Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mengelpoezy. Deel 2 (1731)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mengelpoezy. Deel 2
Afbeelding van Mengelpoezy. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Mengelpoezy. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.27 MB)

ebook (3.40 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mengelpoezy. Deel 2

(1731)–Katharina Lescaille–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 401]
[p. 401]

Eerste morgenzang.

 
De Zon, met haare zuiv're klaarheid,
 
Verdryft den duist'ren nacht en naarheid
 
Van 's Waerelds angstig aangezicht,
 
Dat in die zegenryke straalen,
 
Op nieuw verkwikt, mag adem haalen,
 
En God toejuichen in Gedicht.
 
 
 
Terwyl die glans straalt door myne oogen
 
In 't hart, 't welk kent uw Alvermoogen
 
En 't heil dat gy, ô Schepper! geeft
 
Aan 't Schepsel, vliegt myn geest naar boven,
 
Genoopt om mynen God te looven,
 
Die 't al uit niets geschaapen heeft.
 
 
 
Niets kon my, als uw schild, bewaaren
 
Voor schrikkelyke Nachtgevaaren,
 
Voor onspoed, vuur en watersnood.
 
Door vaderlyke zorg gedreeven,
 
Behoedde gy myn dierbaar leeven
 
Voor hartkwetzuur en snellen dood.
 
 
 
Wat smart, wat ramp zoude ik ook schroomen,
 
Als ik myn toevlucht heb genoomen
 
Tot u, den leevendigen God?
 
Wat kwaad zal immer my genaaken,
 
Het zy in 't slaapen of in 't waaken,
 
Terwyl uw gunst bestiert myn lot?
[pagina 402]
[p. 402]
 
Bestier ook heden myne zinnen;
 
Laat my niets denken, niets beginnen
 
Als 't geen dat uwe wysheid mag
 
Verheerelyken en behaagen,
 
Om nu, en al myn leevensdagen
 
Te wandelen, als in den dag.
 
 
 
Laat my niet struik'len in myn wegen,
 
Maar veilig smaaken uwen zegen,
 
En eeuwig wyden, nimmer moê,
 
Een hart vol waare dankbaarheden,
 
En 't heilig reukwerk van gebeden,
 
Aan uw alziende Godheid toe.
 
 
 
Wie zoude uw grooten Naam niet pryzen!
 
Daar u de Heem'len eer bewyzen,
 
En de Aarde is de Echo van dien klank.
 
De dag verkondigt uwe daaden,
 
De nacht uw wond'ren en genaden,
 
En 't Schepsel zeid den Schepper dank:
 
Daar ik, door uwe gunst gedreeven,
 
Wensch tot uw eer alleen te leeven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken