d.w.z. wat men nog nooit heeft begrepen, de overeenstemming van het belang van ieder met het belang van allen, de vereenzelviging van de collectieve soevereiniteit met de individuele soevereiniteit.’
Het is duidelijk dat deze ‘verdragen’ tussen zelfstandige maatschappelijke eenheden, die als het ware de gehele maatschappij als een net moet omspannen, het tegendeel zijn van het fictieve ‘maatschappelijke contract’ van het natuurrecht, dat in Jean-Jacques Rousseau's filosofie leidde tot de noodlottige theorie van de ‘volkssoevereiniteit’, en de zogenaamde ‘democratie’, die niet alleen de ‘tirannie der meerderheid’ betekent, maar in de praktijk heeft geleid tot het staatsdespotisme van bureaucratische partijklieken.
Von Humboldt schreef zijn ‘Ideeën’ in de tijd van de bestorming van de Bastille, die echter weldra gevolgd werd door de jacobijnse orgie, die sindsdien voortwoedt en op het ogenblik geheel Europa bedreigt met de reactie van een industrieel feodalisme en een staatsslavemij als nooit tevoren.
Het sociaal-democratische en bolsjewistische staatssocialisme, de totale staat van fascisme en nationaal-socialime: dat alles is één, dat behoort bij elkaar als regerings- en oppositiepartijen in het parlement, dat gaat aan elkaar vooraf en dat volgt elkaar op, dat is diep verbonden door dezelfde religie; de afgoderij van de staat. Wie deze opvatting tot nu toe wat vreemd vond, zal ze na het lezen van Von Humboldts werk zonder twijfel begrijpen. Sinds 150 jaar waren deze ideeën nooit zo actueel als vandaag. Er schijnt voor de mensheid en de cultuur voorlopig in deze geest niet veel te verwachten. De tijd is nog ver, dat Duitsland weer het Duitsland van Von Humboldt zal zijn.
Wanneer zal de mensheid zich van het juk van de gangsters bevrijden? Wil, als de nood het hoogst is, ook de redding nabij zijn, dan zal het écrasez l'infâme toch luider moeten weerklinken en zullen meer lansen voor de vrijheid moeten worden gebroken. Indien het uur van de verlossing van