Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit drie landen (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit drie landen
Afbeelding van Uit drie landenToon afbeelding van titelpagina van Uit drie landen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

ebook (4.26 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit drie landen

(1900)–Jan de Liefde–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

I.
De slaventroep.

Het was omstreeks het einde van het jaar 1699, dat een troep van 250 negers op de bovengenoemde plantage S. door een slavenschip aangebracht, of liever daarheen gedreven werd. Want voor en achter en bezijden de troep liepen eenige blanke mannen, in matrozenkleeding, om den optocht van de landingsplaats af naar de woning van den slavenhouder in orde te houden, en zoo noodig de onwilligen voort te drijven. Het was een droevig schouwspel deze zwarte, bijna naakte gedaanten te zien; er waren slechts weinig mannen onder, die er krachtig uitzagen; eenigen droegen nog aan hun lichaam de sporen van de geleden mishandelingen, anderen van de nog niet geheel genezen wonden, die zij in een gevecht bekomen hadden. Bij de meesten van hen stond de honger en de gedurende den overtocht in het tusschendek doorgestane ellende op het aangezicht te lezen, hoewel zij reeds sedert eene week in de stad aan land gebracht, en goed verzorgd waren geworden, om een beter aanzien te bekomen en daardoor gretiger koopers te vinden. Op de markt waren zij door den eigenaar van de plantage C. opgemerkt geworden, en daar het getal zijner negers onder zijne voorgangers in een tijdsverloop van circa 10 jaren van 350 tot op 200 ingekrompen was, had hij ze van den kapitein van het slavenschip gekocht onder voorwaarde, dat hij ze in zijn schip tot aan

[pagina 6]
[p. 6]

de landingsplaats der plantage zou brengen. Deze voorwaarde was door den kapitein volgaarne aangenomen geworden, daar hij zeer verblijd was, deze gansche lading, zoo oud als jong, mannen, vrouwen en kinderen, zwakken en sterken, gezonden en zieken tegelijk te kunnen verkoopen.

Toen nu de troep voor het heerenhuis aangekomen en in een grooten halven cirkel geplaatst was, liet hun nieuwe meester eerst aan al de mannen eene kalabas met verdunde rum, dram genaamd, en aan iedere vrouw en kind een schaaltje suikerstroop tot verversching en tot welkomst geven. Want hij was een vriendelijk heer, niet hard zooals zijn voorganger, die Rehabeam den zoon van Salomo tot voorbeeld genomen, en daardoor de door zijnen vader in korten tijd nieuw aangelegde en in bloei gebrachte plantage bijna tot den ondergang gebracht had. De heer liet nu de oude plantagenegers, die hij, omdat hij heden nieuwelingen te verwachten was, niet had laten arbeiden, nader komen, en koos er eenigen van hen uit, van welke hij vermoedde, dat zij nog wel de taal van hun land verstonden. Want deze zoowel als de nieuw aangekomenen, waren uit verschillende landen bijeengebracht geworden en spraken verschillende talen. Daar zag men den Mahomedaanschen niet geheel en al onbeschaafden Sokkoneger, met bijna Europeesche gelaatstrekken, naast den verstandigen Mandingo; hier den vlijtigen en daarom hooggeschatten Loango naast den wegens zijne domheid tot een spreekwoord geworden Demakuku-neger met zijn dikke opgetrokken lippen en platten neus. Allen vonden landslieden onder de nieuw aangekomenen, die misschien voor de eerste maal sedert zij gewelddadig uit de armen der hunnen gerukt en uit hun land gedreven waren, om aan de zeekust aan de blanke lieden verkocht te worden, weder iets gevoelden dat naar blijdschap geleek, toen zij hier in een vreemd land de liefelijke tonen van hunne moedertaal vernamen. Minder vreugde gevoelden zij over hetgeen de heer door zijn tolk liet zeggen. Hoewel hij vriendelijk tot hen sprak,

[pagina 7]
[p. 7]

gaven zij daarop toch nauwelijks acht. Wat hij zeide was hun tamelijk onverschillig. Slechts éene zaak niet, en deze hadden zij wel gevat. Er was spraak van den arbeid. Zij waren slaven. Wel beloofde de heer, dat hij altijd goed en vriendelijk jegens hen zou zijn, en dat hij het hun niet alleen niet aan voedsel en kleeding zou laten ontbreken, maar hun ook van tijd tot tijd een vrijen dag geven zou, op welken zij van hunnen arbeid uitrusten, of zich naar goedvinden vermaken konden; maar de bijgevoegde waarschuwing, dat zij gestraft zouden worden, wanneer zij hunnen plicht niet deden en in hunnen arbeid nalatig waren, want dat hij alleen voor de vlijtigen een goede, maar voor de tragen een gestrenge heer was, herinnerde hun maar al zeer, dat zij aan den wil van een ander onderworpen waren, zoodat zij zich weinig over zijne beloften konden verblijden. Terwijl de mannen in een somber zwijgen verdiept en de vrouwen met neergebogen hoofd daar stonden, doch de kinderen, voor welke de aanspraak wat al te langwijlig was, zich uit de handen van hunne moeders trachtten los te maken, om het vele nieuwe, dat zich aan hunne blikken voordeed in oogenschouw te nemen, zooals het schoone huis, dat veel mooier en grooter was dan het paleis van hunnen koning in Afrika, de vele bloeiende en vruchtdragende boomen en struiken, vooral met betrekking tot het eetbare, dat zij opleverden, - riep een klein meisje van omstreeks acht jaren plotseling: Obée, obée! terwijl in haar levendige zwarte oogen een straal van vreugde schitterde. De ouders zagen op en menig somber gelaat werd eensklaps helderder. Het was de Obéepalm, wiens vruchten in Afrika de bekende palmolie opleveren; welke door het meisje was opgemerkt geworden, en die bij de anderen de herinnering aan het dierbare vaderland opwekte als een electrieke vonk, die hen doorstraalde. Doch de blijmoedige opwekking was weldra weder voorbij, want de gedachten aan het verledene konden de ondervinding van het oogenblik niet verdringen, en nog minder de gedachten aan een droeve, duistere toekomst. Daarom ging voor de meesten de rest van de aanspraak

[pagina 8]
[p. 8]

verloren. Zij werd echter weder opgewekt, toen de heer hun liet zeggen, dat hij ieder huisgezin op de plantage bevolen had eenigen van hunne landslieden als vrienden bij zich op te nemen, hen met de zeden van het land bekend te maken, hen in den arbeid te onderwijzen en hun op alle mogelijke wijze de behulpzame hand te bieden, om de voor hen nieuw gebouwde woningen op huiselijke wijze in te richten. En toen nu velen der oude plantagenegers naderbij traden, om hen welkom te heeten; toen ook de vrouwen met hunne kleinen op den arm of bij de hand door de menigte drongen, om de vrouwen en kinderen vriendelijk aan te spreken, en ze naar de gereedstaande woningen te brengen, toen scheen toch in het gewonde hart van menigeen een druppel zoete balsem te vloeien, en bij velen scheen een flauwe gedachte op te komen aan de mogelijkheid van hier een nieuw vaderland te zullen vinden. De heer gaf bevel, dat al de gezonden heden uitrusten konden, doch morgen en de overige dagen van de week, die buitendien als de eerste dagen van een nieuw jaar aan de gezamenlijke plantagenegers vrij gegeven werden, zich bij dans en spel vermaken konden, waartoe hij, zooals gewoonlijk, rum voor de mannen en suikerstroop voor de vrouwen zou laten uitdeelen. De zieken en gewonden echter werden in het ziekenhuis gebracht, om daar onder de verpleging van een zoogenaamden negerdokter te komen, een verstandig man, die gedurende eenigen tijd door een dokter in de stad onderwezen was geworden in het bereiden van geneesmiddelen en in de behandeling der meest gewone voorkomende ziektegevallen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken