Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Poëtische werken. Deel 9. Treur- en blijspelen. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Poëtische werken. Deel 9. Treur- en blijspelen. Deel 2
Afbeelding van Poëtische werken. Deel 9. Treur- en blijspelen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Poëtische werken. Deel 9. Treur- en blijspelen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.25 MB)

Scans (3.57 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.63 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

blijspel / komedie
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Poëtische werken. Deel 9. Treur- en blijspelen. Deel 2

(1862)–Jacob van Lennep–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 241]
[p. 241]

Saffo.
Zangspel.

Reeds een jaar vroeger dan Haarlems Verlossing was het Zangspel Saffo vervaardigd. Het is echter bij eene uitgave als deze niet de tijd der vervaardiging, maar die, waarop het werk waereldkundig gemaakt werd, welke in aanmerking moet komen om de rangorde te bepalen. Immers zoo lang een gewrocht onzer verbeelding nog niet aan de pers geleverd werd, is het voor het Publiek als bestond het nog niet, en zoo lang de Schrijver nog by machte is, het te veranderen, te wijzigen, uit te breiden of in te krimpen, kan het nog niet voltooid genoemd worden. Reden genoeg naar mijn inzien, om te dezer plaatse aan het laatst gemaakte doch vroeger vertoonde den voorrang te schenken. Doch waarom werd Haarlems Verlossing vroeger vertoond? Ik heb in de Voorrede op dat stuk reeds op die omstandigheid gezinspeeld en het is hier de plaats, de toedracht der zaak te verhalen.

Het is my steeds een genoegelijk streven geweest, zoo veel in mijn vermogen was der vaderlandsche kunst bevorderlijk te zijn en het mijne te doen om haar gelegenheid ter ontwikkeling te schenken. Het deed my in de ziel aan, zoo vaak ik buiten 's Lands met minachting over Hollandsche letterkunde, Hollandsche poëzy, Hollandsche kunst hoorde spreken. Wy arme schrijvers moe-

[pagina 242]
[p. 242]

ten ons, by de onbekendheid onzer taal in den vreemde, de scheve oordeelvellingen welke men elders over ons velt, of liever de volkomen onwetendheid van ons bestaan, wel getroosten; maar de toonkunstenaar, de schilder, de beeldhouwer, de graveur, de bouwmeester, spreken een taal, die overal verstaan wordt, en men zoude zeggen, dat het alleen van hen af hing, zich door de geheele waereld bekend te maken. En toch, dit is niet altijd het geval. De meesten onzer kunstenaars, en wel meer byzonder de verdienstelijksten onder hen, missen den trant om ook het buitenland op hun voortbrengselen opmerkzaam te maken. Zy reizen ongaarne op hun beroep: zy hebben den slag niet van zich by vermogende en invloedhebbende Meceenen in te dringen: zy zoeken de gelegenheden niet op, om zich vermaard te maken.

Dit althands was, gelijk met velen, ook het geval met mijn geachten vriend J.B. van Bree. Ofschoon hy niet alleen hier te lande als een onzer voornaamste koryfeën in de muzykale waereld bekend stond, maar ook elke vreemdeling, die 't zelfde vak als hy beöefende en die hem hier leerde kennen, hulde deed aan zijn zeldzame verdiensten, nog was zijn naam niet dan schaars buiten onze grenzen gedrongen. Ik meende, dat dit anders moest, dat dit anders kon zijn. Er was, dacht my, een middel te vinden, waardoor hy zich by de geheele muzykale waereld roem verwerven kon. Vroeger had hier de gelegenheid ontbroken, om een oorspronkelijk zangspel op een nationaal tooneel op te voeren: die gelegenheid bestond nu: vervaardigde van Bree een opera, waartoe ik overtuigd was, dat hy de bekwaamheid bezat, en, verwierf zijn arbeid den lof der kunstkenners, dan zoû de kans bestaan, dat eerlang ook buiten 's Lands zijn muzyk zoû gespeeld en toegejuicht worden. Naauw-

[pagina 243]
[p. 243]

lijks was ik zwanger van dit denkbeeld, of ik zette my aan 't werk om een operatekst te schrijven: en, toen het eerste Bedrijf van de Saffo voltooid was, noodigde ik van Bree by my, las hem het vervaardigde voor, en vroeg hem, of hy ook genegenheid zoû hebben, muzyk daarop te vervaardigen. Dit had plaats in het vroege voorjaar van 1832. Hij was dadelijk ingenomen, zoo met mijn voorstel, als met het onderwerp, dat ik hem ter behandeling aanbood. Ik zette dus mijn arbeid voort, werkte dien af, zond hem dien: - en alras was hy van zijne zyde ook aan 't werk gegaan en had verscheidene brokken op noten gezet. Ons voornemen werd nu aan Kommissarissen van den Stads-Schouwburg medegedeeld en met groote belangstelling door hen vernomen. Die belangstelling deelde zich ook mede aan het Publiek, en het te verwachten Zangspel leverde in vele kringen herhaalde stof op tot onderhoud. Algemeen was nu de verwachting, dat de muzyk in het najaar van 1832 gereed zijn en het stuk alsdan zoû worden opgevoerd. Kommissarissen van den Schouwburg hadden hier rekening op gemaakt en alles er naar geschikt; doch zy hadden buiten den waard gerekend, en omstandigheden, welke ik my thands maar ten halve herinner, hadden ten gevolge, dat de opvoering onbepaald werd uitgesteld. Ja zelfs begon het zich te laten aanzien, dat van het gandsche plan nimmer iets komen zoû. Het was met de hoop, om den Schouwburg voor deze teleurstelling schadeloos te stellen, dat Kommissarissen my het schrijven van een ander libretto opdroegen: men heeft reeds uit het ‘Overzicht’ van Haarlems Verlossing kunnen zien, dat het middel by de uitkomst erger bleek te zijn dan de kwaal.

In den nazomer van 1833 werd de zaak echter van

[pagina 244]
[p. 244]

nieuws op touw gezet: in den winter van 1834 was de muzyk van Saffo voltooid: en in de lente van dat jaar werd de opera gegeven voor een ongemeen talrijk Publiek, en bekroond door een succes, dat later niet verminderde. Mijn hoop, dat de tekst der opera - ware het dan ook met eenige wijziging of inkrimping - zoû vertaald worden, zag zich echter niet verwezenlijken: en daar het nationaal opera-personeel is afgeschaft geworden, en niet licht weder schijnt te zullen worden byeengebracht, zoo is er weinig kans meer, dat de muzyk van de Saffo weder in haar geheel zal worden gehoord. Onderscheiden brokken daarvan, als de Oeverture, het jagerkoor enz. worden echter nog dikwijls op Koncerten, by marschen, enz. zoo wel buiten 's lands als hier gespeeld, en hebben niet weinig gestrekt om den roem des vervaardigers te verbreiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken