Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De mooiste verhalen (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De mooiste verhalen
Afbeelding van De mooiste verhalenToon afbeelding van titelpagina van De mooiste verhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.20 MB)

Scans (17.31 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De mooiste verhalen

(1988)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 193]
[p. 193]

De ring van Paolo

Hier hebt u het ondeugende verhaal van mijn vriend Paolo, zoals hij het mij onlangs heeft verteld, terwijl we op een terrasje zaten. Paolo is een man van de wereld; en gelijk alle mannen van alle werelden ontmoet hij de liefde overal. Ik heb vaak de indruk, dat Paolo de meester is, en de liefde zijn dienares. Of - is de liefde eenvoudig een bloeiende liaan, die blijft haken achter Paolo's oogopslag, achter zijn glimlach - en zo allerlei gelukkige en ongelukkige vrouwen meesleurt...? Paolo dan, ontmoette in een smal straatje in Venetië een bizonder lieve dame, aan wie hij een ogenblik zijn hart verloor. Dit soort verliezen is bij Paolo altijd van korte duur, hij weet z'n hart telkens weer spoedig terug te krijgen.

Nadat ze samen iets heerlijks hadden gedronken in een cafeetje, dat nu es niet aan het Piazza San Marco lag, meenden beiden de partner van hun leven te hebben gevonden. Ook dit is bij Paolo een zaak van veel oefening. Hij zal de dame zeker hebben verteld dat ze schoon was - hij liegt alleen als het nodig is, en hij heeft me verzekerd dat het toen niet nodig was - en hij zal haar stellig wanhopig hebben aangestaard, nadat hij tot stilte was gekomen. Dit gebeurt niet gauw; zijn woordenschat is uitgebreid en kleurrijk. Velen zijn

[pagina 194]
[p. 194]

er reeds door verdoofd geraakt tot willoosheid toe. Enfin, zij brachten samen de ganse dag door, genoten van lieflijke dingen rondom, weerspiegeld in elkanders ogen. En op een bepaald moment nam Paolo een ring van zijn pink, en schoof die aan haar hand.

De dame was tot tranen geroerd, want het was een prachtige ring: een gegraveerde robijn in een rand van zwart-met-goud email, gedragen door twee drop-heldere briljanten. De dame lispelde ‘bello! bello! bello!’ en kuste Paolo.

Later namen zij afscheid. Geliefden nemen altijd afscheid, ik heb nog nooit gehoord van minnenden, die van het eerste ogenblik af zeggen: ‘Ziezo, en nou blijven we samen, wat er ook gebeurt!’

Ze kusten elkaar, glimlachten en gingen.

Vijf meter verder wuifden ze, en zeiden ‘tot ziens!’

Na vier meter herhaalden ze dit, en zo voort, tot er een bocht kwam in hun afscheid.

Wat nu de mooie vrouw met de ring betreft: dié had gelogen.

De volgende dag wachtte Paolo vergeefs.

En tijdens de wanhopige avond ontmoette hij een grote, zwarte Italiaan, die zíjn ring droeg.

Paolo liet niets merken. Hij kwam zéér toevallig aan hetzelfde tafeltje te zitten, begon een gesprek. En deze ras-prater wist zó te boeien, dat de man na een uur nog luisterde. Na weer een uur was hij stomdronken, en Paolo nam de ring terug. Hij betaalde de wijn en ging zijns weegs.

Twee dagen later ontmoette hij de schone van zijn inmiddels hervonden hart. Ze glimlachte en opende haar mond om een treurige klacht te uiten, dat ze hem niet eerder had getroffen - toen Paolo, blij lachend, over zijn voorhoofd streek.

De vrouw bleef met openhangende mond staan, gebiologeerd door zijn ring. Toen zag hij, dat het schijnsel van gedachten achter haar ogen, vals was. Ze drong zich tegen hem aan - ‘ik had mijn geld in een speciale voeringzak,’ vertelde Paolo mij - en ze zei: ‘Amigo - hoe kom je aan díe ring - ik dacht, dat ik hem had...! En toen ik thuis was - -’

Paolo lachte zijn stralendste grinnik. ‘Signora,’ antwoordde hij, ‘wees niet boos: ik heb er enige exemplaren van. Ik geef ze altijd aan zeer mooie vrouwen, die ik bewonder. U bent een van deze bevoorrechten geweest.’

[pagina 195]
[p. 195]

De lach bestierf op haar gelaat. Ze keek hem aan of ze een spook zag.

‘Maar,’ zei ze, en brak af.

Paolo zag haar nadenken. Hij kon haar helemaal volgen. De èchte geliefde, die de ring van haar had gekregen, bleek thuis te zijn gekomen zonder dit sieraad... Hij had iets gemompeld over een avond praten met een vreemdeling... Ja, dàt kende ze! - uit eigen aard wist ze deze soort praat te vertalen. -

‘Heb je hem niet teruggenomen...?’ stamelde ze.

Paolo trok verbaasd zijn wenkbrauwen op. ‘Toen u ten afscheid wuifde, had u de ring nog aan uw hand,’ zei hij licht verwijtend.

De vrouw staarde als naar een visioen. Ze stootte een rare gil uit; ze duwde Paolo van zich weg en rende met voorbijziening van eigen staatsie een zijstraatje in, een huisdeur binnen. Paolo volgde enigermate. Het was daar niet zó lawaaiig als elders in de binnenstad. En door het openstaande venster vernam hij haar schelle stem - geheel anders, dan het lieve geluid van tevoren - haar messcherpe stem, die krijste: ‘Stuk ongeluk...! Nee, raak me niet aan, sta op, als een dame tegen je spreekt...!’ hier had Paolo even hard moeten lachen als de man in de kamer. Maar hij hoorde het geluid van een kletsende klap, en daarna lachte de man daarbinnen niet meer. ‘Wáár heb jij die ring gelaten?’ krijste de dame.

De man mummelde iets, en Paolo kon zich geheel voorstellen, wàt hij zei: de waarheid, dat hij met een vreemdeling had zitten praten en wijn had gedronken. Daarna volgde er een béter verdeeld gevechtstumult.

‘Is dat het hele verhaal?’ vroeg ik, toen Paolo zweeg.

‘Is het niet genoeg?’ vroeg hij gekrenkt. ‘Ik heb mijn ring terug, ik heb de indruk gemaakt, schatrijk te zijn, ik heb tweedracht gezaaid, ik heb die vrouw alle triomf ontnomen en haar het gevoel gegeven, dat de kostbare ring naar een andere dame is verhuisd - dat haar vriend even ontrouw is als zijzelf. Dat heb ik allemaal gedaan, met één daad!’

Hij was vol eerbied voor zichzelf.

Ik knikte bewonderend. ‘Je bent zo geraffineerd als een vrouw,’ zei ik. En dat nam hij nu juist weer kwalijk. ‘Als je nog één woord zegt, betaal ik je vertering niet,’ bitste hij.

‘Dat hoeft ook niet,’ antwoordde ik, ‘want ik betaal die van jou.

[pagina 196]
[p. 196]

Je bent een gróót man, Paolo!’

Ik begreep dat een man, al is hij nog zo trots op eigen scherpzinnigheid, toch de waardering van een ander nodig heeft - juist in zo'n situatie als toen. Want al had hij dan hart en ring terug gevonden - íéts had 'ie stellig verloren...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken