Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De mooiste verhalen (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De mooiste verhalen
Afbeelding van De mooiste verhalenToon afbeelding van titelpagina van De mooiste verhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.20 MB)

Scans (17.31 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De mooiste verhalen

(1988)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 197]
[p. 197]

Proost

Ja, ziet u, dat drama tussen Liza en Henk... Dat begrijp ik zo goed!... Ik bedoel: ik begrijp Henk zo goed. Hoewel - ik - nee, ik begrijp Liza ook in sommige opzichten. Maar tja - Henk is een vent - en die begrijp je dan natuurlijk toch wel iets beter...

Toen ze trouwden, zei iedereen: ‘Wat een aardig stel, hè? Ze passen bij elkaar als pot en deksel.’ Nou hou ik niet van potten met deksels, dus ik was al afgeleid vóór ik enig juist inzicht had. Maar goed, ze waren allebei aardige jonge mensen - dat waren we allemaal, in zekere zin.

Henk heeft me gisteren gezegd, dat hij het lief vond, toen hij haar voor 't eerst zo hoorde praten. Ze zaten aan het verlovingsdiner, toen Henk zijn glas hief. Liza - nee, Liza was niet blauweknoperig; ze had geloof ik alleen nog nooit geklonken. Ik denk, dat haar ouwelui gewoon dronken zonder te klinken - zomaar meteen een flinke slok, om de dorst te lessen. Gewoon praktische mensen zonder veel omslag.

Nou ja. Henk ging dan opstaan aan zijn verlovings-diner, hij hief zijn glas, keek stralend naar Liza (die toen nog zeer wel het stralen waard was) en zei: ‘Proost, jongens!’

[pagina 198]
[p. 198]

Wij klonken allemaal, behalve Liza, die stiklachte en zei: ‘Hoor hèm...! Henkie, schat, wat zei je daar, proost...! Hahaha!’

En wij lachen. Ja, waarom lacht een mens toch? Ik denk soms dat het een soort bladvulling is. We waren vrolijk, we dronken op hun welzijn, Liza gierlachte, nou ja, wij ook. Je wilt niet achterblijven.

Vier weken later was er een klein etentje bij Ria; en Henk toostte. Hij had zijn tekst iets vervolledigd. Hij zei: ‘Prosit!’ En glimlachte weer.

‘Wat zeg je nou?’ schaterde Liza, die wij intussen hadden leren kennen als een opgewekt type. Gunst, hij zei ‘prosit’, en dat was wel wat deftig. Wij lachten ook, maar waren toch verbaasd: was het zó geestig...? Maar daar sta je niet bij stil. Ook niet, als een half jaar later Henk ergens opstaat en zegt: ‘Santjes, hoor!’ Naast hem was, als een te grote schijnwerper op een klein beeldje, de schaterende reactie van Liza: ‘Santjes! Hahahahahaha! Henk, wat bèn je toch een rare...!’ We vonden het wel feestelijk. Henk lachte ook, iedereen riep: ‘Santjes!’ en verder viel niets ons op.

Dat Henk een jaartje daarna ‘Santé!’ zei, en dat Liza lachte, vonden we al een beetje gewoon. Toen bij hun trouwen Henk ‘Hoebeliwoe!’ riep - dat was de kreet van hun club - en Liza brulde, vonden we dit volkomen in stijl.

Waren we zulke domkoppen?... Henk glimlachte - het was de dag dat hij dit vrouwtje volgens recht en wet aan zich bond. Ach, wat waren we ontroerd, ondanks hoebeliwoe!

Bij de eerste verjaardig van hun huwelijk gaven ze een klein, intiem etentje. Henk keek stralend naar Liza, hief zijn glas en zei: ‘Jongens, op de overjarige bruid - hoi!’ We schaterden allemaal om deze toost, maar ver boven ons uit loeide de gastvrouw: ‘Hoi zegt 'ie!!! Oh, Henk, ik lach me dóód om jou...!’

Een van de vrienden zei toen tegen me: ‘Ze is toch wel erg lacherig...!’ Maar ik was nog zo bot, hem bekrompen te vinden.

Ik werd pas wakker, toen drie jaar later diezelfde vriend aan een etentje met Engelsen, waar Henk een toost uitbracht, zei: ‘Nou gaat Liza brullen van het lachen.’ Henk dronk de gasten toe: ‘Your health!’ en ja, Liza gilde. Ik lachte om de opmerking van die vriend, en bekeek Henk. Een kort moment meende ik een aarzeling in zijn ogen te zien - een verbijstering van kleine afmeting en zeer snel vergaan.

[pagina 199]
[p. 199]

Twee jaar later zaten we aan een diner bij een Oostenrijkse attaché. Henk nam het woord, zei enkele alleraardigste dingen, en eindigde met zijn glas te heffen. Hij zei: ‘Ihr Wohl!’ Iedereen klonk met iedereen - alleen Liza lag in een klankloze stuip van vrolijk inzicht over zijn woorden. Ik dacht een bar moment: ‘Ze heeft een knak op 't gebied van toosten - dat is alles.’

Na een halfjaar zag ik hen terug - hoe kon het langzamerhand anders - op een etentje bij sportvriendjes. Er was een beker gewonnen, iedereen zong. Er was champagne. Henk hief hoog zijn glas en brulde: ‘Jongens en meiden - Skoll!’ Maar enkelen vroegen: ‘Wat zei Henk?’ want niet iedereen had het kunnen verstaan - overstemd als hij was door Liza's gier-brullende vrolijkheid, een eind verder aan de tafel.

‘Die vervelende meid!’ bromde de vriend, die al es eerder iets had gezegd.

Ik kreeg een tegenzin in diners met Liza erbij. Hoe dicht waren we bij de ontknoping - wij, die niet eens dag en nacht met Liza optrokken en dus lang niet alle heilwensen hadden horen doodlachen.

Drie weken daarna zaten we in een heel gewoon kneipie, met een glas bier. Liza zat naast Henk. Ze waren nu een ietwat burgerlijk, lang-getrouwd stel. De kinderen hadden een goeie oppas tot elf uur. Alles was veilig. Henk hield z'n bierglas lekker in de vuist en rechtte z'n rug.

‘Stil, jongens,’ zei Liza. ‘Henk gaat toosten!’ Ze nam al een ademaanloop voor de gierlach. ‘Wat ga je vandáág zeggen, Henkie?!’ En nòg - zó hardleers is 'n mens - lachten we.

Maar Henk's blik bewolkte en trok dicht. Hij hief z'n glas heel anders dan we van hem gewend waren. En hij gaf zijn vrouw een opdonder met die pul op haar hoofd, dat het klonk. Liza kreeg zienderogen een punthoofd, haar haar zakte uit elkaar van het bier. Een dame bracht haar naar de afzondering van het toilet. Henk zat suf voor zich uit te staren, de fuif was uitgescheurd. En in de stilte hoorden we Liza in enig nabijgelegen vertrekje jankerig zeggen: ‘Tegen anderen zegt 'ie Skoll, en santjes en proost en hoebeliwoe - maar mij slaat 'ie met de bierpul op m'n hoofd...’

Toen stond die ene vriend op en hief zijn glas. En hij zei niks. Maar we dronken allemaal. Henk ook - aarzelend, met de ogen op de deur.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken