Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De avonturen van Pinkeltje (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van De avonturen van Pinkeltje
Afbeelding van De avonturen van PinkeltjeToon afbeelding van titelpagina van De avonturen van Pinkeltje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.37 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De avonturen van Pinkeltje

(1939)–Dick Laan–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

VII Pinkeltje in de sneeuw

‘Rrrrt! Rrrrt! Rrrrt!’ - heel hard kwam Knabbeltje het muizenholletje binnen rennen, en bomde tegen Pinkeltje aan.

Pinkeltje rolde er helemaal van ondersteboven en zijn pijpje viel uit zijn mond. Die arme Pinkeltje, wat was hij geschrokken!

‘Hè,’ zei Pinkeltje tegen Knabbeltje, ‘waarom laat je mij zo schrikken!’

Maar Knabbeltje zei: ‘Voel eens aan mijn neusje, dat is helemaal koud, want buiten sneeuwt het, en de kindertjes zijn bezig met een heel grote sneeuwpop te maken.’

‘Dat wil ik dan ook wel eens zien,’ zei Pinkeltje, en heel voorzichtig keek hij uit zijn holletje, de kamer in van het huis, waar hij en de muisjes woonden. Pinkeltje zag niemand in de kamer, daarom liep hij gauw naar het raam. Eerst klom hij op een voetenkussen en toen langs de poot van een stoel tot op de stoel en toen op de vensterbank.

[pagina 46]
[p. 46]

‘Brrr, wat was het koud,’ vond Pinkeltje, maar dat kwam, omdat het raam op een kier open stond.

‘Weet je wat,’ dacht Pinkeltje, ‘ik kruip door het open raam op de vensterbank, naar buiten.’



illustratie

En toen stond Pinkeltje in de sneeuw, want op de vensterbank lag wel een vinger dik de sneeuw. Nu kon Pinkeltje de kinderen zien, het jongetje en de twee meisjes. Ze rolden grote ronde sneeuwballen, die zetten ze dan op elkaar tot het een echte sneeuwpop werd. Maar Pinkeltje kreeg koude voetjes, dus stapte hij maar flink op de vensterbank.

Maar och, och, daar gleed Pinkeltje uit en viel voorover in de sneeuw op de vensterbank en toen... gleed Pinkeltje ineens zo maar vanzelf vooruit naar de rand van de vensterbank.

[pagina 47]
[p. 47]

‘Knabbeltje! Knabbeltje! kom me gauw helpen want ik val!’ riep Pinkeltje, maar Knabbeltje hoorde het niet, omdat hij in zijn warme muizenholletje zat. En toen ineens, ‘plof, plof, plof,’ rolde de arme Pinkeltje van de vensterbank in de tuin en helemaal onder de sneeuw.

‘O! o! ik zie niets meer!’ zuchtte Pinkeltje. En net wilde hij proberen op te staan, toen hij voelde, hoe vreeslijk hij door elkaar geschud werd, zodat de sneeuw helemaal om hem heen kwam te zitten. En toen was het net, of hij door de lucht vloog.

‘O, Grutje, o Grutje! wat gaat er nu met me gebeuren!’ En ‘boem!’... daar bomde Pinkeltje in de sneeuwbal ergens tegen aan. En weet jullie, wat dat was?

Het jongetje had een flinke sneeuwbal gemaakt en die sneeuwbal tegen het gezicht van de sneeuwpop geplakt, om den sneeuwman een mooie neus te geven en in die sneeuwneus, daarin zat nu die arme Pinkeltje!

Maar dat wisten de kindertjes niet. De kindertjes dansten nu om den sneeuwman en riepen:

‘Sneeuwman, Sneeuwman, pak me dan, pak me dan!’

Maar de sneeuwman kon hen niet pakken, omdat hij alleen maar van sneeuw was. En die arme Pinkeltje hoorde de kinderen zingen en hij kon niet uit de sneeuwneus komen en toen huilde Pinkeltje heel kleine traantjes!

[pagina 48]
[p. 48]


illustratie

[pagina 49]
[p. 49]

‘Klap! klap! klap!’ klapte de moeder in de handen en riep: ‘Kinderen! Thuiskomen! Eten!’

En in het muizenholletje waren alle muisjes erg verdrietig, omdat Pinkeltje er nog niet was.

‘Weet je, wat we doen,’ zei Knabbeltje tegen Kraaloogje, Grijshuidje, Zwartsnoetje en Langstaartje, ‘we gaan allemaal Pinkeltje zoeken,’ en ze liepen gauw naar buiten.

‘Pinkeltje! Pinkeltje! waar ben je?’ riepen ze.

Maar Pinkeltje kon niets zeggen. En de muisjes riepen maar en klommen overal heen of ze iets van Pinkeltje konden zien.

Kraaloogje was zelfs boven op den sneeuwman geklommen en wat zag hij toen ineens... Uit de neus van den sneeuwman stak een heel klein, blauw stukje van de muts van Pinkeltje.

‘Komt eens gauw kijken!’ riep hij tegen de andere muisjes.

‘Daar is het mutsje van Pinkeltje!’ En de muisjes klommen zo vlug ze konden op den sneeuwman en dadelijk begonnen ze met hun pootjes de sneeuw weg te krabbelen. En daar kwam het aardige gezichtje van Pinkeltje uit de sneeuw.

‘Wat ben ik blij, dat jullie me gevonden hebben,’ zei Pinkeltje, ‘haal me er maar gauw uit.’

Maar wat was dat... daar riep Grijshuidje ineens: ‘Snorrebaard! daar is Snorrebaard!’ en ‘floep! floep! floep!’ weg holden de muisjes.

[pagina 50]
[p. 50]

‘Ho! Ho!’ riep Pinkeltje verschrikt. ‘Ik kan nog niet alleen uit de sneeuwneus komen!’ Maar de muisjes waren weg.

‘Trip, Trip, trip-trip’... heel voorzichtig stapte Snorrebaard, de poes, door de sneeuw - en ineens zag Pinkeltje hem.

‘Snorrebaard!’ riep Pinkeltje van bovenaf.

‘Wie roept mij daar?’ miauwde Snorrebaard.

‘Ik! Pinkeltje! Lieve Snorrebaard, ik zit in de neus van de sneeuwpop en kan er niet uit.’



illustratie

‘O, Pinkeltje,’ zei Snorrebaard, ‘ben jij het? Wat doe je daar in die sneeuwneus?’

En Pinkeltje riep terug: ‘Ik ben er per ongeluk ingekomen, wil je me helpen?’

‘Natuurlijk, Pinkeltje,’ zei Snorrebaard en met zijn grote poot gaf hij een harde klap tegen de sneeuwneus.

[pagina 51]
[p. 51]

‘Rommeldebommeldebom!’ rolde de sneeuwneus met Pinkeltje op de grond.

‘Ho! Ho!’ riep Pinkeltje verschrikt, terwijl hij viel. Maar daar op de grond gekomen, viel de neus uit elkaar en lag Pinkeltje tussen de stukken sneeuw.

Met één sprong was Snorrebaard bij hem, pakte Pinkeltje voorzichtig op en droeg hem gauw naar binnen tot vlak bij zijn holletje.

‘Dank je wel, Snorrebaard,’ zei Pinkeltje, ‘wat ben ik blij weer in mijn holletje te zijn.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken