Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liefde en logica (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liefde en logica
Afbeelding van Liefde en logicaToon afbeelding van titelpagina van Liefde en logica

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.57 MB)

Scans (13.93 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liefde en logica

(1952)–Clare Lennart–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 179]
[p. 179]

Hemelse improvisatie

Ze zat in de bioscoop, heel stil en een beetje kleums in haar mantel gedoken, want het was niet warm in de zaal. Haar tenger figuurtje maakte op een of andere manier de indruk geheel alleen te zijn tussen alle mensen. Het was moeilijk te zeggen waaruit precies die indruk voortkwam. Misschien de lijn van haar rug en schouders, iets schuws en eenzelvigs daarin. Ze ging iedere week eenmaal naar deze zelfde bioscoop, altijd op Vrijdag en altijd alleen. Op Vrijdag had haar man zijn schaakavond en als ze naar dit theater in de buurt van hun huis ging, kon ze voor hem terug zijn. Niet dat Peter bezwaren zou maken als ze later kwam, maar ze wist dat hij het naar vond in een donker huis te komen, waar niemand hem verwelkomde. Ze ging niet, omdat de films haar zo boeiden. Soms, als er een geprolongeerd werd, zag ze tweemaal dezelfde. Maar het voorbij trekken van de beelden op het witte doek gaf haar de sensatie los te raken van het eigen leven. De zorgen en tobberijen van alle dagen vielen weg. De beelden trokken haar mee in hun vaart een onbekende toekomst tegemoet. Ze had het gevoel op reis te zijn naar vreemde landen, waarvan ze zelfs de naam niet kende. Het maakte haar rustig, koel en onbekommerd met de snelle beelden mee te reizen, alsof ze aan niets en niemand toebehoorde. Ze hield ervan eenmaal in de week haar eigen leven achter zich te laten.

Het was half donker in de zaal, waar nu de reclames vertoond werden. Ze keek er zonder aandacht naar. Ze kende ze van buiten. Ze had een balkonplaats op de voorste rij van de doorloop, zodat de mensen, die nog steeds binnen kwamen, vlak langs haar heen gingen. Naast haar was nog één hoekplaats leeg.

Toen de man in de uniformjas langs haar kwam, keek ze werktuiglijk even op, voornamelijk om te zien of hij aanstalten maakte de lege hoekplaats te bezetten. Maar toen haar ogen een moment in de zijne rustten, voelde ze zich op een verschrikkelijke manier

[pagina 180]
[p. 180]

in het hart gegrepen. Zijn blik was zo naakt en direkt, dat het haar bijna lichamelijk pijn deed als een al te fel licht. Deze man had om een of andere reden op dit moment tussen zichzelf en de wereld geen scherm van conventie gesteld. Eens had ze een vrouw gezien, die aan een tafeltje in een café zo onbeheerst zat te snikken, of ze zich alleen in haar slaapkamer bevond. Bijna even ontstellend oprecht was de blik van deze man.

Zijn ogen smeekten, bevalen en beloofden tegelijk, maar zo dringend, zo heftig, zo teder, dat ze een seconde lang geen weerstand vermocht te bieden. Ze voelde zich niet alleen in het hart gegrepen, ze voelde zich als een jonge hond in het nekvel gepakt en door elkaar gerammeld. Het was niet wat men simplistisch sex-appeal genoemd heeft. Deze blik vroeg veel meer dan een vrouw om mee naar bed te gaan. Deze blik vroeg alles, lichaam én ziel. Hij vroeg van háár zijn vergruizelde dromen terug, van háár zijn verloren geloof, hij beval haar zijn heimwee te stillen en beloofde haar tegelijk een vreemd geluk. Maar dit alles onbewust. Als iemand de man gevraagd had: ‘Wat wil je?’ dan zou hij waarschijnlijk geantwoord hebben: ‘Niets. Ik weet niet. Ik voel me alleen maar beroerd. Geef me een borrel.’ Hij was in geen geval de veroveraar van professie, de vrouwenman. Dan zou zijn ‘appeal’ niet deze primitieve kracht gehad hebben. En in de verste verte besefte hij niet dat de blik, die hij zo nonchalant de zaal in wierp, millioenen waard was. Dat duizenden filmsterren met een uiterste aan inspanning en een geraffineerde techniek niet anders vermochten te bereiken dat een verwaterd surrogaat van deze blik. En dat ze zelfs daarmee nog millioenen vrouwenharten veroverden en millioenengages verdienden.

Eigenlijk was het een volmaakt stukje film, zo direct en ontroerend als het nog nooit op het witte doek is vertoond, dat zich op dit ogenblik af speelde in de schermerdonkere bioscoop. Want ook de reactie van de vrouw was als film volmaakt: haar schrik, haar overgave en haar zich losrukken, omdat ze toch tenslotte geen jonge hond wou zijn, die zich in het nekvel liet pakken en door elkaar rammelen. Het sprak ontroerend duidelijk uit haar sensitief gezicht met de tere, bloemachtige mond en de donkere ogen.

[pagina 181]
[p. 181]

‘Ik lijk wel mal’, corrigeerde ze zich en richtte haar ogen op het doek. De man ging op de lege plaats naast haar zitten. Hij was groot en fors en zijn ruige jas zo wijd dat hij aan alle kanten over de zitplaats heen puilde. Ze voelde de stugge stof tegen haar arm en rook een vreemde, paardendekenachtige geur, die haar herinnerde aan haar jeugd op een dorp.

Het was donker in de zaal nu. Men vertoonde het wereldnieuws. Ze zag vlaggen en juichende mensen. Het wereldnieuws leek wel altijd een juichende mensenmenigte met wapperende vlaggen er boven te bevatten. Toen een Kerstfeest in Londen, een Kerstfeest in Berlijn. Ruïnes en verbeten, begerige gezichten. Zoals wij vorige winter keken, toen we met alle kracht, die in ons was, een paar pond rogge, een stukje spek, een brood wilden hébben, dacht ze. Het zag er koud uit tussen die besneeuwde ruïnes. En ze realiseerde zich opeens dat ook zij het koud had. De zaal was slecht verwarmd. Ze wreef haar verkleumde handen over elkaar. Toen rustten ze weer in haar schoot en toen gebeurde het.

De hand van de man, warm, groot en een beetje hard van binnen, legde zich over haar beide koude handjes. Als twee schuwe vogeltjes nam hij ze gevangen.

‘You are cold,’ zei hij alsof daarmee alles in orde was.

Haar eerste reactie was een conventionele. De conventie is ons van jongs af zo terdege ingestampt, dat we bijna altijd even tijd nodig hebben om na te denken voor we ervan af durven wijken.

Ze wou haar hand terugtrekken. Ze wou in het Engels zeggen: ‘Laat me los!’ Maar ze kon de woorden niet vinden. Ze las vrij goed Engels, maar ze had geen routine in het spreken. Een vloedgolf van Canadezen was over het land geslagen en al haast weer weggeëbd, zonder dat ze meer dan enkele terloopse woorden Engels gesproken had. Nooit had ze gedacht aan een Canadees avontuur voor zichzelf. Peter was er, nerveus en verzwakt teruggekeerd na twee jaren concentratiekamp, en de kinderen en de duizenden zorgen van een huishouden, dat met te weinig geld gedreven moest worden en dat al haar krachten opeiste.

Maar zijn hand bleef haar hand vasthouden, legde zich warm en beschermend over haar koude vingers, begon zacht te strelen.

[pagina 182]
[p. 182]

‘It's all right,’ zei hij.

‘But... I... why...?’ begon ze.

Maar onweerstaanbaar maakte zich de overtuiging van haar meester, dat het inderdaad ‘all right’ wás. Een vreemde rust, een wonderlijk gevoel bevrijd te zijn van álle zorgen. Ergens diep uit haar wezen steeg deze zekerheid op, dat alles goed was; en groeide en werd zo sterk en hecht, dat haar redelijk denken ze niet meer stuk kon maken. Ze had geen macht meer zijn ‘appeal’ te weerstaan.

‘Don't ask questions’, zei hij nog. ‘It's really all right.’

En ze gaf zich gewonnen. Zijn arm in de ruige jasmouw legde zich om haar heen. Ze voelde de stof tegen haar wang kriebelen. Zijn hand bleef haar handjes strelen en warmen en zijn andere hand aaide soms even voorzichtig langs haar wang. Zo lag ze stil, geborgen, veilig en tevreden in zijn arm, terwijl voor hen de film zich af speelde, een dwaze geschiedenis van verklede soldaten in een meisjespensionaat.

Eenmaal zei ze: ‘I have a husband and three children.’

En hij antwoordde: ‘Yes, yes, I know, it doesn't matter.’ En trok haar iets vaster tegen zich aan en legde even zijn wang op haar haren.

Eenmaal vroeg hij: ‘Are you happy?’ En zo rustig voelde ze zich, dat ze plagend kon antwoorden met het consigne, dat hij háár gegeven had: ‘Don't ask questions.’ Maar ze voegde er onmiddellijk aan toe, alsof in de absolute oprechtheid van haar gevoel zelfs deze kleine plagerij een wanklank was: ‘Yes, I'm happy.’

En ze wás gelukkig, onbegrijpelijk, wonderlijk, volmaakt gelukkig, alsof het leven plotseling ieder tekort had aangevuld.

Ze had jaren met Peter geleefd. Ze hadden samen drie kinderen. Ze hadden zoveel zorgen en moeilijkheden samen doorworsteld, zoveel kleine en grote voldoeningen samen gesmaakt. Tussen hen was een verbondenheid gegroeid, waaruit ze zich nooit zou kunnen losmaken. Nooit zou ze Peter en de kinderen kunnen verlaten en nog één ogenblik rust hebben. Maar de glans, het vreugdevolle, was weg uit hun liefde. Het was een liefde zonder vleugels geworden, solide en betrouwbaar, die op aarde zijn plaats had.

[pagina 183]
[p. 183]

Terwijl deze andere liefde, deze wonderlijke improvisatie, die zo pardoes uit de hemel kwam vallen, nergens een plaats had. Je kon er niets mee doen. Je kon er niet op vertrouwen. Je kon ze niet vasthouden. Je kon er geen huwelijk op aangaan. Je kon er alleen maar gelukkig mee zijn zo lang ze wou duren. Eén avond in een bioscoop, een lentedag, misschien een enkele maal een hele zomer lang. Ze stierf onherroepelijk als je proberen ging haar langer vast te houden dan ze uit zichzelf wou blijven. Maar alleen deze onbruikbare liefde vermocht op aarde het pure, vraagloze geluk te geven.

Ze dronk dit geluk in als een spons, die zich volzuigt met water. Ook met Peter had ze het gekend, lang geleden, toen ze beiden heel jong waren. Maar ze hadden het willen bestendigen en pasklaar maken voor aards gebruik en het was vervlogen. Nu het haar nog eenmaal uitverkoor, voelde ze een grote dankbaarheid.

Zo volkomen ‘happy’ was ze, dat ze niet merkte dat de film op zijn eind liep. Ze schrok op toen de lichten aanflitsten. Nog even, als verdoofd en onmachtig zich los te rukken, bleven ze zitten.

De mensen keken naar hen, een beetje spottend, een beetje afgunstig. Toen stonden ze op. Ze keek hem aarzelend aan. Wist hij dat ze nu terug moest naar Peter? Hij stond nog met haar hand in de zijne en toen, zonder zich om de mensen te bekommeren, kuste hij haar mond, die trilde onder zijn lippen als een bloem onder de streling van de lentewind. ‘Good bye. I'll never forget,’ zei hij enkel en voor ze het goed besefte, was hij in de mensendrom verdwenen.

Ze verzamelde haar tas, haar handschoenen, haar shawl. Het was of ze ook de stukken van zichzelf verzamelen moest. Toen ging ze, als een der laatsten achter de mensen aan naar buiten.

In de koude winteravond repten zich haar voeten. Ze wou voor Peter thuis zijn.

Of Peter ooit zo in een bioscoop gezeten zou hebben met een vreemde vrouw? vroeg ze zich af. Ze had het gevoel hem verkocht en verraden te hebben, erger dan door een jarenlange liaison. Maar ze maakte zich geen verwijten. Op een of andere wijze was het toch ‘all right’.

[pagina 184]
[p. 184]

Ze zou een mensenleven lang Peter's vrouw zijn, ze zouden samen hun kinderen opvoeden, ze zou zijn eten koken, zijn sokken stoppen en zijn bed met hem delen en hun kennissen zouden spreken van een goed, van een gelukkig huwelijk.

Zo zou het ook zijn, maar die avond in de bioscoop zou ze nooit vergeten en als ze sterven ging, zou ze misschien denken aan de andere man.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken