Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Blonde Martijn (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Blonde Martijn
Afbeelding van Blonde MartijnToon afbeelding van titelpagina van Blonde Martijn

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

Scans (10.49 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Blonde Martijn

(1988)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 68]
[p. 68]

12

Na de muren komen nu de water- en gasleidingen aan de beurt. Het lijkt wel, of de muren van zo'n oud huis ondergraven zijn, doorwroet met buizen. Hoe hebben mensen zich ooit veilig gevoeld op vloeren en onder plafonds, die doorvlochten waren met hol metaal! Veiligheid is een fictie, waaraan we ons hele leven telkens een ander masker geven om erin te blijven geloven. De mens die niet meer in veiligheid gelooft, sterft. Wellicht omdat ver achter alle dreiging God staat, als eeuwige veiligheid?...

Daar gaan ze: de meterslange buizen! De kranen en bochten en knieën. Enkele stukken blijven overeind staan, omdat ze later losgehaald zullen worden met de vloer - met het plafond van de beneden-verdieping. De kranen voor warm en koud water worden gesloopt; ook in de logeerkamer, waar blonde Martijn sprak tegen Emilie van Wijdevelden.

Wat had hij het te pakken van haar! In die dagen kwam ik hem tegen, terwijl ik met Agnietje Weisse liep te drentelen. Dat mocht niet van mijn moeder - ik drentelde dus niet te dicht bij huis.

Agnietje was een aardig meisje - ze had iets aarzelends, wat je als jongen een machtig gevoel van besluitvaardigheid en kracht gaf. Ze was rondwangig en donker, met krulletjes om het voorhoofd en lange, lange wimpers die haar ogen tragisch en fluwelig maakten als ze je aankeek. Ik kon aan weinig anders denken. Mijn prestaties op school liepen snel terug.

Op niet-helemaal-vrije woensdagmiddagen wandelde ik dus met Agnietje. Ik had haar nooit een arm durven te geven of een arm om haar heen durven te slaan. Nee, ik liep zeer per toeval dicht in haar buurt, zodat ik de plooien van haar mantel tegen m'n knieholte voelde. Dat was een wonderlijke sensationele streling, waaraan de wind deel had.

In de Achterlanden kwamen we een vent tegen die ik zo gauw niet herkende. Hij zag er niet jongensachtig uit. Een donkere jas, een bleek gelaat met holle wangen en een strakke mond. ‘Dat is blonde Martijn,’ zei Agnietje met haar zoete kleine stem.

Was dat blonde Martijn??

[pagina 69]
[p. 69]

Hij hoestte en sloot al lopend zijn ogen alsof hij hoofdpijn had.

Ik was gestoord in mijn gesprek - er was juist een zin in me opgekomen, die poëtisch zou hebben geklonken, en toch de waarheid was. Want ik hechtte aan waarheid, in die dagen.

Martijn zag ons niet. Hij had het hoofd gebogen. Zelfs ik kon begrijpen, dat hij verdriet had of zware zorgen. Er was iets in hem geknakt.

‘Hij houdt zo veel van Emilie van Wijdevelden,’ fluisterde Agnietje.

Dit stootte een klein venstertje in mijn ziel open.

Vlak bij ons hief Martijn het hoofd en keek naar de jagende wolken van de late winter - een zoele dag vol grijze, halfnatte woeling langs de hemel. God, wat zag hij er uit! Ik vond opeens dat hij een lijkeneus had. Zo spits en weggetrokken, met lange neusvleugels. Zijn wenkbrauwen vlerkten daar somber bovenuit. Langs het wegje zonken zijn blikken naar de twee tegenkomers. Hij richtte ze bleek en niets-ziende naar ons en trok z'n schouders op. Hij beende ons voorbij.

‘'t Lijkt wel of hij huilt,’ fluisterde Agnietje. En ach, ik was daar bijna dankbaar voor, want echt fluisteren had ze nog niet gedaan - en wat kon mij op dat oergezonde moment de aanleiding schelen?...

Maar nee, ik moest er toch van omkijken. Blonde Martijn!... Hij was zo smal, op de rug gezien. Net een berk zonder bladeren, of een klein paaltje met een bord ‘Verboden toegang’ erop. Zijn benen stapten ook zo droomstuntelig over de stenen!... Ach, blonde Martijn!...

 

Ja, Emilie van Wijdevelden! Wat heeft hij dolveel van haar gehouden!

En zij begreep hem niet. Ze was ver-wapend met alle liederlijke verhalen die Martijn omsponnen. Ze aanschouwde slechts de ondeugdelijkheid en trouweloze flirt in hem. Het leek wel, of alle dwaze legenden rondom blonde Martijn in haar richting vluchtten, of de wind ze naar haar blies en ze aan haar voeten vlijde als feestvlaggen uit een onzinnige wereld.

Martijn wist dat niet. Als hij haar naam vernam, kreeg hij een kleur; als hij haar aanschouwde, werden zijn ogen wijd en kreeg zijn mond een glimlach - dan was hij opeens heel jong en sterk en opgewekt. Dan bruiste hij over van geest en attentie, en richtte deze hele rijkdom op haar.

Emilie accepteerde niets. Ze verschanste zich achter een we-

[pagina 70]
[p. 70]

rende vriendelijkheid, tralies van beleefdheid en kilte. Ze heeft natuurlijk ook niets voor hem gevoeld, anders had ze niet àlles zo verkeerd kunnen vertalen.

Het noodlot wilde dat Martijn haar dikwijls op zijn pad vond. Iedereen kan begrijpen, dat zijn verliefde voeten het eigen pad ook wel wat ombogen naar enige ontmoeting; doch als hij in een winkel stond, kwam zij binnen; wanneer hij in de trein stapte, zat zij in hetzelfde compartiment; ja, toen hij op de eigen geliefde zolder een boek zocht, bleek Emilie daar uit een raampje te hangen, omdat de wind haar sjaaltje in een boom had geblazen.

Hij hielp haar, vaardig en vooral niet te snel - maar wel met veel troost en beloften voor een nieuwe sjaal, als deze letsel mocht hebben. Hij boog zich onmenselijk ver uit het raampje, zodat zelfs Emilie zei: ‘Pas op!’ en dat leek hem muziek - het kwam hem voor, bezorgdheid te zijn. Hij boog zich nog verder uit het raampje, en verongelukte niet.

De sjaal werd veroverd en bleek puntgaaf te zijn.

Nee, ze had wèrkelijk geen andere sjaal nodig, van welke jongen ook. Dankjewel.

Hij wou dat ze bleef theedrinken; de geliefde onder het eigen dak!... Maar ze had geen dorst, ze ging in de Blauwe Kamer mevrouw De Schencker bedanken, dat ze even op zolder had gemoogd..., ja, Martijn was zo vriendelijk geweest, haar te helpen. Nee, de sjaal was niet vies geworden. Dankuwel en dag mevrouw, en ja, dàggg Martijn. Dat laatste bij de voordeur.

Martijn kon niet meteen sluiten. Hij bleef in de opening staan, haar na te kijken. Ach, wat recht waren haar benen, wat rank haar rug!...

Maar ze keek niet om.

En Martijn ging terug naar de zolder, waar hij zozeer mee bevriend was - en die nu nog het toverwaas van Emilie had geleend. Hij zette zich op dezelfde koffer waarop zij had gezeten, hij leunde tegen de houten wand van het meidenkamertje, hij trachtte iets van Emilie op te vangen.

De zolder hield het allemaal voor zich. Er was nog een droom toegevoegd aan het hout. Een klankloos ongeluks-geluk. Martijn voelde zich een leeuwerik; maar hij kon alleen treurliedjes fluiten.

Op een onberaden moment stuurde hij Emilie een boeket tulpen.

Ze schreef een briefje aan zijn moeder, om te bedanken.

[pagina 71]
[p. 71]

‘Werkelijk beeldig, ik had deze kleur nog niet.’ Alsof ze kamers vol tulpen had staan. En je vraagt je af, van wie dan wel. Martijn roofde het briefje en droeg het in zijn agenda mee, in de linkerbinnenzak, vlak aan zijn hart. Maar het briefje klopte niet terug.

Alleen een meisje als Emilie, hard-vriendelijk en dor, kon na al deze dingen ingaan op het plannetje van haar moeder, die naar Monte Carlo moest: een poosje logeren bij tante Charlotte de Schencker.

Toen Martijn hiervan hoorde, stond zijn hart bewegingloos. Het huis kreeg een sacraal schijnsel van zo'n vooruitzicht. Hij wist zelf dat dit overdreven was; hij had heus nooit zo gedacht over de vele mondjes die hij wèl had gekust. - Maar daarbij stond hij niet stil. Emilie was immers ook iets heel anders!... Emilie kreeg de rose logeerkamer, en dat vond hij verrukkelijk in stijl.

Hij sneed een amorbeeldje uit lindehout, verniste het vaagrose en zette dat op de toilettafel. Mama vond het schattig en prees het snijseltje als très charmant!

Emilie had het de eerste drie dagen niet gezien. En toen Martijn, popelend naar haar oordeel, het gesprek erop bracht, zei ze, dat ze het óók heel grappig vond - het zou leuk zijn als voetstukje voor een schemerlamp.

En zo verblind was Martijn, dat dit hem niet genas - nee, hij haalde het beeldje heimelijk weg, doorboorde het voor elektrisch draad en liet er een kap op plooien. Hij schonk het haar. ‘O, wat een oergek dingetje!’ glimlachte ze, ‘het is net of hij een te grote hoed op heeft!’

Het sloeg Martijn met zieke stilte. Hij dacht er geen ogenblik aan, dat zíj waarschijnlijk een te kléíne hoed droeg. Hij zei ontzet: ‘Wat ben ik een ezel, dat ik zo'n gekke kap heb uitgezocht!...’

En dat allemaal hoorden wij van buiten af. Van de werkster, die dikke Marie moest helpen, tweemaal in de week; van een vriendin van Emilie; van de melkboer, die vrijde met de dochter van de elektricien. Het hele dorp vernam het, en lachte geluidloos.

Meisjes en moeders-van-meisjes waarschuwden Emilie. ‘Kind, wéés voorzichtig!’

Ze had daar een bleke glimlach voor. ‘Díé jongen?!’ zei ze dan; ‘hij is immers alleen vreselijk vervelend!...’

Mijn moeder lachte erom met de vriendinnen. ‘Net goed!’ zei ze. ‘Ik vind dat zo'n beroerde jongen!...’ want hij was haar

[pagina 72]
[p. 72]

zonder het zelf te weten een paar keren te machtig geweest in zijn contact met mij. Ze zal zelf niet hebben beseft, gegriefd te zijn geweest door de angel van jaloezie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken