Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel aan de wand (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel aan de wand
Afbeelding van Spiegel aan de wandToon afbeelding van titelpagina van Spiegel aan de wand

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

Scans (9.68 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel aan de wand

(1969)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 105]
[p. 105]

21

Rustig sluiert de avond over de stad.

In de directeurskamer brandt een enkele schemerlamp; het schijnsel dringt de blauwe schemer van achter de onbedekte vensters terug. Door een kier van de laboratoriumdeur valt een streep wit licht over de vloer. Bij de boekenkast staat Frank. Terwijl hij met beide handen een fles schudt, waarin een grijze vloeistof schuimt en klotst, gaan zijn ogen langs de vele titels op boekenruggen, tot ze blijven rusten op een oud bijbeltje. Het is een boekje met een historie; lang geleden heeft een dankbare patiënt het eens, als enig kostbaar bezit, cadeau gegeven aan die goede oude dokter Berrends, die zijn leven gered had. Nu staat het hier, in de indrukwekkende kast van zijn zoon, de schoonheidsdokter, tussen mondaine en wetenschappelijke werken.

Voor Frank is het een stukje zielsrust, al leest hij er nooit in. Het is bijna een symbool van de alomtegenwoordigheid der Almacht.

Regelmatig bewegen zijn smalle, gespierde polsen. De inhoud van de fles bruist. Frank heeft alle hoop, dat de acné-lotion - ‘puistenwater’ noemt Mimi Daland zoiets - ditmaal volkomen naar wens zal slagen. Hij heeft de zwavel eruit weggelaten, omdat sommige huiden die niet verdragen.

Vroeger floot Frank bij zijn werk. Hij schepte een bijna kinderlijk genoegen in de proeven. Nu arbeidt hij stil en streng, elk vrij ogenblik. Diverse zeer veelbelovende recepten liggen klaar, met ontwerpen voor de verpakking erbij, om de wereld in te gaan, o.a.: de lichtblauwe pigmentcrême voor de zomer, en een dekcrême, voor dames die blank willen blijven. Want tussen de vele vrouwen, die 's zomers goudbruin of rossig gebronsd willen verbranden, vind je altijd een geraffineerde enkeling, die door een soort oerinstinct weet, dat bij haar zilverblond- of gitzwart haar de melkblanke teint past, welke haar het uitzicht geeft van een lief, zwak afhankelijk persoontje. En ze is

[pagina 106]
[p. 106]

verzekerd van haar succes bij de grote, gebruinde mannen, die helaas maar al te gauw uitgekeken zijn op hun sportieve, geëmancipeerde vrouw-kameraden.

Dit contrast geeft de blanke Eva een voorsprong, die menigmaal niet te schatten is.

De Egyptenaren schilderden reeds hun vrouwenportretten met lichtene kleuren dan die van de mannen. Zo toonde zich reeds vroeg het romantisch verlangen naar de blanke tere vrouw en de gebronsde sterke man. Hierin ligt de eerste aanduiding van het sekse-verschil: geven en nemen.

De vrouw, die dit beseft, zal dikwijls door haar geven veeleer de nemende zijn. Maar wat hindert dat? Lang leve haar doorzicht; het ‘Bella Monica’ vaart er wel bij.

De vrouwelijke berekening in het leven schijnt Frank soms grenzeloos toe. Menigmaal is hij verbaasd, dat er ook nog karakters bestaan zoals fröken Hannsen. Of - is ook haar rustige vriendelijkheid een pose?

Als je innerlijk niet een beetje onverschillig tegenover alles staat, zou je allicht wantrouwend worden.

Draait werkelijk elk vrouwenleven om liefde alleen? Je moet het steeds weer geloven. En brengt liefde altijd list mee? Sluwe strategie, om haar te winnen en te behouden?

Er is zo weinig vertrouwen tussen de mensen. Arme wereld. Als je de vrouwen in de schoonheidssalon observeert, zou je gaan geloven, dat mannen wezens zijn zonder eigen wil, eindeloos wispelturig en onbetrouwbaar. Is dat zo?

Ben je zelf dan ook zo'n man? - Dat is immers onzin!

Het zijn de rijke, coquette vrouwen, die deze nachtmerrie leven inblazen. Of misschien is het 't noodlot wel.

Er zullen niet velen zijn, die de hulp van een schoonheidsspecialist slechts wensen om één gelukkig te maken, zoals mevrouw Hendersen deed.

Lieve beste Adèle; moge haar ziel verenigd zijn met die van de enig beminde man, in het hoogste geluk dat de Almacht ons bereidt in het Hiernamaals. Amen.

Voor de derde maal in de luttele lentetijd, die het

[pagina 107]
[p. 107]

nieuwe leven brengt, heeft de Dood het ‘Bella Monica’ zijn aangrijpende glimlach getoond.

In de cabines wordt de naam van de altijd jeugdige mevrouw Hendersen zonder ophouden genoemd, en er klinkt langs alle gesprekken een stroef angstig, afkeurend nietbegrijpen van het feit, dat ze zelfmoord gepleegd heeft.

Je kunt de idee op diverse manieren aankleden, maar de sensatie blijft onveranderbaar.

In al deze mensen, die de pralende geluidloosheid wensen van een deftig instituut, leeft een ontembare angst voor de roerloze hoge stilte, die zij niet te beheersen vermogen. Zij wijken bang en onbewust afgunstig terug voor degene, die zich uit vrije wil gaf aan de majestueuze eeuwigheid.

Adèle Hendersen had alles nauwkeurig voorbereid. Ze was reisvaardig. En gisteravond heeft ze zich, op bed liggend, met een scherp mes de linker pols doorgesneden. Vanmorgen vond het dienstmeisje haar, keurig in een schone nachtjapon. Het gelaat was leeg en nietszeggend, met holle ogen en een vleugje poeder. Naast haar bed stond een hoge albasten vaas, waarin haar linkerarm slap afhing. Nergens was bloed, behalve in die vaas en aan het mes, dat op het nachtkastje lag. Er naast wachtte een kaartje, waarop met rustige letters geschreven stond: ‘Mijn lichaam is al afgelegd.’ Alles leek zo nuchter, alsof het nooit anders geweest was.

Adèle heeft haar aardse kleed niet verloren en ze is het ook niet ontvlucht. Ze heeft het slechts verwisseld voor iets beters en warmers. Maar ze legde het opzij met alle genegenheid, die wij gevoelen kunnen voor een kledingstuk, dat zoete herinneringen voor ons bewaart.

Zo heeft ze het weer ingeleverd: fris, gaaf en verzorgd, gelijk ze het van de natuur ontving.

De jonge dokter, die haar dood moest constateren, sidderde bij zoveel kalmte, maar hij begreep, dat de stille vrouw reeds lang aan de dood toebehoord had. Deze vriendschap met de nacht verraadde een ouderdom, die het smalle leeggebloede masker nog steeds verloochende.

[pagina 108]
[p. 108]

Op een grote tafel bij het raam lagen twee lijsten: één met aanwijzingen en één met adressen voor rouwkaarten.

Ina Lindes, de enige overlevende van de familie, werd in allerijl uit haar werk geroepen. Ze voelde een vaag berouw. Eigen zorgen hadden haar de laatste weken alle andere doen vergeten. Ze stelde met verbazing vast, dat, voorzover zij de kennissen van haar tante kende, er inderdaad niemand op de rouwlijst ontbrak.

Adèle Hendersen heeft zelfmoord gepleegd, en allen die hiervan horen, komen tezamen voor de poort van hun doodsangst, en daar staan zij, en praten en denken. Ze zijn gezond, en daarom begrijpen ze de abnormale moed van zo'n kleine vrouw niet. Is er in die dapperheid nergens een zwakke plek?

Is zij niet een ogenblik, toen ze wist dat terugkeren niet meer mogelijk was, onzegbaar angstig geweest? Heeft niet het levensverlangen haar op het allerlaatste moment bij de keel gegrepen en wreder gewurgd dan de dood had kunnen doen? -

Ook Frank Berrends overpeinst dit, terwijl hij daar bij de boekenkast staat, en kijkt naar het bijbeltje. De gedachte martelt hem, want hij denkt niet alleen aan Adèle.

Hij hoopt, dat Maria Mora sliep, toen ze stierf. Hij kan niet denken aan haar wilde, ontzettende angst in de laatste halve seconde....

Als hij terugziet op Adèle Hendersen's daad, lijkt deze hem steeds onbegrijpelijker. Hij is nog jong, en kent niet die liefde, welke volkomen is, en een heel leven vervult.

Ongemerkt is de beweging van zijn handen verstild. Hij leunt tegen de kast en kijkt in de donkerte, buiten.

Het uitzicht van zijn ramen is als in elke stad aan de achterkant van hoge huizen: daken en muren, met een enkele boom opzij, als een speciale gunst.

Frank zet de fles neer en draait de schemerlamp uit. Nog witter lijkt de lichtstreep uit de openstaande laboratoriumdeur. Maar hij ziet het niet. Hij legt zijn wang tegen het koude vensterglas, en kijkt op naar de eindeloze, doorschijnende lente-avondhemel, die alle vreugde en leed,

[pagina 109]
[p. 109]

alle goedheid en zonde kent, en immer sereen blijft.

Onverwacht wendt hem een nieuw denkbeeld het troostrijk aangezicht toe: misschien vinden sommigen de poort van angst, die de dood voor ons gesloten houdt, geopend bij hun komst.

Hij keert zich af van het venster en tast naar de fles, die hij meeneemt naar het laboratorium.

Zijn oog valt op een klein groen vodje, dat half vertreden onder de werktafel ligt. Frank raapt het op. Het is een zakdoekje, met een vaal, verwassen monogram: K.E.

Terwijl hij de gebruikte glaasjes en buizen bij elkaar schuift en zijn witte jas uittrekt, fluit hij zonder het zelf te weten een zacht melodietje.

Eén is er, die 't hoort: Karin, die juist aan zijn deur wil kloppen. Ze trekt haar vingers terug, alsof ze zich gebrand heeft.

Hoewel al de meisjes in spanning zitten, wanneer de directeur zijn zwijgzaamheid weer zal verliezen, zal zij niemand ooit vertellen, dat ze dit liedje beluisterde op de dag dat een van zijn liefste cliënten stierf. Want met onfeilbaar vrouwelijk instinct weet ze, wankelend tussen vreugde en leed, wat Frank nog niet beseft heeft: dat er in zijn leven een tegenwicht is gekomen voor verdriet en teleurstelling.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken