Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In het hol van de tamme leeuw (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van In het hol van de tamme leeuw
Afbeelding van In het hol van de tamme leeuwToon afbeelding van titelpagina van In het hol van de tamme leeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (13.07 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In het hol van de tamme leeuw

(1977)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

kleine klucht


Vorige Volgende
[pagina 28]
[p. 28]

3

Toen meneer Van der Spa indertijd een zeer kwasi-antiek spinet op de markt gooide, dat bij nader bekijk een bar bleek, had hij ook een muziekkamer laten inrichten. Daar kon dan meteen de vleugel staan, die mevrouw Gravelinc had geëist. Het feit dat zij er maar één eiste en van zichzelven geen aanvulling had, verraadt haar als niet-engel.

Maar die muziekkamer was toch een vriendelijk vertrek geworden, met uiteenlopende bekoring voor elk lid van het gezin. Hetty speelde jazzmoppen op voornoemde vleugel. Kees draaide er klassieke grammofoonplaten en blikte daarbij zelfs al vóór hij zich Lotje bewust werd, verlangend in de heerlijke tuin. De vader des huizes had er een Turkse trom staan, waarop hij voornamelijk in het voorjaar speelde en dan nog speciaal na een discours met een der dames; en hij verstopte zijn voorraad hoestballetjes onder in de vleugel, waar niemand ze zocht. Daar stonden zij droog en koel, juist als volgens de gebruiksaanwijzing gewenst.

Mevrouw Gravelinc geboren Bentenborg prefereerde de muziekkamer alleen, als er ruzie was in de eetkamer; deze grensde eraan, en de wanden waren prullig dun. Haar muzikale gaven grensden meer aan het kale dan aan het muzische - de vleugel was een van haar onmatig hoge sprongen naar enig gebied geweest, dat zij niet zou beheersen.

Liza ten laatste, ging slechts met grote overgave naar de muziekkamer om er te huilen. Nergens weende zij lekkerder - de akoestiek was perfect en inspirerend. Achter de vleugel stond in een rustig hoekje een heel gemakkelijke onechte antieke stoel; en nimmer voelde Liza zich zo volmaakt ongelukkig, als wanneer zij in die stoel zat en haar verdriet losgooide.

Het mag dus geen wonder worden genoemd, dat mevrouw Gravelinc en Liza elkaar daar troffen na Het Scheldwoord. De oude dame vertoefde er reeds. Zij staarde krampachtig voor zich henen met ietwat ronde ogen, en hield met beide handen

[pagina 29]
[p. 29]

zichzelf omklemd. Het geheel had veel weg van een broedse pelikaan; en al was die nu niet direct haar inspiratie geweest, dan waren haar gepeinzen toch vervuld van het aangrenzend vraagstuk, wat zíj was, indien Liza enig hardgekookt onfris broedsel moest zijn. En die bepeinzingen schenen haar niet gelukkig te stemmen.

Toen Liza tegen de gesloten deur leunde en haar aankeek terwijl haar neus en ogen buiten hun oevers dreigden te treden, kwam er nieuw leven in de blik van de oude dame.

‘Zeg maar niets,’ beval ze, onderwijl zorgvuldig het haar langs haar rechteroor op zijn plaats strijkend, want die geschuurde muren maken je lokken zeer in de war, als zij van al te jeugdige krulkracht zijn ontbloot; en mevrouw Gravelinc had natuurlijk tijdens het gesprek in de eetkamer niet voortdurend op die stoel gezeten. ‘Je huilt stellig weer om die màn!’ Alsof ze helderziende was, inplaats van luisterlustig.

Liza gaf meer traangas en leunde tegen de piano, welke mee-galmde.

‘En dat om een auto!’ sneerde haar moeder.

Liza, die de zetel node miste, wrong haar vingers en zei schor: ‘Ik sdàk daar eed dieuwe audo...’, wat meer verstopte neus was dan Russisch.

‘Je hebt er recht op!’ betoogde mevrouw Gravelinc met klem. ‘Als je met zo'n onwezen bent getrouwd, heb je recht op alles, wat hij je kan bieden, behalve zijn schroeiende kwaadaardigheid en zijn vieze kunstjes met tandestokers!... Ik zal hem dat zometeen vertellen. Iemand moet zich in het hol van de leeuw wagen om hem te zeggen, hoe 'n làmmeling hij is, als hij geen auto's meer kan missen!’

Op dit ogenblik liep buiten langs de ramen, waar de zomer onverdroten zijn mildste glimlachen door de bomen liet stralen en de bloemen tot juichend kleuredeinen bracht, de zoon des huizes voorbij, een schel deuntje fluitend. Hij leek de zomer op juiste waarde te kunnen schatten. Zijn schreden gingen met haastig ritme veerkrachtig verder in de richting van het bosachtig gedeelte van het park.

‘Dat zo'd jokked dog kad fluited!...’ zei Liza afgemat.

‘Mannen kunnen altijd fluiten!’ antwoordde haar moeder met het air van een martelares die haar hele huwelijk heeft

[pagina 30]
[p. 30]

horen fluiten. ‘Maar Hendrik zullen we vandaag eens ànders leren!’ En Liza was harteloos genoeg, hierbij te knikken. Haar moeder voelde met spitse vingers aan haar kapsel en haar broche, wat altijd een teken van strijdlust was, alsof ze helm en borstkuras inspecteerde. ‘Maar het is je eigen schuld,’ meende ze op de drempel van het heldendom te moeten toevoegen, ‘onze smaken hebben van het begin af aan verschild!’

Liza knikte weer. ‘Ik had een witte willen hebben,’ zei ze. ‘Met groen van binnen...’

Mevrouw Gravelinc sprak toch over iets anders dan haar nazaat. ‘Geen ènkele is ooit groen van binnen,’ bitste ze.

‘Gifgroen,’ lichtte Liza toe.

‘O, dàt is mogelijk,’ prees haar moeder, ‘al begrijp ik niet, hoe je dat kunt wensen! Ik begrijp toch al niet, hoe je kon trouwen met een schepsel dat Van der Spa heette!’ De afkeuring krulde haar uit de ogen. ‘Iemand die gorgelt als de Niagara en snorkt als de Stromboli! Een man met een kop als een hongerig nijlpaard!... Ik kàn niet inzien, waarom hij jeuk op z'n hoofd moet bestrijden door -’

‘Máá...!’ mekkerde Liza pruilend. ‘Je hebt 'm me zèlf aangeraden!...’

‘O, wàt?!’ vroeg mevrouw Gravelinc geschokt. ‘Nu zal ik nog de schuld krijgen, dat jij je door iedereen laat beïnvloeden, Liza...?! Scháám je!... Ochot, ik zou geen kinderen durven krijgen, als ik Van der Spa heette...!’

‘Ik wou, dat ik een auto van hem kreeg,’ zuchtte Liza uitgeput.

Haar moeder leek voornamelijk gekwetst omdat enig nageslacht zich niet meer liet terugdraaien. ‘Kinderen van een man als Hendrik kunnen niet anders dan erfelijk belast zijn met een voorliefde voor in de neus peuteren en knoflook-eten,’ druste zij. ‘Ze zijn behept met een negatief egoïsme dat dodelijk is voor de omgeving.’ En aangezien dit een gloednieuwe gedachte scheen te zijn, rees zij op. ‘Wacht hier,’ zei ze, en voelde voor het laatst aan haar broche, voordat ze de deur opende en verdween.

Liza was op de hoogte met de dunheid van de wand, hoewel die haar niet interesseerde. Nu echter wist ze haar gedachten voor een moment te concentreren op de geluiden uit

[pagina 31]
[p. 31]

de eetkamer, terwijl ze kwijnend in de stoel neerzonk, uitkijkend over de zonnige tuin. Een lichte bries bewoog de vage groenheid van twijgen, alsof haar moeders schreden niet alleen de vloer tot trillen brachten. Zij hoorde de heldhaftige tred door de gang naar de andere deur gaan - en ja, de twijgen stonden toch een tel stil. Een onwetende vogel schaterkwinkeleerde iets liefs de geurige lucht in. Liza hoorde nu de deur openen; en reeds zette ze zich schrap. Want nu zou haar moeder natuurlijk de vijandelijkheden duidelijker omlijnen met een van haar meest aangepunte betitelingen.

Liza dankte de Hemel in stilte, dat het in de families Gravelinc en Bentenborg nooit usance was geweest, gevoelens te vertolken door een schervengericht van ontbijtbordjes. Want dat zou er toch wel in zijn gelopen...

Maar zij vernam geen woord. Geen woord. Even was het stil. Daarna was het heel even nog stiller. En direct daarna vernam Liza met bevreemding een soort geloei, dat aanzwol, áánzwol - AANZWOL, en met een afschuwelijke gil afknapte tot voltooide stilte. - Nog trachtte ze, verwonderd over de lichamelijke kracht van haar moeder, na te gaan, hoeveel auto's ze nu zou krijgen; en ze kon niet tot minder dan drie besluiten. Maar daarna stierf alle illusie in haar, want de deur kraakte open, en er wankelde een vrouwelijke ruïne binnen, met ogen die nimmer meer dicht schenen te zullen kunnen, en slepende stappen. De gelaatskleur van de bouwval was lila-achtig groen.

‘Móéder!!’ kreet Liza (omdat ze de japon herkende); en ze begreep in één flits, dat zelfs de rolschaatsen waren verkeken.

‘Hij wou me bijten,...’ fluisterde de ruïne, met belletjes op de mond. ‘Hij wou me de strot afbijten!...’

Liza haalde met een piepend geluid zoveel lucht binnen als ze kon verstouwen, en krauwde zichzelf met gevouwen handen in de maag, alsof ze daar iets op slot wilde draaien.

‘Hij stond klaar,’ borrelde haar moeder verder. ‘Achter de deur stond hij... met al zijn tanden bloot... en met 't hoofd in de nek..., zó'n aanloop wou hij nemen... En zijn ogen waren alleen nog maar wit..., met rode aderen...’

Ze omklemden elkaar om samen te sterven, want dat zou beslist onverwijld gebeuren. Het bleek nu duidelijk, dat Hen-

[pagina 32]
[p. 32]

drik van der Spa zich die wagen wilde besparen à raison van twee strotten. Reeds werd de deur van de eetkamer weer door een wilskrachtige hand geopend - een soort Batavierenhand leek het, bedelend om de schedel van welke vijand ook. -

Liza voelde nerveus aan haar briljanten hanger, hoewel deze toch niet van enig nut zou kunnen blijken bij de op handen zijnde operatie.

Maar de schreden van de man met de blote tanden en de bloeddoorlopen ogen verwijderden zich naar het andere einde van de gang; en voorlopig mochten de dames nog even hun eigen adem halen. -


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken