Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dye hystorien ende fabulen van Esopus (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dye hystorien ende fabulen van Esopus
Afbeelding van Dye hystorien ende fabulen van EsopusToon afbeelding van titelpagina van Dye hystorien ende fabulen van Esopus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23.04 MB)

ebook (27.60 MB)

XML (0.82 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Rijns



Genre

proza

Subgenre

fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dye hystorien ende fabulen van Esopus

(2013)–Gheraert Leeu–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[Folio d6r]
[fol. d6r]

§ Die .xxvi. hystorie die vertelt hoe dat esopus veraden wert ende ghewroeghet | ende hoe hij den volcke van delphos die fabule vander rat ende vanden vorsche | vertellende was |



illustratie

DOe esopus aldus ghewroeghet was dat hij den nap van goude soude ghestolen | [5] hebben twelc esopus myssaecte ende daer teghen seyde want hij daer niet af en wis- | te Ende die vander stadt ende vanden eylant van delphos ontbonden die male. in den welc- | ken sij vonden den cop van fijnen goude ende toendent den ghemeynen volcke dat | daer omtrent vergadert was Ende doe vinghen sij esopus als den ghenen die die heyli- | ghe stede beroeft hadde Ende als esopus dit sach bekennende die weghen harer boes | [10] heyt Ende merckende dat hij niet ontgaen en mochte ghinc suchtende bescreyende sijne | auontuere Ende een van sijnen vrienden gheheyten demas als hij sach dat esopus also screy | de ende tonvreden was vertrooste hij hem Ende seyde aldus. hebbet goeden moet ende | wilt dij seluen vertroosten Ende daer nae so sloten die van delphos haren raet dat sij hem | als een dief ende kercken beroeuer souden leyden op eenen hooghen berch ende wer- | [15] pen hem van bouen neder. ende als esopus wiste dat sij alsulcke sentencye ghegheuen | hadden so seyde hij hem dese fabule op dat hijse also van harer boesheyt quaden raet | ende opset beletten ende trecken mochte Het ghebeurde dat in die tijt als die beesten met | malcanderen hadden rust ende vrede. die rat ende die vorsch hadden vrientscap met mal- | canderen ende die rat noode den vorsch datse haer auontmael met hem eten woude. | [20] ende die rat leyde den vorsch in een hol van eenen machteghen ende rijcken man. Die | welcke van alderhandecosterlijckerGa naar voetnoot160 spysen vol ende veruult was. ende die rat seyde tot | den vorsch. etet van tghene dat dij belieuet. ende als sij wel ghegheten hadden | seyde die vorsch totter ratten aldus. Ick wille dij festyueren ende wat vrientscappen | doen coemt hier tot mij om dat ghij die ryuiere ouermoghet passeren so sal ick v |

[Folio d6v]
[fol. d6v]

binden aen mijnen voet Ende die rat liet hem binden Dit wesende ghedaen spranc | die vorsch in die ryuyere ende toech die rat na hem Ende als die rat zwemme- | de zoe sprack zij totten vorsch aldus Sonder schulde|endeGa naar voetnoot161 onuerdient doet ghij | mij steruen maer die ghene die nae mij noch leuende blyuen sullent wreken ouer | [5] mijEndeGa naar voetnoot162 alsoe die een toech herwaert ende dander darwaert zoe quam daer een cleyn | voghel siende desen kijf namse beyde ende adtse Diesghelijckx eest dat ghij mij oic | met groten onrecht ende sonder scult wilt dooden ende laten steruen Mer babylonien ende | gryecken sullent wreken ouer mij Mer dies niet te min zoe en lieten die van delphos | Esopus niet gaen mer leyden hem zeer smadelijcken ende met crachte totter steden | [10] daer sij hem dooden wilden. Teghens die welcke alzoe langhe als hij mochte hij | hem manlijcken verwerende was |

voetnoot160
alderhandecosterlijcker lees: alderhande costerlijcker.
voetnoot161
er staat een verticaal streepje tussen schulde en ende.
voetnoot162
mijEnde lees: mij Ende.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken