hs. van Reinaert I was in het bezit van de ‘vorst’ Salm-Reiffenscheidt en werd 1908 gevonden op zijn slot te Dyck bij Capellen, drie uur van Neuss. Het bevatte ook nog de tekst van Der Naturen Bloeme van Van Maerlant. Het hs. is ouder dan het Comburgse; Reinaert uitgegeven door Hermann Degering uit Munster, 1910. Na de vondst van dit tweede volledig hs. bewerkte J.W. Muller een critische uitgave vanwege de Kon. Vl. Academie te Gent, 1914; 2e druk 1939, in de Leidsche Drukken van ‘Letterkunde’. Moderne bewerkingen kwamen van J.F. Willems, 1834; van Prudens van Duyse, 1856; van Julius de Geyter, 1874; van Stijn Streuvels in proza voor het Davidsfonds, 1908; van H. Melis te Antwerpen; van E. de Seyn te Brugge; van C. Lindemans te Leuven; van C. Voorhoeve te Leiden, 1932. Reinaert in 't Groningers vertaald door J. Dijkstra. In 't Zuidafrikaans Jakhalsstreke, ‘'n vrije vertaling’ voor kinderen. I. Teirlinck gaf 1910-'12 De toponymie van den Reinaert uit.

Studie over De psychologie van Van den Vos Reinaerde door A. Defresne, 1920. Nieuwe uitgave van Reinaert door Prof.

[pagina 432]
[p. 432]

Hellinga, 1944; en van Dr. P. d e Keyser, 1947. Over 't aandeel van Willem en Aernout een studie van Dr. G.G. Kloeke.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken