Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Middelnederlandsche dramatische poëzie (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Middelnederlandsche dramatische poëzie
Afbeelding van Middelnederlandsche dramatische poëzieToon afbeelding van titelpagina van Middelnederlandsche dramatische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.06 MB)

Scans (38.55 MB)

XML (2.30 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
drama

Subgenre

bloemlezing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Middelnederlandsche dramatische poëzie

(1907)–P. Leendertz (jr.)–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 456]
[p. 456]

Bijlage V.
Van den Sacramente vander Nyeuwervaert.

De hier volgende afdruk van de prozastukken is zoo nauwkeurig mogelijk naar het handschrift. Noch in de spelling, noch in de interpunctie is iets veranderd. Zelfs klaarblijkelijke fouten zijn, zoo noodig, alleen in de noten verbeterd.

De opschriften der stukken en ook die voor elk mirakel zijn in het hs. met rood geschreven.

De hoofdletters zijn bijna alle rood doorgestreept. De hoofdletter I aan het begin van elke afdeeling is meestal ter hoogte van drie, enkele malen van twee regels; alleen de eerste en die van het 14e mirakel zijn vier regels hoog, terwijl de eerste bovendien veel breeder is. Even breed en hoog is ook de O, waar het verhaal der overbrenging mede begint. De I van het 5e, 19e, 20e en 21e mirakel staat voor de regels.

Ook van de gedichten zijn de opschriften met rood geschreven. Van het eerste zijn tot vs. 60 de meeste beginletters der regels rood doorgehaald, verder alleen de beginletters der strophen. Van het tweede zijn de beginletters van den eersten en den laatsten regel van elke strophe rood doorgehaald benevens nog enkele andere.

[1a] Dit is hoe dat theilich weerdige sacrament vander Nyeuwer vaert vonden waert Ende een deel van sijne miraculen

Ga naar margenoot+Inden name des heeren Amen Alsoe als wij verstaen hebben vanden ouders van den lande die wij houden voer luijden die te ghelouen syn Als dat dit heilighe Sacrament vonden is inden moer by eenen persone die hiet Jan bautoen ende by twee vrouwen daer hi stont ende stac eerde. daer hi dit heilighe sacrament onder vant Ende dese voerghenoemde persone also tijde als hi dit heilighe sacrament aentaste soe waert dit heilighe sacrament bloedende. doen liet hijt vallen ende was zeer verueert. ende dat heilighe sacrament viel weder sonder yemans toedoene in die selue stede daert te voren in

[pagina 457]
[p. 457]

ghelegen hadde [1b] ter tijt toe dat die priester quam diet weerdelijck ophief ghelijck hier na bescreuen volght. Doen seide die een vrouwe. dat en hoort u nie toe te handelen het is die almechtighe god Verbeyt ic sal lopen op te nyeuvaert ende segghen den priester dat hi come ende bescouwe dit wonder ende dese groote miracule welcke priester wollen ende baruoet quam metter ghemeynten tot dier stede daer dat heilighe sacrament vonden was Doen hieft die priester oetmoedelijc op ende droeght eerweerdichlijc inder kercken van der nyeuvaert. daer menighe scone teykenen ende openbare myraculen geschieden ghelic hier na bescreuen staet

Van eenen aduocaet

Ga naar margenoot+Item inden iersten doen dit helighe sacrament vonden waert ende sijn miraculen openbaerde ende van verre vele pelgrimen dat [2a] versochten. soe dat het tot ludick vernomen waert Ende die prelaten daer toe eenen aduocaet schicten die welcke meester macharius hiet dat hi ter Nyeuvaert soude trecken om tondervijnden die waerheit van tghene dat men verre ende wijde seyde vanden heilighen sacramente Soe dat die selue meester Macharius quam op te Nyeuvaert gesont ende in goede liue ende hi dede voor hem comen Jan bautoen ende die anderen twee vrouwen die daer bij waren daert gheuonden waert ende onderuraghede hen dat ghesciet hoe ende in wat manieren dat sijt vonden Die welcke hem seiden onghelogen ghelijc voerghescreuen staet Soe dat die selue macharius bouen die nam eene griffie om te proeuen ende kutkerGa naar voetnoot1) mede op dat heilighe sacrament tijt mer stedenGa naar voetnoot2) daert af scampelde of [2b] hi op eenen keselsteen ghesteken hadde ende doen hi die vijfste stede rakede doen worden alle die vijf steden bloedende. Ende doe waert die selve meester Macharius soe seer verueert ende sijnre sinnen alsoe bijster dat hi sonder meer talen weder om trac vander Nyeuwervaert buijten sijnen sinnen Soe dat die een seide dat hi sijn handen af beet van verwoetheiden. die ander seide dat hi inden weghe doen hi toech tot ludick doot bleef ende tot ludick bynnen doot waert ghebracht Mer hoe dat was kent god. ende wat wij sien of horen dat moghen wij segghen ende daer van ghetuyghenisse geuen

[pagina 458]
[p. 458]

Van eenre siecker vrouw

Ga naar margenoot+Item het ghesciede Int Iaer van lxxiii. Dat een vrouwe was op te Nyeuvaert die met kynde gheworden was soe dat si crancken tier hadde ende dicwils groote siec-[3a]ten ende pinen doghede dat si haers lijfs ende der vruchten dicwile duchtede Soe dat si by rade van veel goeder vrouwen vele bedeuaerden ghelouen woude om lichtenisse te ghecrighen Ende in desen haer te voren quam in horen slape ende haer dochte dat een stemme haer toesprack wat wilstu verre bedeuaerden ghelouen om ghenade te crighen Gheloue din bedeuaert te doene. den heilighen sacramente op ten nyeuvaert alstu verlost bist ende ghesont ende dinen kercganck hebts ghedaen Dwelck die vrouwe altehant ghelouede. ende si en hadde daer na niet meer qualen noch pinen totter tijt toe dat haer natuerlike termijn quam dat sy salichlijc verlost waert

Van eender vrou

Ga naar margenoot+Item soe hebben wij verstaen aen die selue vrouwe dat haer moeder op een tijt bedeuaert hadde gheweest in hollant. ende int water quam haer sulcken anxt aen dat si [3b] ghelouede te versueken dat heilighe sacrament op te Nyeuvaert eer si in haer selfs huys quame Ende doen si op te nyeuvaert quam waest seer doncker ende diep inden auont ende die kercke was ghesloten alsoe dat si beiden wilde tot smorgens. ende ghinc thuys daersi riep datmen een keerse soude doen bernen Doe antwoirde die ander vanden huyse. hoe en siet ghi niet hier bernt een scoen licht voer v wat men seide si en bekende gheen licht Mer si ghinck totten coster ende dede de kercke op doen ende haer bedeuaert ende doen sach si tlicht dat de coster onstack.

Vanden kinde dat int water geuallen was.

Ga naar margenoot+Item mertin keike sijn kynt viel wt eenre pleyten achter gheens mannen soone ende die ghene diet saghen baden gode ende den heiligen sacramente dattett sijn lijf behouden mochte Daer dreeft wech metten strome somwile onder dwater ende somwile bouen dwater Ende Jacop [4a] tymmerman ende Willem sijn brueder die voeren daer na met eenre scuyten ende vischdent inden wiele ende het quam leuende opt sant

[pagina 459]
[p. 459]

Vanden kinde dat inde stille geuallen was

Ga naar margenoot+Item peter batten soons des vischcopers kint ghinc wt spelen met anderen kijnderen ende het viel in eenen diepen put onder een stille. ende daer laeght in wel een derden deel van eenen daghe soe dat die moeder daer na quam ende tract doot wt den putte ende bat den heiligen sacramente dat sijn miracule daer in ghescien mochte ende sij van haren kijnde verhuecht mocht worden soe dat vanden gheruchte dat die moeder dreef veel volcx daer toe quam. ende droeghen dat kynt voer dat heilighe sacrament. ende niet langhe daer na dat heilige sacrament openbaerde sijn miracule ende dat kijnt [4b] waert ghesont ende des ander daghes liept spelen metten anderen kijnderen

Vanden verdronckenen kinde

Ga naar margenoot+Item arnout grindel ende sijn wijf quamen totten kercmeesters ende namen op haer trouwe ende waerheden dat haer kynt verdroncken ende doot was meer dan een derden deel van eenen somerschen daghe Doen gheloueden sij ende die ghene die bij hen waren dat heilich sacrament op te Nyeuvaert te versoeken wollen ende baeruoet ende dat kint daer te offeren Niet langhe daerna dat heilighe sacrament openbaerde sijn miraculen ende dat kint wert gesont

Van eenen ghescorde kinde

Ga naar margenoot+Item symeon die meister hadde een kijnt ende doet .ij. iaer out was waert bekommert vanden steen ende alsoe bleeft wel anderhalf iaer daer na Ende doent out was vier [5a] dalf iaer dede hi dat kint snijden vanden steen Doent gheheelt was laegh langhen tijt dattet gheene orine en conde ghemaken Doe gheloueden symeon ende sijn wijf dat kint op te weghen met tarwe ende met wijne met goude ende met siluere mochtet ghesont worden Corts daer na maecte dat kijnt sijn orine ende waert ghesont alsoe dattet daer of gheen ghebreck meer en hadde

Van eenen scipman op de zee

Ga naar margenoot+Item omtrent sinte vincencius dach Inden Iare xcvii soe was een groot storm ende een groot vloet Doen quam een scip gedreuen vanden acht keeten ende die scipman die weer begaf ende riep hets al verloren Nu waren daer vrouwen met

[pagina 460]
[p. 460]

hem die voertijts dat heilighe sacrament vander nyevaert in pelgrimagien versocht hadden ende hadden daer gracie ende [5b] genade vonden. Ende worden hen bedenckende ende riepen aen dat heilighe sacrament ende gheloueden mochten sij behoudens lijfs te lande comen sij souden dat heilighe sacrament versueken wollen ende baeruoet ende haer offerande doen Ende doen sijt ghelooft hadden openbaerde hen tlicht ende saghen die lamp die hinck voer theilich sacrament Ende sij quamen ghedreuen strooms gemoede metten scepe neffens tkerchof vander Nyeuvaert in den borchgraft Doen sij ghelant waren quamen si totten priester die dede hen die kercke open sij ghinghen daer inne ende deden haer offerhande die si ghelooft hadden Ende sij seiden den priester hoe si gheuaren hadden

Van wonderlijc teyken

Ga naar margenoot+Item tusschen paesschen ende pinxten op een achter noene quam [6a] een vrouwe ende si en vant gheen licht in die kercke doen si haer offerande doen soude Si viel neder ende dede haer ghebet ende doen si opsach. sach si vier schoen lichten voer dat heilighe sacrament Ende sy danckede ende louede den heilighen sacramente vander gracien die si daer ontfinck Ende si dede haer offerhande also si ghelooft hadde ende vertoecht den priester hoe si geuaren hadden

Noch een wonderlijc teyken

Ga naar margenoot+Item het geuiel op eenen tijt dat een priester die hiet her Elout metten coster soude gaan totten heilighen sacramente Ende als si daer quamen vonden si dat heilich sacrament liggen in iij parcheelen ghedeilt Men onboet heren willeme wt den oudenbossche ende hi vant oeck soe in drie ghedeilt Daer ontboet [6b] men tot breda den prochaen dat hi sonder merren daer comen soude Ende als hi die sake vernam soe haeste hi hem seer daerwaert met vele goeder luden ende seide dat dat heilighe sacrament sin gracie soude doen Ende als hi quam op te Nyevaert nam hi Jan maes den Casteleijn die burghermeesters met vele goeder luden ende ghingen ten heiligen sacramente Ende als si daer quamen si vonden soe scoen ende heel alst ye te voren was Ende si loueden gode ende den heiligen sacramente

[pagina 461]
[p. 461]

Van eenen ridder die in heydenisse geuangen was

Ga naar margenoot+Item een ridder in Brabant gheheiten her wouter van kersbeke met sinen knechten toech in pruychen om gods lachter te helpen wreken teghen den heydenen. Ende als si daer waren comen soe worden si ghe-[7a]uanghen met vele kerstenen Ende het was daer een ghewoente dat men daer loten plach te gheuen met boonen ende onder die boonen was een swerte boon. ende so wien die swerte boon viel te deel die moeste verb(r)anden in eenen viere dat men daer toe maecte inden bossche dat daer bi staet. was hi te perde ende int harnasch hi moeste daer mede riden int vier Ende was hi te voete also hi was so moest hi daer inne Ende doemen stont te ringhen om dat lot te worpen. Ende her wouter stont Daer mede met sinen knechte alre naest hem te ringhe in grooten node ende sorghe sijns lijfs ende hi waert denckende op dat heilighe sacrament vander Nyevaert dwelck hi vriendelic ghelouede te versueken eer hi vleisch ate ende wijn droncke. mocht hi vertroest worden Ende het ghe-[7b]viel dattet lot viel op sinen knecht die alre naest hem stont ende hi waert verbrant Ende her wouter waert ghecocht ende quam tot breda tot heeren heinricke van der leck. ende seide hem al dat hem gesciet was ende dat hi quame om sijn bedeuaert te doene op te Nyevaert Ende her heinrick ontboet melis heinrickssoon schoutet op die tijt vanden nyewenbossche dat hi quame tot breda tot hem Ende als melijs daer quam bat hi hem dat hi heere wouter helpen wilde op te Nyevaert Ende melijs seide het soude qualic moghen sijn wantmen om des ijs wille in langen niet geuaren en hadde Doen seide her wouter laet ons varen dat heilich sacrament dat mi verlost heeft uter noot van minen live dat sal mijn bedevaert welGa naar margenoot+helpen volbrenghen Endesi (!) toghen inden nijewen [8a] bosch ende saten in eenre scuyten ende quamen op te nyevaert. ende hi dede sijn bedevaert danckende den heilighen sacramente. ende toech thuijs met grooter blijscap Dat heilige sacrament si ghelooft ende geeert

Van eenen kinde dat doot viel inden kelre

Ga naar margenoot+Item Jan van Etten hadde een kijnt dat viel in eenen kelre ende die liep haestelic daer toe ende nam dat kijnt op ende was wel .ij. vren dat men daer gheen lijf aen sach Die

[pagina 462]
[p. 462]

moeder screijde ende was seer bedruct. ende sy wert denckende op dat heilige sacrament vander nyevaert ende ghelouede den heilighen sacramente dat kint te weghen ende vriendelijc te versueken Ende so scier als si dat gelooft hadde waert dat kint leuende Ende die moeder quam ende dede haer bedeuaert met grooter blijscap Dat heilich sacrament sij gelooft ende gheeert

[8b] Vanden cropelen kinde

Ga naar margenoot+Item een kint vter lore was Coppen gheldolfs quam cropel op te Nyevaert alsmen dat heilighe sacrament om draghen soude Inden Iare alsmen screef m iiijc xxiii. ende die moeder riep aen dat heilighe sacrament dat het sin miraculen doen wilde ende stappans wart dat kint gaende ende ghesont

Vanden kinde dat sijn lede verloren hadde

Ga naar margenoot+Item een kint van dordrecht hadde sijn lede verloren Inden Jare alsmen screef m iiijc op sinte andries dach soe dattet moeste gaen op twee crucken tot des sondaechs toe voir sinte Jans dach baptisten alsmen dat heilighe sacrament omdraghen soude Ende die moeder vanden kinde ghelouede te versueken dat heilighe sacrament vander Nyevaert Ende doen sij metten kinde voer dat [9a] heilighe sacrament quamen spraken si haer ghebeden ende dat kint waert ghesont gaende Dat heilighe sacrament si geloeft ende gebenedijt

Van eenre siecker vrouwe

Ga naar margenoot+Item inden iare doemen screef m iiijc xxx op sinte Jans baptisten dach te mid somer quamen op te nyevaert van Rotterdamme Claes claes soen ende mechtelt sijn wijf, de welcke claes openbaerde voer den priester ende voer die guede luden vanden lande dat hi met sijnen wiue langhe tijt gheweest hadde in grooter armoeden ende verdriete Ende sunderlinghe in drien saken Inden yersten so was die voirscr. mechtelt beseten gheweest vanden bosen viant ende track in hollant bi haerlem tot eenen priester die haer byder gracien gods verloste ende waert ghesont Voert waert si besiect [9b] metten grooten euelGa naar voetnoot1) ende doen toghen si tot sinte CornelijsGa naar voetnoot2)

[pagina 463]
[p. 463]

ende daer waert si ghenesen Voert soe geuielt Inden iare doemen screef xxxix dat dese selue vrouwe wert met kinde ende inder dracht wert si cropel ende sieck in alle haer leden xv maenden lanck Ende als dese voirscr. Claes aldus met sinen wiue in verdriet had gheweest wert hi denckende op dat heilighe sacrament vander nyevaert ende ghelouede dat vriendelic te versueken mocht hi vertroost worden Ende op sinte Ians dach als voirscr. staet quamen si op te nyevaert ende opten seluen dach waren daer comen die munt meesters van seuenberghe den welcken die priester toghede dat heilighe sacrament Ende ter stont als dese voirscr. vrouwe metten anderen die daer waren dat [10a] dat heilich sacrament ghesien hadde wert si gaende ende ghesont Ende voer weder tot rotterdamme met grooter blijscap

Van eenen gheuangenen man

Ga naar margenoot+Item hughe wissche dirix sone waert gheuanghen des sondages voer vastelauont vanden bertoenen te ponte sente matheus Int Iaer m iiijc xxxvi ende wert ghestoet in eenen grooten toren ende wildenen tallen uren ende dagen drencken of hanghen ende deden hem aen groote lelicheit Ende hem quam in sin ghedachte dat helighe sacrament vander nyevaert aen te roepen ende te ghelouen bedeuaert te versueken Ende ter stont soe en spraken si niet meer van doden ende hi wert ter stont verlost

Van eenen blinde (!) kinde

Ga naar margenoot+Item peter voppen soen van rotterdamme hadde een kint dat blijnt was worden vanden pocken. ende en sach in viii weken nyets niet. ende een [10b] vrouwe quam tot peter voirscr. ende seide gelooft dat heilighe sacrament vander nyevaert metten kinde te versueken ende v offerande te doen. het sal of god wille sijn ghesichte wedere crigen Ende dese peter heeft dit ghelooft ende sijn kint is siende worden Ende dat kint was daer iegenwordich metten vader Ende gheuiel int iaer m cccc xxxvi Dat heilige sacrament si gelooft

Van eenen quellenden man

Ga naar margenoot+Item neel henricx sone van rotterdamme was sieck ende ghinc quellende .ij. iaer lanck ende die meesters en wijsten sijns gheenen raet die een seide dat sijn leuer verteert was. dander seide hi hadde eenen boom int lijf. die derde seide

[pagina 464]
[p. 464]

hi hadde een aposteme in sin lijf alsoe dat hi begaf alle meesterie Ende daer quam een vrouwe tot hem ende seide ghelooft dat heilige sacrament vander nyevaert te versueken met uwer offerande ende ghi sult oft god [11a] wille ghesont worden Ende hi dede alsoe ende hi es ghesont worden. Dit gheuiel int iaer xxxvi

Van eenen mam (!) die op de zee was bestomt (!)

Ga naar margenoot+Item in iaer m iiijc xxxvii was Cornelis bouden soen in de zee met eenen harincbuys ende was zeer beanxt van storme ende onweer. ende sloech v of vi boerde vol waters ende die buys lach opt zide Ende waren alle seer verueert Ende Cornelis ghelouede dat heilighe sacrament vander nyevaert te versueken ende hem daer doen wegen met tarwe ende silver Ende terstont waert schoen weder ende si quamen alle te lande behouden

Van eenre vrouwen die op crucken ghinck

Ga naar margenoot+Item int iaer xxxvii als vore sondages voer sente mertens dach in den winter quam eenre vrouwen van frachen eenen weedom aen dat si op crucken gaen moeste xvi of xvii weken Ende haer riet een vrouwe [11b] dat si ghelouen soude te versoeken dat heilige sacrament op te nyevaert ende haer crucken daer te offeren met eenen silueren penninck Ende als sijt gedaen hadde wert si so gesont als sy ye te voren was Dat heilighe sacrament si gelooft eewelijc
Amen

[12a] Hoe dat theilighe sacrament vander nyeuwervaert tot breda gecomen es

Overmits dat mijn genedige Joncker Johan Greue tot Nassow tot dietze ende tot vianden heere tot Breda etc. drossate van Brabant. aenghesien ende gemerct heeft dat sijn heerlicheit van der Nyevaert vanden water so seer verghinc dat dwater die kercke verwan ende vernielde dat men haer niet langer ghehelpen en conde. ende den lieuen werdeghen heilighen sacramente dat daer in rustende was gheene eere noch reuerencien en ghescieden als dat billicx betaemt hadde. ende dat oic tvolc seer scuwede dat heilighe weerdighe sacrament

[pagina 465]
[p. 465]

daer vele te versueken om der grooter soorchlicheit wille van dien soorchliken watere ende oic om ongheual [12b] dat daer op ghesciet was in corten iaren te voren So heeft hi daer om aenghesien ende ghebeden den eerwerdighen vader in gode heer Johan van loon bisscop tot ludick sijnen swagher dat hi hem orlof wilde gheuen dat lieue heilige sacrament te moghen doen vervueren ende vander nyevaert te Breda brenghen om van allen menschen te bat gheeert te worden dwelck hi hem om sijnre ernstiger beden gheoorlooft ende gheconsenteert heeft ¶ Ende also sin bij rade myns Jonckeren voirgenoemt Int Iaer ons heere duysent vierhondert negen ende viertich dertien daghen in Merte van Breda ghetoghen her henrick de bie coerdeken ende her Jan boot commissie hebbende vanden voirgen. minen here van ludick metten anderen heeren vander capittelen van breda [13a] Capellanen ende clercken daer de Burgermeesteren scepenen. scutten ende ghemeyne ambachten met vele goeder mannen medevoeren met grooter innicheit opte Nyevaert om dat heilighe sacrament van daer te vueren daer men seer schonen dienst op dien tijt dede ende met processien om der kercken ghinc met grooter deuocien ende brachten dat te scepe des auonts seer spade met grooter voerspoede met reuerencien sanghe ende weerdicheit tot breda aenden werff. ende was seer doncker Doe werden daer teghen bracht groote menichfuldicheit van toortsen ende kersen dat de straten seer licht waren. ende mijn genad. Joncker voirgen. ende mijn ghenadige jouffrouwe Marie van Loon greuinne te nassowen etc. sine ghesellinne ende huijsvrouwe met allen haren ghesinne ende alle die ganse ghemeynte geestelijc ende weerlijc gheleyden [13b] dat lieue werdighe heilighe sacrament met innigher deuocien Inde kercke tot breda

 

Het verhaal van de mirakelen, die te Breda geschied zijn, is voor de verklaring van het spel van geen belang en wordt dus hier niet opgenomen. Sommige daarvan zijn echter zoo levendig verteld, dat zij wel verdienen uitgegeven te worden.

Ook de ordinancie van het gild is hier voor ons van geen belang.

Daarentegen meende ik de beide gedichten niet te mogen weglaten.

[pagina 466]
[p. 466]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

 
aant.
 
Ga naar margenoot+Dees versen sullen v bedieden ende verclaren
 
Die figueren, die in prochiaens choer sin beworpen
 
Vanden heiligen Sacramente vander Nyewervaert,
 
Wat elc parceel der figueren moet openbaren;
 
Soe moechdi oversien elcke figuer sonder mihorpen
 
Ende keren v met allen uwe sijnnen daerwaert.
 
Ter eeren Gods lichaem om een betamen soet,
 
Wiens misterie te zwaer om gronden es,
 
Sou ic gherne, God geef dat ict ramen moet,
 
In cort bedien daer vroecht bij ontbonden es,
5[regelnummer]
Hoe dat tsacrament op de Nieuvaert yerst vonden es.
 
 
 
Op die Nieuvaert in tijden voerleden
 
Plachmen groote moerneringe te doene,
 
Tot welcker perochiën in eender steede
 
Een goet man woende van moerwerck coene,
10[regelnummer]
Die daer genaemt was Jan Bautoene.
 
 
 
Dees Jan Bautoene, bij hem twee vrouwen,
 
Inden moer staende wrocht seer diligent,
 
Daer hi onder deerde, twas wonder om scouwen
 
Vant, so ghijt noch hier scout present,
15[regelnummer]
Dat ghebenedide heilighe Sacrament.
 
 
 
Ga naar margenoot+Tsacrament begost zeere jammerlick te bloien,
 
Doent Jan Bautoen metter hant aenveerde,
 
Dies hi vervaert niet en dorst moien
 
Ende liet haestelic weder vallen in deerde,
20[regelnummer]
So den wil des heeren dat uuterlick begeerde.
 
 
 
Die vroukens haestelick liepen op de Nievaert,
 
Daer si den prochiaen bi de heeren vonden staen,
 
Ende hebben hem tgeheel mirakel verclaert,
 
Dies hi hem verwonderde ende syn van stonden aen
25[regelnummer]
Met grooter innicheit derwaert gegaen.
[pagina 467]
[p. 467]
 
Die priester metten commuyn vol commociën
 
Vielen op haer knyen uut vueriger minnen
 
Ende hief tSacrament op met grooter devociën,
 
Te Deum singende met blijden sijnnen,
30[regelnummer]
Ende brochtent met processiën ter kercken bynnen.
 
 
 
Gheen scoender mirakel in dusent jaren
 
Dan men op die Nieuvaert dagelicx sach gescien,
 
Waer doer thof van Luyck begost te vergaren,
 
Hen grootelick verwonderende van dien,
35[regelnummer]
Doende eenen advocaet voer hen gebien.
 
 
 
Dees advocaet doer tbevel dee inquisicie
 
Ga naar margenoot+Ende ginck Jannen Bautoen scerpelic interrogeren.
 
Macharius hiet hi; hi creech suspicie
 
Ende begost op tSacrament te murmureren,
40[regelnummer]
Dies ment daer sach met eender griffiën proberen.
 
 
 
Daert Macharius dus proefde ende vijfmael stack,
 
Quam hem den alder meesten gruwel an:
 
Hi waert verwoet. Tsacrament dat lack
 
Niet dan enckel bloet, dat uut den wonden ran,
45[regelnummer]
Soet gesien was bij menigen diverschen man.
 
 
 
Alst Macharius aldus deerlick had geproeft,
 
Waert seer solemplick gestelt op sijn stede,
 
Daert meer dan anderhalf hondert jaer heeft getoeft,
 
Doen die Nieuvaert noch stont in grooter vreede,
50[regelnummer]
Dwelc nu vergaen is doer tswaters stuerhede.
 
 
 
Overmits dat Joncker Jan, greve tot Nassouwe,
 
Sijn heerlicheit vander Nieuwervaert sach vergaen,
 
En veel pelgroms by tempeest quamen in rouwe,
 
Ende den Sacrament gheen eer en wart gedaen,
55[regelnummer]
Gynck hi by den bijsscop hier hem op beraen.
 
 
 
Bij bijsscops consent den raet al hier accoerdeerde,
 
Dat ment sou halen te Breda inder kercken,
 
Dwelck graef Jan alsoe confiermeerde
 
Ende sandt uut den scutten met veel groter clercken,
60[regelnummer]
Die zeer costelic passeerden der Marcken.
[pagina 468]
[p. 468]
 
Op die Nieuvaert tSacrament ontfangen,
 
Keerden sij weder om met blijden geest.
 
Een dalder booste weer om tvolc te verstrangen
 
Rees van stonden aen op, noit sulc tempeest,
65[regelnummer]
Dies si allen ter doot toe waren bevreest.
 
 
 
Joncker Jan graef tot Nassou in sinen persone,
 
Met hem die geestelicheit, twas Baudune,aant.
 
Ende oic joffrou Mari, die bloem van Lone,
 
Ontfinghent devotelick sonder oxune,aant.
70[regelnummer]
In processiën gaende tgeheel commune.
 
 
 
Int jaer van negen en veertich, dier op let,
 
Twas voer Breda een groote glorie,
 
Waest hier met grooter reverencie geset,
 
Alsoe ghijt scouwen moecht in deself ciborie,
75[regelnummer]
Daermen jaerlicx noch af houdende es memorie.
 
 
 
Veel scoender miraculen, soe den boec dat narreert,
 
Heeftet Sacrament gedaen in alder stont,
 
Soe ghi eens deels hier siet gefigureert,
 
Ende menigen mensch gemaect heeft gesont,
80[regelnummer]
Dwelck men u wel breder sal maken condt.
 
 
 
Al waren alle reliquiën versaemt aan scaculen,
 
Ten waer bij desen gheen comparacie.
 
Hoe machmen meerder hebben van miraculen
 
Dan God selve? Noit scoender fondacie
85[regelnummer]
Oft bequamer in haerder administracie.
 
 
 
Reael Sacrament, dwelc onder tscijn des broots
 
Ontfermige olye hebt om ponden nu,aant.
 
Vergeeft hem, die vol sondich bescoots
 
Ellendich roepende es tallen stonden u,
90[regelnummer]
Remissie van sijnen sonden ru.
[pagina 469]
[p. 469]

Ga naar margenoot+Hier na volcht tlof vanden heiligen Sacramente vander Nyeuwervaert ende van mirakel

 
O wonderlic werc, o godlic ghifte,
 
Daer alle verwondert vore bugen,
 
Alle sciencie, hant, tonghe, ghescrifte,
 
Hoe groot, hem liecht dins lofs betugen.aant.
5[regelnummer]
Du sijsts een borst vol graciën om sugen.aant.
 
Houdt dij in ons een ewich voetsel,aant.
 
Een vat vol gloriën, wiens heilige dugen
 
Ons crachtich beluiken voer tsviants broetsel.
 
Alle menschelike sinnen, o ingelic groetsel,aant.
10[regelnummer]
In dij hem alle bekennen ontsinct,
 
Sonder thoren alleene, dat lijcht bevroetsel
 
Van di, daer hen tgheloue toe brinct.
 
Tis recht dat men dins lofs gedinct,
 
Seggende met woerden zeer diligent:
15[regelnummer]
Lof, wonderlic, gebenedijt Sacrament!
 
 
 
O heilige hostie, o godlike natuere,
 
Die alle begrijpen sijt te snel,
 
Tpaessch lam is van u figuere
 
Ende dmanna der kinderen van Israhel,
20[regelnummer]
Abrahams ghifte, Melchisedech bestelaant.
 
Ende de arcke, daer David voer speelde.
 
Helias coecxkē duer dinghels bevel
 
Ga naar margenoot+Es van u figuere, reyn godlic beelde,
 
Mer hoe groot dat u oijt figuere verbeelde
25[regelnummer]
Der Juetscher wet, dats al gheleden.
 
Mer ghi, Sacrament vol hemelscher weelden,
 
Din gracie gheduert in ewicheden.
 
Tghelove stelt hier den sijn te vreden,
 
Want dijn cracht alle begrijpen verblent:
30[regelnummer]
Lof, wonderlic, heilich Sacrament!
 
 
 
Een mueghende prince, die in een consili[e]
 
Of die in vreemde landen te trecken begeert,
[pagina 470]
[p. 470]
 
Hij versaemt gherne alle sijn familie
 
Ende al dat sijnen dienst besweert.
35[regelnummer]
O mijnlike Christus, die dit herte verteert
 
Van uwen bemijnden in uwer mijnnen,
 
Ghij waert die prince ende die blide weert,
 
Die uwen apostelen daet bekinnen
 
‘Vertrect thuwaerts vaders lande bynnen’,
40[regelnummer]
Ende daet bereiden een paessch lam
 
Ten avontmael; dies wij versinnen,
 
Dat doen doude figuere een eijnde nam,
 
Want u tsanderdaechs die doot an quam.
 
Soe liet ghi ons dat nummermeer en eynt.
45[regelnummer]
Lof wonderlic, [gebenedijt Sacrament]!
 
 
 
Ga naar margenoot+O levende broot, o hemelsce discretie,
 
Duer seven wonderen alle kniën u bogen,
 
Ierst vleesch ende bloet, onder die specieaant.
 
Van broode, van wine duer swercs betogen
50[regelnummer]
Volmaect God ende mensce. Onse stervelic ogen
 
Doch niet el dan broot ende wijn en sien.
 
Bedwinct ons sterflike oogen. Mach niet gedogen
 
Die sonne te siene een sterflic engien,
 
Hoe soude ons die onsterflike claerheit gescien
55[regelnummer]
Te siene dan in onsterflike licht?
 
Wij souden verblinden, versterven in dien,
 
Soe hooge, soe claer is die godlike vrucht.
 
Dus maect ons tgelove wel sonder ducht;aant.
 
Din ingelic grueten, die den duuel scent.
60[regelnummer]
Lof wonderlic gebenedide Sacrament!
 
 
 
Dat alle die priesters daden sacrificie
 
Op één ure, dats wonderlic om weeten,
 
Alle die sacramente in die celebracie
 
Souden één God sin ende elc onghespleten.
65[regelnummer]
Exempel: daer veel volcx is geseten,
 
Min woert coomt uut minre herten gevloten
 
Tot in minen monde ende sonder vergeten
 
Ga naar margenoot+Duer u ooren in u herte ghescoten,
 
Nochtan blivet tghedincken in my besloten
[pagina 471]
[p. 471]
70[regelnummer]
Ende ghi alle moget twoert sin breedende.
 
Dus comt Christus uut svaders herte gesproten,
 
Onder spriesters handen nochtans niet steedende,
 
Van hem mey als woert ons allen bereedende,aant.
 
Sin gracie blivende altoes sinen vader ontrent.
75[regelnummer]
Lof, wonderlic, ghebenedide Sacrament!
 
 
 
O waerdich, soete sacrament waerachtich,
 
Al deeldemen din hostie hier ende daer,
 
Tminste deelken is God almachtich,
 
Alsoe volmaect alst geheel voerwaer.
80[regelnummer]
Exempele toecht ons den spiegel claer:
 
Hoe clene stuc, wij siender ons in.
 
Oic ontfaen wi den lichaem eerbaer,
 
Als groot alst hinc aent crucen zwin.aant.
 
Ons oogen gheeft ons van dien bekin,
85[regelnummer]
Dat wij begripen met onsen ghesichte
 
Bergen, huijsen, meer ende mijn,
 
Nochtan en ist niet binnen onsen lichte;
 
Die huijsen en becommeren niet tsiens gesichte.
 
Soe doet oic uwen lichaem in accident.
90[regelnummer]
Lof wonderlic, [ghebenedide Sacrament]!
 
 
 
Ga naar margenoot+O inghelike spise, die niet en mindert,
 
Hoe vele dat men di nut ende breect,
 
Niet meer dan een kersse en hindert,
 
Dat mer duysentich aen ontsteect.
95[regelnummer]
Gheen onreijnicheit men van di en spreect;
 
Hoe onreyne sondaers di nutten met monde, -
 
Want gelic der sonnen schin hier leect
 
Op onreine priën als dieren ende honden,
 
Gheen corrupcie en is dies bevonden
100[regelnummer]
Inder edelre sonnen rayen.
 
Lof Sacrament tot ewigen stonden! -
 
Dij en maecht onreynen, onkuscen, onpaeyen.aant.
 
Alle kerstene priesters hoe sondich si sayen,
 
Maken di God ende mensce ende du geves consent,
105[regelnummer]
Lof, wonderlic, heilich sacrament!
[pagina 472]
[p. 472]
 
O claerheit, daer haer Gods cracht in spegelt,
 
Ewich testament, om ons een leven,
 
Dat Christus heeft met sin doot besegelt,
 
Ende selve dofficie ierst aengeheven,
110[regelnummer]
Ende hem inwonende ons ghegeven,aant.
 
Ende ewich leven doer din ontfanc;
 
Oerconden sins woerts wij staen gescreven
 
Mits di int leven sonder vergaen,
 
Ga naar margenoot+Bij di wort God in ons bevaen
115[regelnummer]
Ende wi in Gode, met dat onse natuere
 
God waert of dat Gods hooghe bestaen
 
Mensche in ons waert, mer die figuere
 
Ons beelde ontfanct. Gods beelde puere
 
In di als een met hem beghent.
120[regelnummer]
Lof, wonderlic, heilich Sacrament!
 
 
 
O behouder der werelt, o hooghe meesterie,aant.
 
Wiens cracht ons onmoghelic sij,
 
Wiens groote gracie, wiens diepe misterieaant.
 
Ziel ende lijf doet leven in my,
125[regelnummer]
Lof uwer miraculen, waer af tbely
 
Soe groot es dat mi tbegriep ontvecht.
 
Die bailiuwe te Rome gheloofde daer byaant.
 
Soe ons Gregorius selve seght.
 
Hugo van Sinte Victoers, Gods knecht,
130[regelnummer]
Sach van u groot wonder te Parijs;
 
Ghi wort uut als handen te hemel gherech[t]aant.
 
Ende Huigo volchde u int paradijs.
 
Van allen tongen hebt lof ende prijs,
 
Die ons deelachtich maect der ingelen convent.
135[regelnummer]
Loff wonderlic, [heilich Sacrament]!
 
 
 
Ga naar margenoot+Een arme ruid sondare, ic
 
Roep om troest voer mijn misdaden.
 
Es bij mi messproken wort, letter of stic,
 
Van u hier in ic roepe genade:
140[regelnummer]
Opent mijn siele in sulc berade,
 
Reuerencie u doende nacht tijt ende dach,
 
Ende soe hertelic in uwer mijnne bade,
[pagina 473]
[p. 473]
 
Dat ic u tot minre salicheit ontfangen mach.
 
Salich lam Gods, sendt sonder verdrach
145[regelnummer]
In my tgelove geduerich staende.
 
Na dit leven wilt mi geven der ingelen beiach,
 
Ons als scaepkens in uwer weijden hier gaende.
 
Tloven van mi sijt hier ontfaende.
 
Nu dancke ic u hier, zeere werdelic groot prosent,
150[regelnummer]
Ach lof, wonderlic, gebenedijt Sacrament!

margenoot+
Vs. 72-293

margenoot+
Vs. 392-558
voetnoot1)
Wel met Verwijs te lezen koterder d.i. ‘prikte er’.
voetnoot2)
Wel met Verwijs te lezen tot vier steden.

margenoot+
Vs. 578

margenoot+
Vs. 579

margenoot+
Vs. 582

margenoot+
Vs. 581

margenoot+
Vs. 906

margenoot+
Vs. 586 Vs. 907

margenoot+
Vs. 1254-1265

margenoot+
Vs. 871-878

margenoot+
Vs. 859-869

margenoot+
Vs. 607-831
margenoot+
Vs. 940-1032

margenoot+
Vs. 905

margenoot+
Vs. 902

margenoot+
Vs. 902

margenoot+
Vs. 881-889
voetnoot1)
D.i. de vallende ziekte.
voetnoot2)
Er is eene bedevaartplaats ter eere van St. Cornelis te Leur, gemeente Etten en Leur, en eene te Den Hout, gemeente Oosterhout.

margenoot+
Vs. 916

margenoot+
Vs. 904

margenoot+
Vs. 1225-1235

margenoot+
Vs. 1267

margenoot+
Vs. 1239-1249

[tekstkritische noot]Opschrift, zie aant. - 2. van zwaer zijn de drie laatste letters boven den regel bijgeschreven - 14. Want - 16. bloen - 17. aenverde - 19. derde - 22. vont stane - 24. ane - 25. inicheit
margenoot+
25a
margenoot+
25b
[tekstkritische noot]33. vergaen - 34. verwonderde - 36. de - 38. crech - 42. hen - 60. passeerde
margenoot+
26a
[tekstkritische noot]74. scouwet - 76. narreet - 77. tsacrament
[tekstkritische noot]5. singen i. pl. v. sugen - 7. dingen i. pl. v. dugen - 11. tlijcht - 18. figuer - 19. manna - 21. herpe i. pl. v. arcke - 24. noijt i. pl. v. u oijt verveelde - 25. ghelede - 27. in ontbr.

margenoot+
73b
margenoot+
74a
[tekstkritische noot]43. der doot - 47. buigen - 49. betuigen - 54. souden gesien - 58. mach
margenoot+
74b
margenoot+
75a
[tekstkritische noot]74. ontkent - 78. Teminsten - 83. Alst groot alst hinct aen cruce zwin - 88. gesiechte - 92. breyt - 94. men - 96. onreyn den s. die - 97. leit i. pl. v. leect - 102. Du ben maechs onkeynen onkusten onpaeyen
margenoot+
75b
[tekstkritische noot]106. spiegelt - 111. ewichs - 123. malicie i. pl. v. misterie - 127. Die bailinghe te nome ghewofde daer by - 134. des i. pl. v. der.
margenoot+
76a
margenoot+
76b

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Een cluijte van plaijerwater

  • over Lippijn

  • over Gloriant

  • over Buskenblaser

  • over Lanseloet van Denemerken

  • over Die Hexe

  • over Drie daghe here

  • over Truwanten

  • over Vanden winter ende vanden somer

  • over Rubben

  • over Nu noch

  • over Mariken van Nieumeghen

  • over Die sevenste Bliscap van Onser Vrouwen

  • over Het Hulthemse handschrift

  • over Het spel vanden Heilighen sacramente vander Nyeuwervaert

  • over Spel van de V vroede en V dwaeze Maegden

  • over Tafelspeelken van twee personagen om up der drij conijnghen avond te spelen

  • over Tafelspeelken van twee personagien, eenen man ende een wijf, ghecleet up zij boerssche

  • over Een scoon spel van sainct Jooris

  • over Van den Somer en van den Winter


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Het spel vanden Heilighen sacramente vander Nyeuwervaert


plaatsen

  • over Breda