Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Uit 's levens ernst en kluchten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12,83 MB)

Scans (17,29 MB)

ebook (17,36 MB)






Genre
poëzie

Subgenre
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Uit 's levens ernst en kluchten

(1904)–Eliza Laurillard

Vorige Volgende
[p. 193]

Een nuttige knecht.

 
De dag was heet en Jan, de knecht,
 
Had in het werk geen zin, -
 
Toen juist zijns meesters last weêrklonk:
 
‘Jan! pak dat goed eens in.’ -


illustratie

 
‘Wáárin, mijnheer?’ - ‘Wat domme vraag!
 
Wel, in dien koffer, daar.’
 
‘Dáárin, mijnheer? Dat zal niet gaan?
 
Geloof me, ik krijg 't niet klaar;
 
Die koffer is te klein daarvoor.’ -
 
‘Och, wat, te klein? - Komaan,
[p. 194]
 
Je neemt den rok; dien vouw je zoo...’
 
En 't wordt hem voorgedaan;
 
En midd'lerwijl laat Jan zich zacht
 
Op een der stoelen neêr
 
En kijkt van daar in kalme rust
 
Naar 't pakken van zijn heer.
 
‘Dan zoo de broeken; 't linnen hier,’ -
 
Zoo gaat zijn meester voort,
 
En vult, al wijzend hoe 't kan gaan,
 
Den koffer tot zijn boord.


illustratie

 
‘Zeg, tegenspreker! zie je 't nu,
 
Dat alles best zoo past?’ -
 
‘Jawel,’ is 't antwoord, ‘maar nu 't goed
 
Zoo hoog ligt opgetast,
 
Nu kan de koffer ook niet toe,
 
Net, als ik heb voorzeid.’ -
 
‘Niet toe? Dat zal 'k je laten zien!
 
Jij, met je wijzigheid!’ -
 
Mijnheer zet bij dat woord de knie
 
Op 't deksel, drukt en drukt,
[p. 195]
 
Zoo dat hem 't zweet van 't voorhoofd gudst,
 
En - eind'lijk is 't gelukt.
 
‘Ik zie 't, mijnheer! 'k beken, het kan;
 
Dat had ik nooit gedacht;
 
Nu, makk'lijk is 't ook niet gegaan;
 
Maar wat heeft u een kracht!
 
Toch is u wel wat moê er van;
 
Zit nu eens even neêr,
 
Dan komt u wat op uw verhaal;
 
U hijgt er van, mijnheer!’
 
‘Maar, ezel!’ zeî zijn warme heer,
 
Die nu pas zich bedacht,
 
‘'t Was eigenlijk jou werk geweest,
 
Wat ik nu heb volbracht.’ -
 
‘Mijnheer! zeî Jan, ‘wees niet verstoord;
 
't Geval is nu voorbij;
 
Maar, ezel, ziet u? is een naam,
 
Die toch niet past op mij.’



illustratie


Vorige Volgende