Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het vaderlandsch gevoel (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het vaderlandsch gevoel
Afbeelding van Het vaderlandsch gevoelToon afbeelding van titelpagina van Het vaderlandsch gevoel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.35 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het vaderlandsch gevoel

(1978)–S.H. Levie–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vergeten negentiende-eeuwse schilderijen over onze geschiedenis


Vorige Volgende
[pagina 125]
[p. 125]

ca. 1585
32 J.A. Kruseman 1804-1862
Louise de Coligny, weduwe van Willem van Oranje, met haar zoontje Frederik Hendrik

Doek, 134 × 108,5 cm

Gesigneerd en gedateerd: J.A. Kruseman f 1846

Tentoonstelling: Amsterdam 1846, nr. 218, ‘Louise de Coligny, Weduwe van Willem i, Prins van Oranje, met haar Kind Frederik Hendrik’

Apeldoorn, Rijksmuseum Paleis Het Loo, bruikleen Vereniging Oranje Nassau Museum

Een historiestuk in de engere betekenis van het woord kan men dit schilderij nauwelijks noemen, want de voorstelling houdt geen gebeurtenis of situatie in, die als historisch gegeven vaststaat.

De schilder heeft in hoge mate zijn fantasie laten gaan bij zijn opzet de gevoelens van smart en hoop te vertolken, waaraan Nederland na de moord op Willem van Oranje in 1584 was overgeleverd: smart over het verlies van de Vader des Vaderlands en hoop op de latere voortzetting van diens strijd voor de vrijheid door zijn zoon Frederik Hendrik. De verbindende schakel tussen de betreurde vader en de hoopvol gekoesterde zoon, en de draagster ook van deze zowel smartelijke als hooggestemde gevoelens is in dit schilderij letterlijk en figuurlijk de door verheven aandoeningen bevangen gestalte van de vierde echtgenote van Prins Willem, Louise de Coligny, in haar rouwgewaad voorgesteld als weduwe en moeder.

Voor de gelijkenis in het afgebeelde portret van Willem van Oranje heeft Kruseman zich met succes bediend van een der vele bestaande voorbeelden, hoogstwaarschijnlijk het grote portret door Van Miereveld, dat hij in het Rijksmuseum kon bestuderen (inv.nr. a253), maar de gelaatstrekken van Louise de Coligny houden geen rechtstreeks verband met haar bekende beeltenissen, die trouwens alle dateren uit veel latere jaren in de zeventiende eeuw. Haar verschijning is wel te rijmen met haar ongeveer dertigjarige leeftijd gedurende het eerste levensjaar van Frederik Hendrik, die 29 januari 1584 was geboren, maar van een enigszins overtuigend portret is toch geen sprake. Het sluimerende kind op haar schoot kan men uiteraard geen iconografische maatstaven aanleggen.

De zitbank met het gebeeldhouwde ornament, de daarin opgenomen prinselijke alliantiewapens met het bekende devies in gotische letters, deels overschaduwd door vorstelijk hermelijn, de zware draperie op de achtergrond, het zijn allemaal details, die zo duidelijk de couleur locale van 1846 weerspiegelen, dat aan een ernstig streven naar een historisch verantwoord tafereel getwijfeld mag worden. Daaraan ontbrak het trouwens wel meer in Krusemans werk, zoals ook blijkt uit de kritiek op het andere schilderij, De dodelijk getroffen Willem van Oranje, dat op

illustratie

[pagina 126]
[p. 126]

dezelfde Amsterdamse tentoonstelling van 1846 hing als Louise de Coligny, en dat ook hier wordt getoond (cat.nr. 30).

In de Kunstkronijk, waar de stukken allebei worden genoemd, wordt enig bezwaar geuit tegen de al te gloedvolle kleuren van achtergrond en andere accessoires, die men wat stiller had gewenst, en wij lezen er verder: ‘het kind kon ons het minst bevallen’. In De Nederlandsche Kunst-Spiegel schrijft men: ‘Zo is dus de Geschiedenis geheel vreemd gebleven aan de Amsterdamsche Tentoonstelling van 1846? Wij meenen ja, want Krusemans Willem i, door Gerards moordschot getroffen, is evenmin een Historiestuk, als zijne Louise de Coligny [...]’.

Duidelijk inzicht in de argumentatie achter deze kritiek wordt ons verder onthouden en de aanmerking dat het formaat te klein is, kan moeilijk op het werk van Kruseman en alleen maar op een paar andere historische taferelen slaan.

Toch ontmoette het stuk ook positieve waardering. De bekende Amsterdamse verzamelaar A. van der Hoop betaalde in januari 1847 drieduizend gulden voor dit schilderij, dat op de tentoonstelling ‘algemeen bewonderd’ was geweest, zoals in de inventaris van zijn collectie werd aangetekend. Krusemans pleegzoon, de achttienjarige De Génestet, maakte er in februari van dat jaar een lang gedicht bij, waarvan toon en inhoud het sentiment van de voorstelling in verhevigde mate uitdrukken met een zwaar accent op het godsdienstige genoed van de treurende vorstin. Het gedicht eindigt aldus:

 
Zij bidt! Een vreugdeblos doorgloeit die bleeke
 
wangen:
 
Ik zie haar 't vriendlijk wicht aan 't kloppend
 
harte prangen;
 
Des Christens zielsgeloof staat als zijn hope
 
pal!
 
En van den adem vol, den geest der profetiën,
 
Roept ze uit: ‘Gezegend hij, die sluimert op
 
mijn knieën,
 
Die eens voor Neêrland strijden zal!’

Van der Hoop had stellig belangstelling voor de historie-schilderkunst, zoals ook blijkt uit een aantal andere schilderijen in zijn verzameling, waaronder De Muiderkring van J.A. Kruseman (afb. 18) en twee hier getoonde stukken van Opzoomer en Schoemaker Doyer (cat.nr. 22 en 65).

Door C. Hamburger werd in 1848 een uitvoerige tekening naar het schilderij gemaakt, die voor Teylers Museum in Haarlem werd verworven.

Literatuur i.v.m. het onderwerp

F.G.L.O. van Kretschmar, ‘De portretten van Louise de Coligny’ in Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie, 1975, blz. 81-106

Literatuur i.v.m. het schilderij

Kunstkronijk vii (1846), blz. 68
De Nederlandsche Kunst-Spiegel ii (1846-'47), blz. 212
Manuscript Inventaris Collectie A. van der Hoop, Archief Rijksmuseum
P.A. de Génestet, Dichtwerken, Amsterdam 1873, blz. 61-63


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken