Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Koninklijke omnibus (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Koninklijke omnibus
Afbeelding van Koninklijke omnibusToon afbeelding van titelpagina van Koninklijke omnibus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.59 MB)

Scans (30.78 MB)

ebook (3.27 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Koninklijke omnibus

(1984)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 218]
[p. 218]

2

Heel Grifsdorp was die middag naar het Raadhuisplein getrokken, waar tegen de zijgevel van de Nieuwe Kerk een tot dan toe met een laken verspookt monument zou worden onthuld door een heuse hertog. Kinderen hadden vrij van school en volwassenen hadden zichzelf vrij gegeven, een vale zon scheen, de hoofdonderwijzer repeteerde een standbeeldlied - maar hij had de jeugd niet zo mee, als de ijsjeskerel en de nog onzichtbare hertog. Het plein was overwoeld van nieuwe jurken en krulhaar, keurige jasjes en mekaar toeknikkende notabelen. En ja, natuurlijk stonden daar ook wel de minder oppassende lieden tussen, zoals Jantje Pit, van wie iedereen wist dat hij had gestolen, zodat hij tot in eeuwigheid nooit weer enige kans zou krijgen; en Katrien Hup, die op het gebied van kerels zo blasé geacht moest worden, dat zij alleen een hertog nog nooit Van genoeg nabij had gezien. En dan had je daar drie mannen bij de opgang van het raadhuis-bordes: een sjieke jongen met prachtig golvend blond haar - en een rossige reus met een walrussnor en een nerveuze kerel die met zijn vingers op de hardstenen rand trommelde - dat waren mensen van buiten het dorp, waarschijnlijk halve intellectuelen met verstand van het een of ander - waren ze wellicht van een belangrijke krant met een sensationele inslag...? - Of was die hangsnor de schepper van het standbeeld? Dat zag je tegenwoordig vaak bij hangsnorren. Die schenen scheppingsdriftig te zijn.

Doch nee, op het bordes ging nu een magere man met een

[pagina 219]
[p. 219]

vergeestelijkt uiterlijk ontvangen worden; en de manier waarop de burgemeester hem langdurig met een handdruk beproefde, en dan blinkend van welwillendheid naar het feestpakket tegen de kerk wuifde, maakte de ander tot kunstenaar: zo gedroeg geen burgemeester zich tegen een gewoon mens.

De magere man van zijn kant wees zichtbaar voldaan op de straatversiering van papieren bloemen en welkend groen: een soort reuze-kinderverjaardag, culminerend in een erepoort met een afgezaagd woord erop, en aan de andere zijde van het Raadhuisplein in een wellustige knoop rondom het te onthullen monument.

Nee, die drie mannen hadden niets met de plechtigheid te maken - ze slenterden burgerlijk van het bordes weg naar de plaats van eventuele handeling; ze hadden geen pen of fototoestel bij zich. Een enkele dorpsdame verdraaide haar nek om het blonde haar van de sjieke jongen te bekijken, en stak zich dan aan zijn gekrulde snorretje, dat een glimlach leek op te trekken. Hij liep wel duur. Onverschillige, ritmische passen. Duurder dan de waakzame trommelaar die nu floot, of de enorme reus met het rossige haar en de hangsnor. Hoorden ze wel tezamen? Het was eigenlijk geen combinatie, deze drie.

Maar kijk, daar kwam een prachtige lichtblauwe wagen van zeer overtuigende afmeting uit de Kiekenstraat op de erepoort toerijden - en in die wagen kòn niemand anders zitten dan een hertog - ja, hier mocht het oog te gast gaan aan heuse adel. Een fijn profiel, vriendelijke ogen, een keurig weggeborstelde blonde kuif...

De auto gleed onder WELKOM door, en volgde de luchtlijn van papieren bloesem tot aan het bordes, waar de burgemeester de trap af ebde, om de hertog direct na zijn verlossing uit het glas-en-velours stevig, stevig en langdurig de hand te schudden, onder herhaling van het woord op de erepoort. Men besteeg samen de trap en verdween in het raadhuis. Het was kwart voor drie; om drie uur zou er worden onthuld. De hertog was niet hip gekleed. Hij droeg een jacquet met streepjesbroek, een hoge hoed in zijn hand en een

[pagina 220]
[p. 220]

vriendelijke glimlach op zijn gezicht - waar had hij die anders moeten laten, de arme onthuller.

De burgemeester ging na hem binnen in het gangduister, alsof hij een vergulde gevangene had gemaakt en die nu eens op de vorstelijke keper wilde bekijken.

 

‘Niet veel soeps,’ zei Pingel. ‘Jouw neus is mooier.’

‘Ja,’ viel de Boom hem bij, ‘jij bent knapper, Fijne!’

Waarmee ze zijn hart een beetje stalen.

‘Jullie lijken wel op mekaar als twee druppels water,’ aarzelde Pingel.

De Boom knikte. ‘Die vent is de vuile.’

De Fijne lachte even. ‘Zijn moeder had natuurlijk een aardappelneus,’ zei hij lichtelijk pedant. ‘Komt veel voor bij de adel. Inteelt.’

Pingel knikte. ‘Is het waar, dat jouw vader daar een paar jaar de scharen mocht slijpen voor de hertogin?...’ vroeg hij voorzichtig.

‘Hoe kom je dáár bij?!’ verbaasde de Fijne zich.

‘Ik meende gehoord te hebben, dat jouw moeder een móóie neus had,’ zei Pingel.

De Boom grijnsde. Hij krabde op zijn hoofd, dat prikte, nadat het binnen een kwartier van zwart tot rossig was teruggebracht. Met dezelfde hand voelde hij aan zijn snor. ‘Jij loopt ook mooier,’ voegde hij erbij. ‘Zouden ze jullie misschien verwisseld hebben?....’

De Fijne schokschouderde, een beetje gepikeerd over die moeders.

‘Tja, as ze naast mekaar hebben gelegen.... in het ziekenhuis, bedoel ik,’ zei de Boom. ‘Zou 'ie geld krijgen voor dat onthullen?...’

‘Natuurlijk niet,’ weerde de Fijne af.

‘Waarom doet 'ie 't dan?’ vroeg de Boom praktisch.

Maar toen kwam Het Gezelschap de raadhuisdeur uit als crème uit een dure tube - gelijkmatig, zonder proppen, en allemaal even romig. De burgemeester liep aan de linkerzijde van de hertog en sprak zeer belangstellend met hem. De burgemeester droeg een zilveren keten met een soort thee-

[pagina 221]
[p. 221]

zeefje om zijn hals, en een steek met haneveertjes. De hertog had dat allemaal niet nodig. Hij frommelde zenuwachtig met een papiertje, dat hij iene-miene-mutte-achtig van de linkernaar de rechterzak en terug stopte, al knikkend bij de belangwekkende conversatie van de burgemeester. En achter hen liepen allerlei wethouders en gemeenteraadsleden - mannen en vrouwen die hun dagelijkse kleren hadden moeten wisselen voor iets oudmodisch - maar zonder uitzondering deftig.

De Boom zei: ‘'t Is hier allemaal gosjemijne.’

De Fijne knikte, gespannen blikkend naar zijn evenbeeld.

Bij het belakende monument werd halt gehouden. Men stond daar even - het leek op aftellen; de burgemeester won.

Hij vingerde aan een microfoon, die gillen uitzond als een big; en begon toen te spreken. Dames en heren. Dat ze daar stonden, en dat het een grote eer was en dit ontroerend ogenblik waarop wij terugkijken naar dat andere ogenblik dat niet heeft willen toeven.

En de hertog stond erbij met de handen voor zijn buik gevouwen en het stukje papier ertussen, alsof er een slip van zijn hemd uit zijn broek stak. Maar dat wist hij waarschijnlijk niet. Trouwens, alle dames begrepen dat het een papiertje moest zijn, want hertogen werken niet met hemdslippen; en de heren verveelden zich al lang.

Maar nu dan, in uw aller tegenwoordigheid, was het de burgemeester een groot genoegen, het woord te mogen geven aan zijn Edele, hertog Amadeüs, en een buiging toe.

De hertog greep zijn papiertje. Hij sprak met een licht accent, wat wel sjiek deed. Hij vertelde hoe geroerd hij was, terug te mogen keren naar de grond, waar zijn - (toen loeide een nabije koe, zodat niemand ooit zou weten, wie) had gewoond. Hij had zulke heerlijke herinneringen aan de verhalen die hij in zijn jeugd had gehoord..., en nu dit lieflijk plaatsje te mogen aanschouwen! Met - hij moest heel even nauwkeurig op het briefje blikken - o, met eigen ogen. Hm, hm. Daar was dus het raadhuis, en hier de kerk - en hij was zo bewogen geweest toen hij een schrijven ontving van mijnheer de burgemeester - de notabel boog, half betrapt bij zijn gluur naar een laag gedecolleteerde wet-

[pagina 222]
[p. 222]

houdster - hij had zich verheugd en daar was hij nu.

Enkele omstanders knikten. Er diende opgeschoten te worden, de aardbeien moesten naar de veiling.

En het was een grote - hier moest hij nogmaals het papiertje controleren - uitverkorenheid..., op deze historische grond te staan en dit moment te mogen mee-beleven met de Grifsdorpers - het ogenblik, waarop hij een aandenken mocht onthullen ter herinnering aan iemand, die op deze plaats zéér had liefgehad. Nee, ìn deze plaats - o, nee, déze plaats. Zéér liefgehad. En hij was hun allen uitermate dankbaar, dat hij die onthulling mocht volvoeren. Ja, hij dànkte hen.

Jantje Pit vergat te klappen, omdat zijn ogen gekluisterd zaten aan de achterzak van Kees de Bonk. Kees zelf loerde verstolen naar zijn horloge - binnen tien minuten kon de veilingwagen langs komen. En Katrien Hup kon er níéts aan doen, dat zij door opdringend gedorpte tegen de hertog werd gespoeld, wat hevig op haar gevoel voor humor werkte. Hij keek om met een vriendelijke glimlach, terwijl hij ‘sorry, zeg!’ zei - en trok toen schutterig het laken van de gemonumenteerde.

Heel Grifsdorp keek op naar een soort misstap van ontwapend beton.

Men mocht niet geloven, dat 's hertogen voorouder een punthoofd had gehad met één oog - of was het de mond?... En met een soort nachtkastje met opengeschoven laden tot lichaam, mocht het een wonder heten, dat de voorouder enige bijdrage had geleverd tot het scheppen van een knappe jongen als de huidige onthuller. Alles tezamen bleek de dankbaarheid van de hertog geen overdreven sentimentaliteit.

Maar ja, wat wil je, Grifsdorp was op de moderne toer, en dit was hun opvatting van eertijdse hertogen van Everstein Hogenreyn.

Men keek gemeenschappelijk; de voorsten met opgepoetste culturele verrukking. De magere man met het vergeestelijkte uiterlijk was onmiskenbaar de moeder, en wie hem iets nauwkeuriger opnam, zag in dat hij weinig contact had met de

[pagina 223]
[p. 223]

natuurlijke vormen.

‘Ahem,...’ zei de hertog, die geen blijde verrassing kon voorwenden, en dus het laken aan de burgemeester gaf. Hij keek rond met vage verontschuldiging in zijn blik - en die blik viel in die van de Fijne, als een knikker in een kuiltje. De verontschuldiging werd verbazing en kleurde toen naar angst.

‘Wij zijn u zeer dankbaar,’ sprak de burgemeester, alsof het laken een zwaar gederfd stuk was in Grifsdorp.

De hertog scheurde zijn ogen los van een spiegel-nachtmerrie. Wat - er wàs iets met die man daar - hij kende die héél goed.... of niet.... Hij had hem om zo te zeggen vanmorgen nog in de vorstelijke scheerspiegel gezien - maar niet met die vulgaire snor en die spuuglok - wie wàs dit....

‘O, het is mij een grote vreugde geweest,’ antwoordde hij.

De burgemeester had een manuaal van schouderkloppen, doch tegenover adel bleef het daar natuurlijk bij.

Men schreed met stappen van plechtige voldoening terug naar het raadhuis, waar de sherry en de port wachtten met sandwiches van het lage decolleté.

Des hertogs ogen zwierven terug naar ergens een gezicht in de massa, als een wesp naar een leeg glas.

De man was er niet meer.

De zon schoof de gordijnen dicht, er begon een decent druppeltje te vallen. De burgemeester verhaastte zijn schreden. ‘We hebben het mooi even droog gehad,’ zei hij.

De hertog knikte opgelucht. Hij was een tevreden figuur.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken