Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De avonturen van Pinkeltje (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van De avonturen van Pinkeltje
Afbeelding van De avonturen van PinkeltjeToon afbeelding van titelpagina van De avonturen van Pinkeltje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.37 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De avonturen van Pinkeltje

(1939)–Dick Laan–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]

VI Pinkeltje en de houten beestjes

Pinkeltje zat met de vijf kleine, grijze muisjes in hun holletje achter de etenskast.

‘Wat is het stil in de kamer, hè Pinkeltje,’ zei een van de muisjes.

‘Ja,’ zei Pinkeltje met zijn piepstemmetje, ‘ik denk dat er niemand thuis is, ik zal eens gaan kijken.’

Heel voorzichtig stopte Pinkeltje zijn hoofdje door het muizengaatje en keek langs de poot van de etenskast de kamer eens rond, maar de kamer was helemáál niet leeg. Aan de tafel zag hij het kleine jongetje, dat met een prachtige doos met mooie houten beestjes speelde.

‘Kom jullie eens gauw kijken,’ zei Pinkeltje tegen de muisjes, ‘wat een leuk rijtje houten beestjes het jongetje daar op de tafel heeft gezet. Een koetje, een paardje, een olifant met een grote snuit, een schaapje, o, en nog veel meer.’

Toen alle beestjes mooi op een rijtje stonden, gaf het jongetje met zijn handje een tik tegen één van de beestjes en ‘rrrt - rrrt - rrrt’ rolde de hele rij ondersteboven.

[pagina 39]
[p. 39]
Pinkeltje en de muisjes moesten hierom zó lachen, dat Pinkeltje gauw zijn mutsje voor zijn mond hield, anders had het jongetje hem misschien nog gehoord.

illustratie

Maar toch schrok Pinkeltje ineens, want daar viel de mooie olifant van de tafel en toen... o, toen zag Pinkeltje, hoe het jongetje van de stoel afklom om
[pagina 40]
[p. 40]

de olifant op te rapen, en Pinkeltje wilde roepen:

‘Pas op! Pas op! jongetje, je stapt boven op de olifant,’ maar dat durfde hij niet, omdat het jongetje dan zou weten, waar hun holletje was. En hij zag, hoe de voet van het jongetje juist op de snuit van de olifant trapte en ‘krak - krak - krak’ - daar brak de snuit eraf. Pinkeltje hield zijn handje voor zijn mondje van schrik. Het jongetje pakte voorzichtig het olifantje op en toen hij zag, dat het kapot was, begon hij ineens heel erg te huilen. En Pinkeltje vond het ook zo naar voor het jongetje, dat er in zijn ogen ook kleine traantjes kwamen.

Toen kwam de moeder binnen en toen ze hoorde, dat de olifant stuk was, keek ze ook heel verdrietig en samen pakten ze toen alle beestjes weer in de doos.

Toen het al heel, heel laat was en alle mensen in het huis sliepen, zei Pinkeltje tegen de muisjes:

‘Weet je wat we doen? We gaan de snuit weer aan het olifantje lijmen, wat zal het jongetje dan blij zijn, morgen.’

En gauw kwamen ze uit het holletje en klommen op de tafel. En alle vijf de muisjes met Pinkeltje, trokken aan het deksel van de doos, tot die helemaal open was. Toen vroeg Knabbeltje, één van de muisjes:

‘Pinkeltje, hoe moeten we dat nu doen?’

‘In de kast,’ zei Pinkeltje, ‘daar staat de lijmpot, die moeten jullie eens gauw gaan halen,’ en ‘wip, wip, wip,’ weg holden de muisjes naar de kast. Pinkeltje

[pagina 41]
[p. 41]

tilde toen de olifant en de snuit uit de doos. De vijf muisjes droegen de lijmpot naar de tafel. Pinkeltje stopte het staartje van Grijshuidje in de lijm en streek er mee over de snuit van de olifant. Samen met Knabbeltje plakte hij de snuit weer aan de olifant vast.

‘En nu gauw de lijmpot wegbrengen,’ zei Pinkeltje, ‘en dan gaan wij óók slapen.’ De muisjes pakten de lijmpot op en brachten hem weer weg.

‘Zie zo,’ zei Pinkeltje tegen de olifant, ‘nu moet je stil blijven liggen, dan is morgen je snuitje weer helemaal heel.’

Maar wat was dat! - Toen Pinkeltje weg wilde lopen, kon hij dat niet - er was een druppeltje lijm op de tafel gevallen en daar was Pinkeltje op gaan staan en nu was hij vastgeplakt aan de tafel!

‘Knabbeltje! Grijshuidje! Zwartsnoetje! Kraaloogje!’ riep Pinkeltje verschrikt, ‘kom me gauw helpen!’ Maar daar ging de deur open en kwam Snorrebaard de poes binnenstappen en ‘floep! floep! floep! floep!’ weg waren de muisjes.

‘Dag Pinkeltje,’ miauwde Snorrebaard, ‘wat doe jij op de tafel?’

‘O,’ zei Pinkeltje, ‘ik heb eens in die doos met beestjes gekeken.’

‘Heb jij ook muisjes gezien, Pinkeltje?’

‘Neen,’ zei Pinkeltje, want hij wist, dat Snorrebaard nooit lief was tegen muisjes, ‘maar weet je Snorrebaard, in de keuken staat nog een bakje met melk.’

[pagina 42]
[p. 42]


illustratie

[pagina 43]
[p. 43]

‘Hum, hum!’ zei Snorrebaard, ‘dan zal ik daar eens gaan kijken’ en vlug liep hij de kamer weer uit.

‘Gauw, gauw, Knabbeltje! Grijshuidje! Zwartsnoetje! Kraaloogje en Langstaartje!’ riep Pinkeltje, ‘gauw, kom me halen!’

En de muisjes wipten vlug uit hun holletjes op de tafel. Pinkeltje bond hun staartjes om zijn middel en toen riep hij: ‘Eén, twéé - drie!’ - De muisjes trokken allemaal tegelijk, en gelukkig, de lijm liet los.

En zo sleepten ze Pinkeltje gauw weer naar het holletje. En net waren ze er in, toen Snorrebaard weer binnen kwam. Maar die zag nu geen Pinkeltje meer en ook geen muisjes. En Snorrebaard dacht: ‘Pinkeltje is zeker naar bed gegaan.’



illustratie

De volgende morgen hoorde Pinkeltje ineens het jongetje heel vrolijk roepen: ‘Moeder! Moeder! kijk eens, het olifantje is weer heel! Hoe kan dat nu, Moeder?’

[pagina 44]
[p. 44]

De Moeder kwam aanlopen en met het jongetje bekeek ze de olifant en toen zei ze: ‘Ik denk, dat de kaboutertjes het gedaan hebben.’ En toen riep het jongetje heel hard: ‘Dank U wel, kaboutertjes.’

En Pinkeltje was erg blij, dat het jongetje weer vrolijk was en gelachen had, toen hij het olifantje weer heel zag.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken