Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dye hystorien ende fabulen van Esopus (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dye hystorien ende fabulen van Esopus
Afbeelding van Dye hystorien ende fabulen van EsopusToon afbeelding van titelpagina van Dye hystorien ende fabulen van Esopus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23.04 MB)

ebook (27.60 MB)

XML (0.82 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Rijns



Genre

proza

Subgenre

fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dye hystorien ende fabulen van Esopus

(2013)–Gheraert Leeu–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De houtsneden

Alle geschiedenissen in het leven van Esopus en alle fabels zijn voorzien van een houtsnede. In totaal treft men in de Esopus 186 houtsneden aan waarvan twee herhalingen.Ga naar voetnoot89 De houtblokken heeft Leeu overgenomen van de drukker Heinrich Knoblochtzer uit Straatsburg die de houtblokken gebruikte voor zijn Latijnse druk van de Aesopus van ca. 1481. Die houtblokken waren kopieën van de serie in de druk van Steinhöwel uitgegeven door Johann Zainer in Ulm 1476/77. De houtsneden voor de fabels van Romulus en Avianus die in de druk van Steinhöwel 1476/77 afgedrukt zijn, worden toegeschreven aan de ‘Ulmer Meister’, Jörg Syrlin de Oudere (1425-1491), bekend om zijn houtsnijwerk in de koorbanken in het munster van Ulm. Wie de maker is van de houtsneden in het leven van Esopus en bij de overige fabels is niet bekend.Ga naar voetnoot90 In haar dissertatie (1994) over de houtsneden in de incunabelen van de lage landen tot 1500 vermeldt Ina Kok dat vier houtsneden niet voor komen in de druk van Knoblochtzer. Het betreft de houtsneden op a3v, c2r, c3v en M7v.Ga naar voetnoot91 Deze heeft Leeu overgenomen van Jacob Bellaert. Leeu gebruikt de gehele serie ook voor zijn Latijnse versie van 1486. De serie komt in de Nederlanden alleen in deze twee drukken voor. Johann Koelhoff de Oudere in Keulen heeft de serie gebruikt voor zijn Duitstalige druk van 1489. Henrick Eckert van Homberch kopieerde bijna de gehele de serie voor zijn Middelnederlandse Esopus druk van 1498.Ga naar voetnoot92 In deze transcriptie zijn de houtsneden, met toestemming van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, overgenomen uit de Latijnse druk Leeu van 1486 (Gheraert Leeu, Aesopus vita et fabulae, Antwerpen, 1486; Koninklijke bibliotheek Den Haag, signatuur: KW 171 E 37).

voetnoot89
Schippers’ conclusie dat bij de fabel ‘de wolf die een harde wind laat’ geen houtsnede staat afgedrukt, is niet juist. In het vijfde boek staat aan het begin van de tiende fabel (G2r) een houtsnede afgedrukt waarop een man in een boom te zien is die een bijl werpt naar een wolf. Het is de man die de wolf voor Jupiter aanziet. De wind die de hond laat, is duidelijk te zien. (Schippers 1995, p. 187). De titelpagina (a1r) wordt herhaald voor het begin van het tweede boek (f6v). De afbeelding waarop een herder met schapen, twee honden en twee wolven te zien is (c6v), staat zowel bij de twintigste geschiedenis in het leven van Esopus als bij de dertiende fabel in het derde boek (C5v).
voetnoot90
Amelung 1992. Zie Heinrich Steinhöwel, Aesopus: Vita et Fabulae. Ulm 1476. Faksimile und Kommentar von P. Amelung
voetnoot91
Esopus’ visioen van de godin van de gastvrijheid (2e historie), Esopus en de twee kraaien en de afranseling door Xanthus (15e historie), Esopus verklaart Xanthus de letters op de grafsteen (17e historie) en de priester die bij de bisschop moet komen omdat hij zijn hondje op het kerkhof had begraven (VIII, 13). Kok 1994, p. 281, p. 355, noot 3 en p. 435-436.
voetnoot92
Kok 1994, p. 280-281.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken